14 datasets found
Dutch Keywords: toveren Place of Narration: Zuiderwoude
Heintje Groen (zie vroeger) kon ook in een halfuur tijd alle gras op hoopen zetten. De vader van mijn zegsman heeft dit zelf gezien maar hij werd er akelig van. Eens ging de vader van mijn zegsman op de jacht. Hein wilde dat hij een kop koffie kwam drinken. "Neen," zeide hij, "dat doen ik niet, want er zit net een koppel ganzen." "Zoo als je wilt," zei...
Een Zuiderwouder vertelde mij in 1911 het volgende: In de Haarlemmermeer was iemand, die de vrije of zwarte kunst verstond. Als een paard en rijtuig hem vooruit was, kon hij het laten stil staan. Was hij weer een eind vooruit, dan kon hij het weer laten nader komen. Ik vond dat zoo merkwaardig, dat ik het wel wou leeren. Hij was er niet ongenegen toe,...
Dat waif van Willem Oostveen kon ook kolle. Het maissie dat ze had, gong al achteroit, dus ze dochte dat ze bekold was. Ze keek er kusse nee, en deer was een kip in. Ze kreeg te raad om dat kusse te koke. Dat deze snachts stiekem. Toe ze pas bezig was, kwam de vrouw an en vroeg of ze dat leete wou. "Nei," zei ze, "dat doen ik niet. Jai docht main te...
Mie Roele kon ook kolle; dat zel uwe wel ders ehoord hebben. Dat ben ze an de weet ekomme toe ze 's nachts op de paarde van Roode Kees Honigh reed; die woonde op de ouwe boereplaas van Jan Wiltenburg, die nou gesloopt is. Ze gonge onder het waaivat zitten met een kaars. Toen ze hoorde dat de kol an de gang was, gave ze een trap tege het waaivat, dat toe...
Oude Mie Roele (weduwe P. Lodder) kon kollen (zie vroeger). Zij kon zich zoo klein maken, dat zij in een stoof kon. Klaas Lodder heeft dat zelf gezien. Eens op een nacht zag hij haar met een boerehoedje op in een stoof voor zijn bed staan.
Bij Heintje Groen (zie vroeger) was een vierkant gat onder den schoorsteen. Naast dat gat waren twee kleinere gaten. Daardoor kwamen 's nachts de K(l)aboutertjes. Hein's vrouw wist dit en zette 's avonds eten voor hen klaar, dat dan 's morgens ook verdwenen was zonder dat iemand hen had zien gaan of komen. Toen Hein dit begon te ontzoeten (Zaansch),...
Iemand, die de zwarte kunst verstaat en wagens wil laten stilstaan, moet eerst vragen of hij mee mag rijden. Bij weigering prevelt hij iets, waarop het paard kreupel wordt en hem niet kan voorbij komen. Mag hij eindelijk meerijden, dan prevelt hij weer iets, en het paard wordt weer even zoo als vroeger. De vader van mijn zegsman had het van een smid te...
Op drie verschillende manieren, doch in hoofdzaken overeenkomend werd mij medegedeeld hoe iemand de kunst verstond om een kaarteblad, klaverenboer, om een flesch jenever uit te sturen. Terwijl het kaarteblad op tocht was viel de man bewusteloos neer of was aan allerlei aandoeningen ten prooi. In enkele minuten keerde klaverenboer terug en had dan groote...
N.N., een oude vrouw uit Zuiderwoude, lag bij een deel harer plaatsgenooten ook onder verdenking van te kunnen kollen. Zij stamde af uit een zeer zenuwachtige familie, had ectropion met traanoogen en is onder mijn behandeling aan een longlijden gestorven. Ik heb nooit iets bizonders aan haar gemerkt, maar kom straks nog op haar terug in verband met andere...
Heintje G. te Zuiderwoude kon ook van "die rarigheid". Als er een koe in de sloot zat en ze konden haar er niet uit krijgen, dan riepen ze Hein, en: een, twee, drie! de koe was er uit. Kees de W. heeft het gehad dat hij met varkens naar Purmerend moest en hij ze maar niet op den wagen kon krijgen. Hij riep Heintje G. en toen die er bij kwam, gingen ze...
In de Bellemeermolen (Belmermeermolen) woonde vroeger een moeder en dochter. Die dochter had verkeering en die vrijer kwam zondagsavonds bij er opzitten. Nou most ie altijd vóór twaalf uur de deur uit, en as ie dan op de weg liep, liep er een kat maar al langs zijn beenen te strijken. Op 't laatst kwam hem dat toch verdacht voor, dat hij besloot, al...
Heintje G. kon ook in een half uur tijds al het gras op hoopen zetten. Je werd er akelig van. Mijn vader heeft het zelf wel gezien. (C. Bakker: `Geesten- en heksengeloof in Noord-Holland boven het IJ', in: De Gids 1922, p.270.)
Zoo was die ouwe Hain Groen ook zoo'n rare. As er een koe in de sloot zat en ze konne hem er niet oit kraaige, dan riepe ze Hain en één, twee, drie, dan wasse er oit. Kees de Waart heb het ehad, dat ie met varkens nee Purmerend most en hai kon ze niet op de wage kraaige. Hai riep Haintje Groen en toe die er bai kwam, ginge ze netjes staan, zoodat ze er...
Vrouw D. de Boer heeft een andere vrouw, die kollen kon, na haar sterven 'afgelegd'. Toen ze bij haar zuster kwam, vroeg deze of ze niets bizonders gemerkt had. Hierop werd ontkennend geantwoord en tevens gevraagd, waarom die vraag gedaan werd. Toen bleek dat het gerucht liep, dat ze zich heelemaal stukkend had gekold, zoodat het lijk met windsels en...