Schoonmoetje har meer van dei meroakels.
Zai laggen n keer in t daip hier in de buurte. t Oal mens stait s oams op dek en zugt dat er n licht beweegt noar en van t huus van Teelkemeu. Zai moakt dr uut op, dat et wat veurspelt. En t oal kreeg gliek ook, want olle Teelke is overleedn.
JP: Schanske pottenlikkers he, dus Oudeschans. De pottenlikkers, die kregen geen zat eten, die moesten de pot uitlikken om dus te ... om dus hun honger te stillen dus. Schanske pottenlikkers. En Bellingwolde ... dat waren Bellingwolster knollentrekkers. Dus wij werden hier knollentrekkers genoemd, doordat wij eh ... knollen, dat werd ... bie de herfstdag...
RK (leest een hoofdstuktitel van een eigen boek van dhr. Hemmes voor): Een störke [fonetische schrijfwijze] boven het veen. Wat is dat, een störke? H: Een ooievaar. Oh ja, verrek. Al zeg ik het zelf, dat is een van mijn mooiste verhalen, want die störke bracht mij namelijk. [lacht] RK: Ja, werd dat verteld? Dat is ook zo'n echt volksverhaal. Werd dat...
Eventjes concrete verhalen. Waar je zo...concreet. Het ging vaak over. Ik ken een verhaal..ik ken ze alleen maar even aantippen. In jouw vragen...Over bijvoorbeeld een smokkelaar, die dan achterna wordt gezeten in het moeras hier, door de kordebeier [fonetische schrijfwijze], de grensjager, de veldkommiezen...dat had te maken met...smokkelen dat doe je om...