Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Icelandic Keywords

There are no Icelandic Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender

There are no Narrator Gender that match this search

close
6
2
6
2
2
2
Leaflet | © OpenStreetMap contributors, Points © 2019 LINZ
20 results
Dutch Keywords: man
2.46. De weerwolf te Budel Er was op 't laatst der vorige eeuw te Budel een man, die weerwolf is geweest en als hij zoodanig, anderen onheilen of wat het ook wezen mocht, wilde berokkenen, dan droeg hij om het lichaam een Iederen riem; want zonder dezen had hij niet meer macht om kwaad te doen dan andere menschen, zoodat hij in dat geval geen weerwolf...
No. 187. Op het laatst der achttiende eeuw werd op deze wijze te Budel een weerwolf bevrijd. Toen hij niet ver van Heerebeek in de hei stond te turven, vonden ze den leeren weerwolfsriem, in een heg bij zijn hoeve, en verbrandden dien. Plotseling kwam de weerwolf aangerend, en wilde met alle geweld in het vuur springen, maar met man en macht hielden ze...
De paardrijder staat tusschen mare en weerwolf in. Evenals de mare, die steeds een vrouw is, berijdt hij de paarden evenals de man-wolf wordt hij verlost, door het verbranden van het voorwerp, waarin zijn toovermacht schuilt (duimstok - weerwolfsriem).
No. 188. Een boer uit Vught speelde op zekeren avond kaart op een naburige hoef met een paar vrienden, die wisten dat hij een weerwolf was. Het ging tegen middernacht, maar opzettelijk bleef iedereen plakken. Hoe later het werd, hoe onrustiger werd de weerwolf, en toen het hem niet gelukte om er stillekens van door te gaan, begon hij om zich heen te slaan...
De weerwolf (man-wolf) is een man, die door het aangorden van een weerwolfsriem of -huid, een wolf wordt. De bevolking van Europa had een doodsangst voor den wolf, die zich 's winters, als de honger hem neep, zelfs in de dorpen waagde. In de 18e eeuw hield men in Peelland nog klopjachten op wolven.
nl-verhalenbank-46939
No. 185. Op de Achterste hoef bij Bladel woonde indertijd een boer, en die boer had een knecht, en dat was een weerwolf. Op 'n vreemde manier zijn ze dat aan de weet gekomen. Die knecht vrijde met een meid uit de buurt. Eens waren die twee samen buitendorps geweest en 't was al tusschen licht en donker, toen ze op huis aan gingen. Ze waren al niet ver...
Weerwolven. Jaren geleden woonde er in het land van Hulst een man die in het bezit was van een weerwolfshuid, wanneer hij die aantrok was hij een weerwolf. Toen die man op zijn sterfbed lag, vond men de huid en verbrandde dien. Met geweld hebben ze toen den doodzieke op zijn bed moeten vasthouden, hij zag er verschrikkelijk uit, het schuim stond hem op...
Van alle bovennatuurlijke wezens was de weerwolf wel het onverdraaglijkst. Heksen, spoken en duivels konden wild te keer gaan, maar de weerwolf was een echt, zij het ongevaarlijk, plaagbeest. Heel wat wandelaars kregen wel eens met hem te doen. Als men over de hei of door de bossen wandelde, kon hij je onverwachts op je rug springen, met volle geweld, en...
Een ouwe man die heeft me is verteld, dat ie in de vroeger jaore an de Maasdijk bij Ammerzoden wacht moest lopen omdat 't waoter hoog tegen 't randjie van de dijk stond. Op een gegeven moment zag hij een groot gedaante liggen met twee vurige ogen. Hij dacht, dat 't een werwolf zou wezen. Deze zelfde man had wel is hore vertelle, als hij een mes tot 't...
Weerwolven, da was een soort da liep op z'n achterpoten. 't Had een witte huid met zwarte plekken om van een koe. "De weerwolf is buiten!" Da waren mensen! Ik heb m'n opa horen zeggen: "Iemand kwam van boven 't Gat vandaan die was wezen vissen. Toen kwam de weerwolf met een koeiehuid om. Die legde z'n poten op de schouders van de visser. De visser gaf 'm...
Da was unne mens, hè en da was een soort visser. In een zomerdag, hè, ging die werke en dan ginge ze 's aves dauwpiere vange voor aas. En op zekeren avond ging die piere vange. En dat deje ze met een lichje. En dan kwamme die dauwpiere omhoog. En toen was die zowat klaor en daor springt unne weerwolf en die hong 'm op z'n rug. Net zolang as die thuis was....
Als ze hier vroeger een woeste kerel zagge, dan zeje ze: "Net een weerwolf'.
Dat was in Rhenoy, die man was daar zo van overtuigd, dat ie achter 'm aanliep. Dat was de weerwolf.
Bij ons had je vroeger een ouwe man en die hieuw stijf en strak vol, hij had de weerwolf gezien, bij lichte maan.
Jao, vroeger werd d'r veel verteld en veel gepraot. Vroeger was d'r wel is een ouwe man hier en die had met de werwolf gevochten.
Mevr. Timmer vertelt dat ze eens in 't donker in Zuilichem naar huis ging, toen een man achter haar liep. Ze was bang en holde verder, toen hij zich in een groote hond veranderde, die steeds achter haar rende, een weerwolf. Hoewel haar verstand zegt dat het niet waar kan zijn, is ze toch innerlijk overtuigd dat het gebeurd is.
Een man die vertelde me, da was in Well gebeurd, die man vertelde, hij had geite 's nachts allemaal geite blère in 't hok. Hij gaat kijke, toen lag d'r eentje tusse de geite in, da was een weerwolf.
De weerwolf, da is nog historisch, dat verhaal. D'r was hier in 't veld een koei verscheurd, da was onder Buurmalse. Dat zou een wolf gedaan hebbe. De boere met hooivork en riek. Toen was d'r een zekere man, een wijze man, die zee: ,,'t Is een hyena''. Maar toen hebbe ze een hond, daar hebbe ze op geschote en die hebbe ze opgeslote. Maar die man zee. ,,'t...
De geplaagde herder 't Gebeurde op 'Gravenhof' te Kessel, tussen 1860 en '70. Sjang van de Maas uit Neer was hier scheper; een onnozele, rustige kerel, die niemand kwaad deed, en elke dag zijn schapen hoedde. Maar na een tijdje maakten de boer en de boerin zich over hem ongerust. Elke avond na het eten verdween Sjang plotseling en keerde pas heel laat in...
De man die absoluut eens uit moest In Schimmert woonde een man die, wanneer hij 's avonds met vrouw en kind aan tafel zat, de gewoonte had te zeggen: 'Ik moet toch absoluut eens uit!' In bet begin lette de vrouw daar niet zo op, maar toen dat herhaaldelijk voorviel, vroeg zij hem: 'Zeg me dan toch eens waar je alle avonden heen moet?' De man verzon dan...
25