¶ Het xvi. capittel.
"Wanneer een vrou enich dinc draecht ter mert wart, heeft si den
raet dat si tsmergens haren rechteren voet eerst scoeyt, so sal
si wel vercopen." (Glose) Vrou Vroech Rijp seide dattet haer
710 dicwijl ghebuert was.
nl.verhalenbank.29067
¶ Het v. capittel.
"Als een rave comt roepen opten scoersteen, oft opt huys daer
die meestere of vrou sieck leit, dat es een teiken dat die
siecke van dier siecten sterven sal." (Glose) Mechtelt Swevers
635 seide daer op: "Als daer op comen scateren die exteren, dats een
teiken dat die sieke ghenesen sal."
nl.verhalenbank.29056
¶ Het xi. capittel.
490 "Die des saterdaechs laet te volspinnene tvlas dat opten spinroc
is, den draet die smaendaechs daer afgesponnen is en sal
nemmermeer goet zijn, noch bleiken." (Glose) Maroye de Blau seide:
"Om dat die vrouwen in Duytslant tvlas op haren spinroc laten, so
en is haer laken nemmermeer wit, ende dat blijct aen die...
nl.verhalenbank.29038
¶ Het ix. capittel.
1160 "Een wijf die de pocken heeft, so sal hair man nemen een vel van
eenen swarten lam van dien jare, ende bindense daer warm in,
ende si sal ghenesen."
nl.verhalenbank.29121
¶ Het vijfste capittel.
"Een vrouwe dye sieck is, sal nemen wiwatere dat des sondaechs
ghemaect is, ende maken daer af een supen, ende supen dat, ende
si sal genesen."
nl.verhalenbank.29117
¶ Het xvij. capittel.
"Als een vrou bi haren man leit, ende liever een sone hadde dan
een dochter, so salse haer hant gesloten houden also lange als
1080 die man daer over onledich is, ende het sal eyntelic een soen
wesen." (Glose) Sommighe oude matronen houden dat die eenen sone
maken wilt, des mergens metten dage moet hien maken, mer een...
nl.verhalenbank.29111
985 ¶ Het derde capittel.
"Wil een wijf, dat een man sijn een kint liever heeft dan dander,
soe doe hem eten beide deynden vanden oren van sinen honde
deen helft, ende dander helft den kinde, si sullen malcanderen
so lief hebben, dat si deen vanden anderen niet en sullen
990 connen gedueren."
nl.verhalenbank.29097
¶ Het ij. capittel.
980 "Wil een wijf besorgen, datse haer man niet en smite, soe moet si
nemen alle sijn hemden, ende leggense onder den outaer als die
prochiaen die passie leest opten goeden vridach, ende doen hem
dye cleeden tsonnendaechs, also lange als hi die gecleet heeft,
so sal hi sinen wive goetelick wesen ende niet smiten."
nl.verhalenbank.29096
800 ¶ Het vij. capittele.
"Een man bekennende twijf van sinen gebuere, of anders iemende,
die sluyt hem selven die porte van hemelrijck voer thoeft, ende
hoe stijf hi clopt, so en maecher nochtans niet in." (Glose)
Margot Clappeye seide, datse hem nemmermeer geopent en soude
805 werden, dan biden genen die hi verongeliket hadde.
nl.verhalenbank.29079
¶ Het vi. capittel.
"Ist dat een waerlic priester, oft een ander, bekent een gehude
795 vrouwe, nemmermeer en wordt hem die sonde vergeven, ten si sake
dattet hem haer man vergeve." (Glose) "Dat gelove ic wel," sprac
daer een oude quene: "Want ons lieve Heere en vergheeft eens
anders recht niet, mer hi verghevet wel behoudelic partijen...
nl.verhalenbank.29078
730 ¶ Het xx. capittel.
"Als een man bereet is te paerde te scriden, soe en sal hi sijn
swaert niet nemen van sijns wijfs hant, noch geen ander harnas,
want had hijs te doen, het soud hem hinderen." (Glose) Engel
Groenader seide, dattet haren man eens gebuerde, want op eenen
735 nacht daer hy reed, sach hi wat quaets, ende hi en konde...
nl.verhalenbank.29071
¶ Het xij. capittel.
"Ic segghe u, mijn ghebueren, alsmen wit laken leit in een bedde,
680 soe rust den enghel daer op, tottertijt toe datmer op vijst of
anders doet." (Glose) Maroye Vuylgat seyde daer op: "Also saen als
dye ynghel van daer sceydt, so comter die duvel in, die dicwil
groote tempeest maect tusscen man ende wijf."
nl.verhalenbank.29063
¶ Het vi. capittel.
"Als die wint is noert zuden, so souden dye wise vrouwen afsniden
een eyndeken van haren jongen calver rechter oore, ende
640 werpen dat tegen den wint, op dattet calf wassen ende dijen
mocht." (Glose) Maroie die Verbrande seyde: "Ick meen voerwaer:
die Sinte Bertelmeeusen geloefde sijn rechter oere dattet oec dien...
nl.verhalenbank.29057
¶ Het xix. capittel.
325 "Alsmen een kint doopt, ist een knechtken ende het .ij.
peteren heeft, so en salt niet meer wijfs hebben dan een. Ende
ist een meysken ende het .ij. peten heeft, so sal si niet meer
mans hebben dan eenen." (Glose) "Voerwaer," seide Ampulinne
Stuckette: "Ick mach wel vermaledien dye ure datter Willeken, mijn
330...
nl.verhalenbank.29020
¶ Het vi. capittel.
215 "Die wil weten den naem van sine toecomende man, sal voer zijn
dore spannen den eersten draet die si vanden dage spinnen sal,
ende alsulken naem als hebben sal die ierste man die daer
voerbi liden sal, so sal haer man oec hebben." (Glose) Met dien
woerde so hief haer op een vanden geselscape, ghehieten Geffrine
220...
nl.verhalenbank.29007
¶ Het v. capittel.
¶ "Mijn vriendinnen, ic seg u voerwaer, dat geene verdriet oft
wee des ghelijc en is als dat een man tsins elders draecht,
datmen thuys wel gehoeven soude, bisonder dat goet dat van sinen
210 wive comt." (Glosa) "Voerwaer," seyde daer een oude, ghehieten
Florette die Swarte: "Die ghene die sijn houwelic breket in...
nl.verhalenbank.29006
¶ Het iiij. capittel.
200 "Een man die iet doet sonder sine wive dat te kennen te geven,
ic seg u also waer als devangeli, dat hi inder consciencien
arger is dan een dief diet wel soude derven segghen." (Glose) De
oude matronen hebben dat inder waerheit vercregen, dat de
kinderen van alsulken huwelike in dese werlt nemmermeer rijc
205...
nl.verhalenbank.29005
¶ Het derde capittel.
"Een man die sijn wijf slaet, waerom dattet oeck is, en sal
nemmermeer bede hebben an ons lieve Vrouwe, ja, sijn wijf en
vergevet hem." (Glose) Maroye Ployaerde seide op dat capittel dat
195 die gene die zijn wijf slaet, doet also grote sonde als of hi
hemselven bederven woude: "Want na dat ic onse prochiaen heb
horen seggen, so...
nl.verhalenbank.29004
¶ Het tweede capittel.
¶ "Daer en is niet sekerder der selver pinen, dan die man die
185 altijt contrarie valt sijnen wive in dat gene, datsi raet of
doen wilt ende wat si seit. In dien hy daer tegens seit, so is
hy valsch, ongetrou ende meynhedich." (Glose) "Voerwaer," seide
Gomberde vander Graft: "Van die daer tegens daden, heb ic ghesien
veel...
nl.verhalenbank.29003
Lange Wapper
Zemme dor e koppel joare geleje ont Stien e gespieert stantbelt van ne lange moagere zwik mè twië zatlappeneirgeplavaait. Dië lange sjamfoeëter ieët Lange Wapper. Das nenieële schoeëne noam ver ne woatergieëst. Oa, ge wet ni wanatadis, ne woatergiest? Wel, da's e spoeëk in mengseklieëre da zen aaigen onzichtboar kan moake en daddin of oant...
nl.verhalenbank.19282