Een vent sat in de schuyt met een Gentenaer. In de schuyt hing een klijn touwtje, daer dese juyst geduyrig mede speelde. R. 'Met verlof, mijnheer, waer zijn ghij vandaen?' R. 'Van Gent, om u te dienen.' R. 'Dat sag ik wel aen al uw handeling.' R. 'Dat soudt ghij mij te Gent niet durven seggen. R. 'Niet? Ick wedd' om 100 pond, dat ik op toekoomende...
Den Haag
[52.39] 'U, bezoeker van deze kapel, sta eens stil. Denk een moment aan de vemel [Slecht verstaanbaar] die hier in de directe omgeving te vroeg een gruwelijke dood stierven. Slachtoffers van brutaal oorlogsgeweld, ontstaan uit ophitsing en onwil tot gerechtigheid. Uit welk land of werelddeel u komt, geef elkaar het teken van de vrede, en help mee voor...
Zwarte Dame Mijn vadere was 'nen perser 1) gelijk da' ge weet. Altijd was hij op zoek naar 't wild, of naar de visch, of naar 't geveugelte, en of dat nou mocht, of dat het nie mocht, daar vriegen die menschen niet naar. In den winter ging hij, als 't gebeurde dat er geen werk was, putters en sijzen en vinken gaan vangen met lijmstokken in het schorre, in...
Friso. Drie eeuwen vóór Christus geboorte bestond er in Indië het rijk van Fresia, dat ook Phrasia, of Pharrasia werd genoemd, en waarover Adel koning was. Een zeer slecht man, Agrammes 1), verwekte een oproer in het gelukkige land en in den strijd die er volgde, werd koning Adel gedood en zijn drie zonen, Friso, Saxo en Bruno waren gedwongen het land te...
Ik ben soms in een zekere gemoedstoestand dat ik iets voorzie. Prettig is dat niet. Het zijn vage momenten, die kort duren; schrik heb je op zo'n moment niet. Ik zal niet alles weergeven, omdat sommige mensen nog leven, van wiedan ik enkele dingen weet; Mijn broer kocht eens een koe. Ik ging het beest bekijken. Toen zei ik: "Dat dier is ziek; het wordt...
Laaghalen
Dit kan van geslacht op geslacht overgaan. In onze familie is dat misschien wel 200 jaar lang gebeurd. Mijn grootvader, Steven Geveling, heeft het overgegeven aan mijn vader, Willem Geveling, en die weer aan mij. Mijn vader had zes zonen en één dochter. Hij zei, dat slechts één het bespreken kon overnemen. De anderen mochten de woorden wel eens horen of...
Van Hans Onversaagd EEN KOUSZEN-VERZOOLDER TOT KONING VERKOOREN 't Is een twyffelagtige zaak, iets door Fortuin te zoeken: het geen in deze Historie blykt, zo men 't aannemen mag waar te zyn geschied: (is 't een Fabel, daar zynder veel meer ondertuszen geloofd) dog neemt de Patientie dit te leezen. Daar was een Kous Verzoolder, zittende op zyn Tafel en zo...
De Oude Ekelenberg of 'Den Ekel' zoals hij genoemd werd had veel gezien in de vele, vele jaren dat er mensen over hem heen waren gelopen. En ook hij was in die jaren niet hetzelfde gebleven. Er waren mensen om hem heen komen wonen, die gevist hadden in de Reest en de plassen. Ze waren taai als leer en wisten zich slechts met veel moeite in leven te...
In eene andere lezing, uit de Zaanstreek, worden de drie wenschen op denzelfden dag gedaan. De man begint met een lekkeren worst te wenschen. Als zijn vrouw daar aanmerking op maakt zegt hij boos: "Ik wou dat de worst aan je neus zat." De derde wensch wordt dan natuurlijk gebruikt om de vrouw weer daarvan te bevrijden.
No. 182. Merkt ge dat men bezig is u de mare te rijden, maak dan met de tong drie kruisjes in de mond en de mare is als bij tooverslag verdwenen. 2)
Er was eens een vader, hij zou op reis gaan, en toen zegt hij tegen zijn oudste dochter: "Dochter, dochter, wat zal ik je meebrengen?" Zij: "Niets, vader, dan een gezond hart en wel te huis." De vader: "Neen, maar ik wil toch iets meebrengen!" Zij: "Nu, dan een groen zijden lint." Toen zeide de vader tegen de zoon: "Zoon, zoon, wat zal ik je meebrengen?"...
Der wie in soldaet, dy frege de kaptein, of er wol nei hûs ta mocht fanwege gesinsformeardering. "Nou," sei de kaptein, "dat kin ik noait wegerje. Dû krijst trije dagen forlof." Doe't de trije dagen om wienen, doe kom de kaptein him tomjitte en frege him: "Hwer kin ik dy mei filisiteare? Mei in jonge of mei in famke?" "Ja," sei de soldaet tsjin 'e...
Een fameusen dief ontsnapte de schout en salveerde sich met lopen. R. 'Ja, loop vrij dat u de d[uyvel] hael, gij hebt in allen gevalle maer 2 beenen, de galg, u grafstee, heeft er 3, die sal u noch wel onder haelen.'
Den Haag
Heksen en gedaanteverwisseling In Helvoirt woonde vroeger een welgestelde boer die bijzonder gierig was. Op zekere dag kwam een oud vrouwtje bij hem aan de deur en vroeg om wat eten. Hooghartig wees de boer het oude vrouwtje af. ‘Maak dat je wegkomt, anders stuur ik de hond op je af!’ ‘Daar zul je spijt van krijgen,’ zei het vrouwtje. ‘Wacht maar af wat...
De drie beeldjes in het Geuldal. Al vanouds her dreef Ruprecht, de wilde jager, zijn spel in het Geuldal, en rossend met zijn wilden stoet, bracht hij veel onheil, want wanneer de paarden, die wagens trokken of ruiters torsten, hem en de zijnen zagen sneller door de lucht, begonnen ze angstig te steigeren en menigmaal sloegen ze aan den hol. Zuid-Limburg...
De tsjoensters tsjoenden de lju krânsen yn 'e kessens. Meastal by bern. Wienen der trije krânsen klear, dan gong 't bern dea.
Vroeger hadje ok van de vrouwgies, die ginge de boer op om te bedele. Nou had je van die gierige boere. En as ze daar kwamme, dan hield de een de boer an de praat en dan liep de ander om de karn heen. Dan kon de boer in geen drie weke karne!
As trije katten by elkoar sitte to razen, dan binne dat tsjoensters, dy't in forgadering hâlde, sizze [se].
Hjir ha tsjoensters west, dy't op 'e biezem troch de loft fleagen woarde der sein.
Het paard van Leiden. Toen de Meimaand van het jaar vijftienhonderd vier en zeventig Valdez het beleg sloeg voor de stad leiden — ten tweeden male, maar de burgers hadden niet geluisterd naar den raad van den Prins, om leeftocht te zamelen. —zag men de schaduw van den honger aan de lucht, en men ontzette zich. „Houd het drie maanden uit", zoo schreef de...
1.34. De gloeiende Op zekeren avond waren de molenaar en zijn knecht op den molen, gelegen onder Neerpelt. Onderwijl beiden daar op den molenberg tegen de deur van den molen geleund stonden, ziet de knecht in de verte den gloeiige man. 'Kijk baas,' zegt hij, 'daar is de gloeiige. 'k Heb altijd hooren zeggen, dat hij komt als men fluit. Wil 'k 'ns fluiten,...