Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Icelandic Keywords

There are no Icelandic Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Narrator Gender

There are no Narrator Gender that match this search

close
47
4
3
3
2
30
Leaflet | © OpenStreetMap contributors, Points © 2019 LINZ
24 datasets found
Dutch Keywords: voorbode Place of Narration: Mussel
Geluiden hebben de mensen vaak gehoord. Mijn buurman, die smid was, heeft indertijd hamergeklop gehoord ergens op een onbebouwd terrein. Hij zei wel eens: “Daar komt vast een smederij.” En de smederij staat er nu reeds lang. Mijn vader heeft eens het slaan van dorsvlegels gehoord op een plek, waar nu een boerderij staat. Kijk, die dingen heb ik toch zelf...
Om te beginnen, ik zelf geloof niet aan alles, wat op bijgeloof berust. Wel wil ik vertellen, wat ik gehoord heb van mensen, die er waarde aan hechten; aan dierengeluiden bijvoorbeeld. Indertijd had mijn broer te 2e Exloërmond een hond met kar. Daarmee bracht hij de waren naar de klanten. Zo moest hij ook eens naar het Moeras met een nieuwe hond voor de...
In de Spoanse griep binnen ja overal ’n bult mensen störven. Dou hast hier ol vrou M. wonen en dei was verschrikkelk baange veur eeksters. As dei schattern, zee ze: “Nô mout d’r weer aine vot.” Van hoelende honden zee ze ’t zulfde.
Bij M. in Onstwedde ging de hond een paar dagen erg te keer. Jankend keek hij naar het huis van een buurman. “Wat wil dat beest toch?” vroeg men. Nu ’t was gauw bekend. De buurvrouw stierf. En daarna was de hond rustig.
Voorloop? Ja, dat zal ’t wel zijn. Och, ik heb veel mensen gekend, die van te voren branden zagen, huizenbouw, wegen, kanalen, spoorlijnen, auto’s en ga zo maar door. Dat was in mijn jeugd de gewoonste zaak van de wereld. Die mensen zijn meest gestorven. Een ken ik er nog; de heer S. te Veenhuizen bij Onstwedde. De man is nu al oud en ik weet niet, of hij...
Dit weet ik wel weer van Gelling in Onstwedde. Deze fietst op een morgen door het dorp. Hé, denkt hij, staat daar een boerderij in brand? Hij stapt van de fiets, gaat door 't hekje en kijkt naar het dak, waar de vlammen uitsloegen. Toen hij dichterbij kwam, was er niets aan de hand. Doch nog geen jaar later lag de boerderij in de as. Dat is nu zo'n dertig...
konden vertellen, zijn er meest niet meer. Iets weet ik nog van de overlevering. Het zal zo’n zestig geleden zijn. Op de Blekslage woonde de familie T. ’s Zondagsavonds gingen de jongens naar ’t wicht, en kwamen in de regel niet zo erg vroeg ‘thuis. Nu is ’t op een keer gebeurd, dat een van de knapen naar huis kwam en toen zag hij nog licht op in de...
As oal D. zien hond hoelde, dan kunnen ie dr op aan, dat in de buurt n dode kwam. Dat heb ik zulf heurd en zain. De hond sprong bie deurn umhoog en mus ook noar t stee, woor de zaike was. k Zai dai grode zwaarde hond nog bie ons veur t hoes langs loopn. Hai kwam, hoelde n zet en gung weer vot. En twai keer hebben wie n staarfgeval mitmoakt. Verkloarn kan...
Voorloop. De heer Schoenmaker vertelt. Op een donkere avond liepen we met enkele kameraden te Kopstukken. Daar ontdekten we op enige afstand een blauwe vlam, ergens in het veld. Mijn grootvader, die zich nimmer vergiste als het veurloop betrof, zei tegen me: "Doar komp ain dode." Een half jaar later was het zover. De oude scheper Haan loopt daar met een...
Dwaallicht. Ik liep eens op een avond van Oomsberg naar Mussel door het veld. Voor me aan ging in snelle vaart een licht. In Mussel bleef het ergens staan. Daar staat nu een school en langs datzelfde pad lopen nu schoolkinderen.
[3.] Voorloop. Mijn opa liep eens met oom Jaan - zijn zoon - door de Mussel. 't Was bij avond. Plotseling blijven ze staan voor een lichtje. Toen zei opa: "Hier komp ain boerderij. Moar ik zai 't zo wied vot, dien kinder beleven 't nog nich." 't Haile hoes beschreef hij. 't Was, waar nu de Veldwachterslaan is. De boerderij is er nog steeds niet, maar 't...
Op de Horsten - bij Musselkanaal - had R. Kramer geruime tijd een licht gezien. Het ontstond te Oomsberg, trok langs de weg en bleef tenslotte staan voor de baanderdeur van een boerderij. Wat gebeurt er? Er verdrinkt te Oomsberg een knaap uit de bewuste boerderij. Het lijk wordt langs de weg vervoerd, waarlangs het licht was getrokken en ging door de...
Kijk eens, bijgelovig ben ik niet. Vroeger waren de mensen dat wel. En geen wonder. Onze voorouders hier hadden geen contact met de grote wereld. Men werkte lange dagen. Het hele jaar door. Vakantie? Nooit van gehoord. Van de 365 dagen in een jaar was er één dag "Klapstermarkt" te Musselkanaal. Daar ging men heen. En verder hadden de jongelui de...
Achter de boerderij van mijn broer in Mussel was in het "oal daip" - de Mussel A - een diepe kolk. Zw. Tuin ziet op een avond boven die kolk een licht branden. Ze vermoedt een komend ongeluk. En dit komt. 'n Poos later is er een feest. Een jonge man - G.D. - vraagt een meisje, of ze 's avonds met hem uit wil. Ze heeft er geen zin in. Van verdriet drinkt...
Mijn vader liep eens te Mussel met een vriend. ’t Was bij avond. Dan zegt de kameraad: “Kom hier, je valt zo meteen.” Vader liep echter door en zie, ineens ligt hij op de grond. “Je bent over die en die heen gekomen,” zegt dan de ander. En niet lang daarna is de man begraven, die mijn vader had laten strompelen. De oude heer ging op een avond even uit...
Dwaallicht Het zal al meer dan tachtig jaar geleden zijn. Ik was nog een meisje van ongeveer 10 jaar. Op een avond staat mijn vader met een kameraad te praten. Daar zien ze opeens vlammen en rook. "Kiek," zeggen ze, "'t meulnhoes stait in brand en de rook gaat tegen de wind in." "Praat er maar niet over," zegt mijn vader nog. Na enige tijd is het huis bij...
Te Kopstukken ziet men de boerderij van buurman branden. Er is evenwel geen brand. Dadelijk er op af. Men voelt aan de muren. Deze zijn koud. Dat is voor hen een teken, dat het huis niet zal opbranden, maar dat het ter zijner tijd wordt afgebroken. Dit gebeurt ook werkelijk. Nu ongeveer dertig jaar geleden.
Ik zag zelf eens hier van uit het venster oale Aike lopen met haar dochter over 't land. Ik denk, wat moeten ze daar nou? Maar kijk, ze zijn ook al weer weg. En wat is er nu gebeurd? Op diezelfde plek staat nu een huis. En wie heeft daar gewoond? Die oude vrouw en haar dochter ook.
Gezien heb ik ook een keer wat. Het is 26 jaar geleden. Ik fiets op een avond van Onstwedde naar Mussel. Als ik bijna thuis ben, kijk ik opzij en zie een nieuw huis staan. Dat is toch gek, ben ik verdwaald? Duidelijk zie ik ook een verlichte kamer; een vrouw steekt net een petroleumlamp aan. Ik stap van de fiets, om nader toe te kijken. Maar dan -- is...
Veurloop. Mien moeke kon ook wat zain. Zai zee es ’n keer: “Doar gunnes bie de diek komp ’n hoes. Ik zai d’r licht branden.” ’t Hoes is er ook komen; J.E. woonde er loater. Op ’n ander moal wus ze te vertellen: “Op dat stuk land van B. komp ain boerderij.” “Woarum?” vruigen wie. “Nô, ‘k heb d’r woagens rappeln heurd over de dele; dou ‘k over de weg kwam.”...
47