Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Icelandic Keywords

There are no Icelandic Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Narrator Gender

There are no Narrator Gender that match this search

close
2
5
Leaflet | © OpenStreetMap contributors, Points © 2019 LINZ
5 results
Dutch Keywords: toveren Place of Narration: Uitdam
Op dezelfde plaats werd mij meegedeeld, dat een kind geleerd had een koe op verren afstand te melken, door aan veters van schoenen het manuaal van melken te maken. De koe bestierf het en de kol werd gedwongen het kind de kunst weer af te leeren. (C. Bakker: `Geesten- en heksengeloof in Noord-Holland boven het IJ', in: De Gids 1922, p.97.)
Mijn grootvader woonde op Urk en mijn grootmoeder heeft mij dikwijls verteld dat, toen zij jong was, daar een vrouw leefde, die kollen kon. Dat wijf gaf de kinderen dikwijls wat, maar mijn grootmoeder werd altijd door haar ouders daarvoor gewaarschuwd en verboden, iets van wat ze kreeg op te eten. Op een goeden dag kwam mijn grootmoeder, die toen nog een...
Op Urk was een kind van twee-en-half jaar zoek. De moeder liep radeloos het eiland rond, maar kon het nergens vinden en niemand had het gezien. Diep bedroefd kwam ze eindelijk weer in huis terug. En wie zat daar bij de tafel? Het vermiste kind! "Maar liefje, waar ben je al dien tijd geweest?" "In de stoof, moeder!" Je begrijpt dat de moeder schrok. "Maar...
Dat de kollen in een botermoud varen, dat heeft mijn eigen grootvader zelf gezien. Je moet dan weten dat mijn moeders vader op Terschelling woonde. Hij had zoo'n mooien vogel en daarom noemden ze het huis het vogelenhuisje. Op een goeden nacht hoorde hij mooi zingen. Hij dacht: wat kan daarvan de reden zijn? en ging eens kijken. Maar er was niets. Hij wou...
Er was ereis een molenaar, die zijn molen 's nachts maar niet wou draaien. Wat ze er aan deden, het gaf allemaal niets. Geen knecht kon hij houden; want, of ze kwamen verschrikt 's nachts uit den molen vliegen, of ze bestorven het, als ze er een poosje geweest waren. Op een goeden dag komt er een bedelaar aan de deur. "Wil je helpen malen," zei de...
7