2.69. Het onbevreesde spook
Jan-Michiel Betz (Bits genoemd), kleermaker te Bergeik, een geboren Duitscher en een braaf man, was ten jare 1827 op het Loo aan het werk en bleef in dit huis tot omtrent middernacht al pratende den tijd doorbrengen. Met het oog op het late uur bood men hem aan, dààr te overnachten, maar hij besloot evenwel naar zijne...
nl.verhalenbank.50110
2.64. Een spokende hond te Bergeik
Geen spook te Bergeik schijnt in de eerste helft dezer eeuw zoo menigmaal ontmoet te zijn dan dat hetwelk tusschen het dorp en de Broekstraat, ofwel noordwaarts dit gehucht aan het binnenpad, des nachts de voorbijgangers verschrikte. Moeste ik al de gevallen hiervan meedeelen, dan zou ik gewis al te lang zijn. Daarom...
nl.verhalenbank.50105
2.62. Het spinnende spook te Bergeik
Van het voorste Loo placht, nog kort geleden, een voetpad naar den lagen Berkt te geleiden, waar het, bij een weiland, eenen eikenwal of eene hegge doorsneed. Op dit punt moet het vreeselijk gespookt hebben, want zeer velen konden deze plek niet voorbij, zonder beweging of vreemdsoortig geluid van heksen en geesten te...
nl.verhalenbank.50103
2.61. Spokerijen aan de Hondskling te Bergeik
Er zijn weinig plaatsen in deze landstreek bekend, die altijd wegens spoken en andere verschijningen zoo zeer gevreesd worden dan eene streek gronds, de Hondsklink of Hondskling genaamd, tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarië. Omtrent eene eeuw geleden, gingen drie jongelingen, op den lagen...
nl.verhalenbank.50102
2.60. Een gedrocht zonder kop en pooten
Jan Hurkmans te Bergeik, die sinds eene reeks van jaren altijd gedienstig is om het vee van verschillende kwalen en ongemakken te genezen en die vooral om deze reden gedurig dag en nacht op weg is, verklaart altijd nooit zoo ontsteld te zijn geweest, dan toen hij op zekeren avond ten 9 uren, omstreeks het jaar 1840...
nl.verhalenbank.50101
2.55. Een dansende haas
Op eenen avond ging een man in 't Eind wonende, door den weg van de Broekstraat naar 't dorp te Bergeik. Eensklaps staat een haas tegenover hem in de straat, op zijne achterste pooten te dansen en te springen. De man joeg hem met zijnen stok weg; doch heeft dit nog tweemaal gedaan, want de haas herhaalde even dikwijls zijne grap....
nl.verhalenbank.50093
2.51. Eene sprekende kat te Bergeik
M. van Otten en P. Hoeks gingen op eenen laten avond den weg die het voorste met het middelste Loo verbindt, toen zij eene kat op de leuning van den vonder zagen zitten. Een der genoemde jongelingen sloeg ze met eenen stok, zoodat ze in 't stroomend water tuimelde, waarna zij opsprong en weder op de leuning kwam zitten....
nl.verhalenbank.50092
2.35. Een vriend der kabouters te Bergeik
Jan van de Vorst was Teut of koopman in menschenhaar in Duitschland en bouwde te Bergeik, waar 't middelste Loo begint en eene geringe woning stond, een goed huis; later hing er, tot over eenige jaren, De Bonte Os uit. Behalve eene herberg enz., oefende hij daarin het landbouwbedrijf uit en hield soms knecht en...
nl.verhalenbank.50076
2.19. De kaboutermannekens te Bergeik
In het midden der vorige eeuw woonden er nog Kaboutermannekens op enkele plaatsen te Bergeik. Niet verre noordwaarts den molen ligt een regelmatige heuvel, de Kattenberg geheeten, waarop in vorige tijden ook de vergaderingen en danspartijen der katten gehouden werden. Dezen heuvel hadden de Kaboutermannekens met holen...
nl.verhalenbank.50059
2.15. De rouw of de lijkstatie
Eens zag Amold van der Meyden te Bergeik, in zekeren nacht aan den schutsboom in 't Eikereind, eenige achtereengaande manspersonen, elk met een zwarten rouwmantel omhangen, door de straat gaan en den weg naar het kerkhof volgen.
Nu liep hij spoedig langs het pad, dat bij den schutsboom begint en bij de kerk uitkomt, om de...
nl.verhalenbank.50055
2.14 De katten van Bergeik
Bij den molen is eene zekere plaats, waar alle nachten eene vergadering van heksen, in de gedaante van katten, plaats heeft. Op den Heksenberg, eene hoogte onlangs door de eigenaars wat lager gemaakt en met mast bepoot - gelegen noordwaarts het Eind - kwamen ook vroeger zeer vele katten bij elkander.
nl.verhalenbank.50054
2.13. Hein Hurkmans en eene kat
Als deze man, in de vorige eeuw, zeer dikwijls van het Hof (Bergeik) naar den hoogen Berkt ging, zat gedurig op het pad, hetzij hij alleen of met gezelschap voorbijging, eene groote kat. Op zekeren laten avond dat zij weer o pdezelfde plaats zat, werd zij door een van Heins gezellen geslagen en liep oogenbhkkelijk weg; doch...
nl.verhalenbank.50053
2.10. De betooverde kinderen
Nog kort geleden hoorde ik een gehuwden man, te Bergeik woonachtig, verhalen, dat zijn eerstgeboren kind, nadat het door zeker wijfken was aanzien, zeer jong stierf, en eveneens zijn tweede kind. Toen hij zich met de geboorte van een derde kind mocht verheugen, kwam eenige weken daarna hetzelfde wijf en vroeg om het kind te...
nl.verhalenbank.50050
2.9. De spookwagen
Op de plaats waar nu de predikantswoning der Hervormden te Bergeik staat, is in het jaar1838 een oud en uitnemend groot huis afgebroken, dat in de vorige eeuw bewoond werd door den toenmaligen secretaris, V. Beverwijk genaamd. Deze had de gemeente in zijne betrekking door slinksche handelwijzen aanmerkelijk benadeeld en hij kwam, na...
nl.verhalenbank.50049
2.8. Het onverklaarbaar spook
Francis Daris, bijgenaamd de Trom, - omdat hij eenigen tijd op
de schut tamboer was - gewoond hebbende en overleden zijnde onder 't Eikereind, zag eens, toen hij het pad door een eikenbosch op te Kept te Bergeik volgde, een zoo verveerlijk spook, dat hij met alleen plotseling als machteloos en uitzinnig was, maar deze...
nl.verhalenbank.50048
2.4. De vrouw met de gloeiende oogen
Tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarije ligt eene streek gronds, die den naam draagt van Hondsklink of Hondskling. Er zijn weinig plaatsen in Kempenland, waar voorheen. zooveel spokerijen en verschijningen plaatsvonden als juist op dien Hondskling. Ziehier het verhaal van een der vele vreemde dingen, die...
nl.verhalenbank.50044
DE ARCHEOLOGIE VAN HET VERTELLEN. VERHALEN UIT DE KEMPEN
2.1. Kaboutermannetjes
Nog in het midden der vorige eeuw kwamen de kaboutermennekes te Bergeijk in groote menigte voor. Ze gingen zeer vriendschappelijk met de bewoners van het dorp om en ontvingen van hen spijs en drank of leenden hunne gereedschappen om wederkeerig den braven dorpelingen met...
nl.verhalenbank.50041
No. 9. Jan van de Vorst, die teut *) in Duitschland was geweest, bouwde later een herberg te Bergeik; 'n goeje veertig jaar geleden hing daar nog de "Bonte Os" uit. Behalve herbergier was hij ook boer, en hield zelfs meid en knecht. Als die twee al het werk niet afkonden, ging Jan naar de Bergerhei, om de hulp der kabouters in te roepen. De kabouters...
nl.verhalenbank.46541
k Wait nog, dat mien oal heer op n oavend zee: “Ik goa eevn noar de buurn te prootn, heur.”
Hai gung vot, man n zetje loater was e dr al weer; zo wit as n dode. En hai zee man niks.
“Wat non, scheelt die wat?” zee mien moetje.
“Ik bin woor deur hen loopn en k wait nich wat of t was.”
Mien voader was wat biezunder en vuilde, dat er wat op komst was; vast...
nl.verhalenbank.45809
Ja ik heb hier nog een verhaal uit het plaatsje Bergeijk. Daar in Bergeijk woonde vroeger een molenaar die bar veel last van katten had. Overdag ging het nog wel, maar ‘s nachts was het niet om te harden. De molenaar kon ‘s nachts dan ook geen steek werken en dat kwam erg ongelegen, omdat het meeste maalwerk ‘s nachts gebeuren moest. Op een koude gure...
nl.verhalenbank.70402