No. 131. Op een laten avond keerde Jan Prinsen, die in Eersel woonde, van Bergeik door de Bergerhei naar zijn woonplaats terug. Op een gegeven oogenblik zag hij op de hei vier katten, die poot aan poot dansten en zongen:
"Nichtje heeft een stiklijf aan;
het is gestikt met zijde."
Toen de katten met dat dansen en zingen gedaan hadden, lieten ze onder...
nl.verhalenbank.46836
No. 127. Zulke kattendansen vinden ook plaats, op de Munsche hei bij Oss. Inplaats van op de Mookerhei, verwenscht men in dien streek de menschen naar de Munsche hei.
Op den Heksenberg te Bergeik kwamen ze vroeger samen, later verkozen ze een plek bij den molen.
Zoo had elk dorp zijn kattendans.
Etten op het Moleneind in de Holle Bergen, bij een ven....
nl.verhalenbank.46831
No. 119. Jan Michiel Betze, den Bits genoemd, een kleermaker uit Bergeik, werkte eens in 1827, in een huis op het Loo. Toen 't werk gedaan was, bleef hij tot voorbij middernacht plakken; ze vroegen hem, met het oog op het late uur, om te blijven overnachten, maar hij had er geen ooren naar.
Doch toen hij op den Molenakker kwam, werd hem den pas afgesneden...
nl.verhalenbank.46817
No. 114. De Hondskling, tusschen de Bergeiksche buurten, het Loo en Hongarije, was een beruchte spookplaats. Omtrent een eeuw geleden gingen drie jongemannen, die op den Lagen Berkt woonden 's nachts eens door de Hondskling, waar ze een vrouw ontmoetten, met een falie, die niets antwoordde op hun vragen. Een der drie kameraden, Cornelis Volders, in 1890...
nl.verhalenbank.46805
No. 113. Francis Daris, bijgenaamd de Trom, omdat hij eenigen tijd tamboer was bij de schut, woonde onder 't Eikereind te Bergeik. Eens zag hij, in een eikenbosch op de Kept, plotseling een zoo schrikkelijk spook vóór zich staan, dat hij als verlamd van schrik was. Nooit heeft hij iemand willen zeggen, wat hij eigenlijk heeft gezien, maar zijn heele leven...
nl.verhalenbank.46804
No. 111. Goris Hendriks van Bergeik was met den helm geboren, en daarom zag hij meer dan een gewone sterveling. Wanneer hij 's nachts bij stil weer een spookplaats voorbij ging, dan bogen de berken, zoo diep, dat hun toppen den grond raakten. 3)
nl.verhalenbank.46799
No. 110. Jan Hurkmans van Bergeik die beter als de dokter het vee wist te genezen, en daarom dag en nacht op pad was, is nog nooit zoo geschrokken, als dien avond van het jaar 1840, toen hij om negen uur van de Broekstraat naar het Hof terugkeerde.
In de Hoolstraat hoorde hij een zonderling hijgen en steunen, voor hem op het pad. Daarom sneed hij van de...
nl.verhalenbank.46798
No. 99. In de eerste helft van de vorige eeuw heeft geen spook zooveel van zich doen spreken, als de spookhond van Bergeik. Meestal vertoonde het dier zich 's nachts tusschen het dorp en de Broekstraat, waar het den voorbijgangers den schrik op het lijf joeg.
Op zekeren nacht kwam iemand langs de Zandkuilen, waar sinds jaren een eikenbosch staat. Daar...
nl.verhalenbank.46749
No. 96. Van de voorste Loo onder Bergeik liep vroeger een voetpad naar den Lagen Berkt, dat, bij een weiland, een eiken heg doorsneed. Daar zat 's nachts, tegen den heg geleund, een vrouw te spinnen. 3)
nl.verhalenbank.46744
No. 76. Waar nu de predikantswoning van Bergeik staat, is in 1838 een hecht, oud gebouw afgebroken, dat in de 18e eeuw bewoond werd door den secretaris, Van Beverwijk. Deze had de gemeente door slinksche handelwijzen zeer benadeeld en hij vertoonde zich na zijn dood gedurig in het huis, en verontrustte de bewoners door allerhande spokerijen.
De...
nl.verhalenbank.46710
No. 8 Een troep kabouters had een onderaardsch verblijf in een tuin, bij de woning van A. Dekkers, dat voor 't oudste huis van Bergeik doorgaat.
Dikwijls kwamen ze bij vroegere bewoners, wier namen nog algemeen bekend zijn, om keukengerei te leenen, of om eten en drinken te vragen. Kregen ze het verlangde niet, dan kon men er zeker van zijn dat het werk...
nl.verhalenbank.46540
No. 7. Te Bergeik bewoonden de kaboutermannetjes den Kattenberg, die even ten noorden van den molen ligt, en de Driebergen, heuvels in het gehucht Hooge-Berkt, waar men urnen gevonden heeft.
Ze hadden den Kattenberg, waar zij, jaar in, jaar uit, gewoond hebben, met holen en pijpen doorboord.
's Avonds verlieten zij den berg om in de nabije hoeven voor de...
nl.verhalenbank.46539
De Vlaamse gaai of meerkol (hier hanikouw genoemd) roept: 'Bergaèk! Bergaèk!'
(NBA, 588)
Boenderbinders
Met de toevoeging: met een onderdeur (ringbaard). Er wonen lieden die den kost moeten winnen met het binden van bezems en boenders en vele dezer dragen een ringbaard.
(Rijken, 151)
nl.verhalenbank.44878
[35.30]
Hier in d'n molenakkers, daar waar in mijn jeugd alleen nog maar een molen stond met daar om alleen maar zo ver je kijken kon een zee van korenvelden, daar zie je nu een nieuwe wijk gebouwd. De molen staat er gelukkig nog en die staat zoals meester Panken ook al vermoedde, op een van die ouwe grafheuvels die daar vroeger in de eenzaamheid lagen....
nl.verhalenbank.49067
[28.15]
Als we daar bij die grafheuvels staan, dan zie je een heuvel en voor ' t eerste oog lijkt dat gewoon een hoop zand. Maar bij de opgraving in de jaren vijftig is dus gebleken dat het een opeenstapeling is van heideplaggen en daarop omheen zie je dan een cirkel van kleine paaltjes en bovenop nog een cirkel met wat grotere palen en die zijn...
nl.verhalenbank.49066
[9.43]
En vlakbij die grafheuvel daar ontdekte ik een zogenaamde kattendans. Wat is een kattendans? Hier zie je nou allemaal die bossen, maar vroeger was dit allemaal hei, he. En dan had je in die hei hier en daar groene plekken. Da noemde Panken ook, hier staat ut ook nog errugens in, eeh..., ik geloof dat hij een aantal kattendansen noemt hier.. ik heb...
nl.verhalenbank.49065
[55.07]
Ja, kabouters dat zijn dingen die we allemaal wel kennen als tuinkabouters. Maar of die echt bestaan, ja, sommigen beweren van wel en anderen van niet. Maar je kunt ze niet zien, he, maar toch zijn ze d'r wel degelijk, want als het woord bestaat, dan moeten d'r ok kabouters zijn anders kun je da woord natuurlijk ook niet eh.. ergens vandaan halen,...
nl.verhalenbank.49068
2.90. De katten met de bokaal
Op een laten avond keerde eens Jan Prinsen, een moedig man, die in een gehucht van Eersel woonde, van Bergeik door de Bergerheide naar zijne woonplaats terug. Op een gegeven oogenblik ontwaarde hij in die heide vier katten, die daar poot aan poot dansten en zongen. Duidelijk hoorde hij haar herhaaldelijk de woorden zingen:...
nl.verhalenbank.50150
2.78. Boomen buigen met den top ter aarde
Weinige menschen te Bergeik hebben misschien zooveel lijkstaties, spoken, hekserijen en al wat meer van dien aard zij gezien, dan Goris Hendriks. Dat moet niemand verwonderen, daar hij met eenen helm ter wereld gekomen was. Zulke menschen ontwaren immers soortgelijke dingen, die anderen niet zien, al worden zij...
nl.verhalenbank.50119
2.77. Van eene tooverheks verlost
Op den Treurenberg te Bergeik werd in 't begin dezer eeuw, de vrouw des huizes van eene haar goed bekende tooverheks geweldig geplaagd. Op raad van een vertrouwd persoon der gemeente, moest men eene vreemde kat den huize uit jagen, zoodra die er zich weder in zou bevinden. Deze sloeg men nu onbermhertig met een dikken...
nl.verhalenbank.50118