Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Narrator Gender
close
11 datasets found
Dutch Keywords: duivel Place of Narration: Kessel
Dat is hier wel is ooit verteld. Een vrouw had slecht geleefd. Vroeger kwamen de buren waken. En toen ze gestorven was, kwam er een klein zwart hondje onder de kist zitten. En dat werd beschouwd als de duivel.
nl.verhalenbank.127906
De oneerlijke waard en de duivel Vroeger werd er veel vee uit Gelderland, Brabant en Limburg naar de grote steden Brussel, Antwerpen en Luik in Belgie vervoerd. Dit gebeurde allemaal te voet, zodat drijvers en dieren op verschillende plaatsen moesten overnachten. Helden, in Midden-Nederland, was ook zo'n overblijfplaats. Hier woonde een waard, die tevens...
nl.verhalenbank.35586
Spoken: Alle spookgespuis, dat rondwaart, mag geen mens hinderen, die in alles recht door zee gaat. Meestal hebben deze verschijnselen te maken met overtredingen van de rechtvaardigheids- en zedewetten. (De opvatting, dat God het goede loont, en het kwade straft). Mensen met een minder goed geweten leven steeds in vrees voor straf. God bedient zich van de...
nl.verhalenbank.63729
Mensen, die niet kunnen sterven: In Kessel was in een welgestelde familie een ongetrouwde oom, voor wie bezit boven alles ging. Hij bedroog veel arme mensen door zijn handel. Zo zou hij eens van een weduwe een groot boscomplex hebben gekocht voor f 4700. Hij betaalde er maar f 700 voor omdat hij het bij afbieden zo wist aan te leggen, dat de duizendtallen...
nl.verhalenbank.69266
Duivel: Op “Naadjes Hoof” in Kessel-Eyck woonden twee knechten. Een daarvan wou met een meisje gaan, dat hem afwees. Hij was daarover zo kwaad, dat hij een week aan een stuk zwaar vloekte. Zijn collega pleitte, dat hij er mee op moest houden. Hij zou zich in de hel vloeken. Hij vloekte echter verwoed door. Ze waren in het veld, toen hij opeens, na een...
nl.verhalenbank.69267
Werkgeesten: Op de boerderij “Ungerste Kaostalle” in het gehucht Oijen, woonden 2 knechten, waarvan er een naar Belfeldse kermis wou gaan. De boer had hiertegen bezwaar, en gaf de jongens zoveel werk, dat ze geen kans zouden krijgen. Ze moesten een groot perceel uitgereden stalmest gaan breken. De knecht ging mokkend met zijn jongere collega naar het...
nl.verhalenbank.63724
Spoken: Relazen over spokerij in het woonwagenkamp tussen Helden en Kessel zijn een paar jaar terug uitvoerig in de pers verschenen. Dit verschijnsel trad periodiek op, en scheen wel in verband te staan met de aanwezigheid van bepaalde families. De oorzaak is nooit achterhaald. Zelfs de politie kreeg opdracht, de boel na te speuren. Volgens bewoners moet...
nl.verhalenbank.69400
Ingebrande hand: Mijn vrouw, geboren in Kessel, werd opgevoed bij familie in Swalmen. Er woonde in haar schooljaren, (wellicht vóór haar tijd), tegenover de tegenwoordige bioscoop in Swalmen, een man, die aan de kost kwam met varkenshandel en huisslachtingen, genaamd “de Pam”. Het huis staat er nog. Op een der glasruiten aan de voorkant van dit huis heeft...
nl.verhalenbank.69396
Dwaallichten: Vóór de ontginning van het Broek bij het Beesels gehucht, “Bussering” was alles begroeid met wild grasland en struikhout. Mijn vader vertelde dat daar in zijn tijd ’s avonds een geheimzinnig lichtje tussen het struikgewas zweefde, iedere avond om 11 uur. Het lichtje bewoog zich schommelend enkele honderden meters op en neer. De mensen...
nl.verhalenbank.69395
Werkgeesten: Vroeger woonde er in Kessel-Hout een man, waarvan altijd verteld werd, dat hij over toverkracht beschikte. Deze man had een eigenaardige bijnaam, waarvan ik oorsprong en betekenis niet weet, doch die hij wel zal hebben opgedaan in verband met zijn kunsten. Men noemde hem altijd “de Kroetrakkert”. De man leefde vóór mijn tijd, doch zijn zoon...
nl.verhalenbank.69392
In Geffen waren wat ruwe kerels uit geweest. De ene broer vroeg aan de andere: "Ben de daar, Cornelis? Waar zij de toch gebleven?" Maar d'r was een horlevoet, met paardepoten. En dat was de duivel.
nl.verhalenbank.127645
35