Zoo diende ik as vrijgezel bij de moeder van Kees de Waart, die nou nog an het daaikent weunt. Ik kwam bij de maid vandeen en gong het gangetje deur, zuid an de stal. Deer zag ik opeens een vrouwmensch zitte dat zoo klagelijk zat te huilen, dat het me deur me toone heengong. Ik riep de vrouw en Kees, dat toe zoo'n opgeschote jonge was. Ze gonge mee, maar...
nl.verhalenbank.8799
Mijn zegsman sluimerde naast zijn ega. Opeens hoorde hij op het raam tikken.
"Ik geloof dat er volk is, Trui, want er wordt getikt."
"Dat hoor ik ook, Klaas, gaan ers kaaiken."
Nou ik gong, maar ik zag niks. 't Was een stikdonkere nacht: nou, baldeedigheid kon het niet wezen, want deervoor was het te laat. Wat het was, deer begrepe we niks van.
De...
nl.verhalenbank.8798
Jaren geleden zag iemand te Zuiderwoude op een donkeren avond een witte gedaante op het kerkhof. Dat vertrouwde hij niet. Hij riep dus zijn buren en deze riepen op hun beurt weder andere kennissen, zoodat men ten slotte in grooten getale bij het kerkhof samen kwam; want er op te gaan durfde niemand, daar men duidelijk iets wits zag en dat natuurlijk...
nl.verhalenbank.12422
In de Bellemeermolen (Belmermeermolen) woonde vroeger een moeder en dochter. Die dochter had verkeering en die vrijer kwam zondagsavonds bij er opzitten. Nou most ie altijd vóór twaalf uur de deur uit, en as ie dan op de weg liep, liep er een kat maar al langs zijn beenen te strijken. Op 't laatst kwam hem dat toch verdacht voor, dat hij besloot, al...
nl.verhalenbank.9331
Spontaan vertelde de broer van den heer Eysker ook de geschiedenis van klaverenboer, mij meegedeeld door mijn Zuiderwouder.
Zijn grootvader had met anderen een rondje. Op dat rondje gebruikten zij meestal een borreltje. Op een goeden avond had niemand lust om een flesch drank te halen.
Toen zei er één: "Ik zal klaverenboer er om uitsturen, op voorwaarde...
nl.verhalenbank.9053
N.N., een Durgerdammer zag, vóór er een sterfgeval in dit gehucht plaats greep, een lijkstatie aankomen. Eens waarschuwde hij zijn knecht daarvoor en beval hem op zij te gaan, om den stoet te laten passeren. Daar deze evenwel niets zag, bleef hij staan, waar hij stond. Een poos later werd hij met juk en emmers met melk, tegen den grond gegooid.
(C....
nl.verhalenbank.9428
Het was kermis te Overleek (tusschen Monnikendam en Ilpendam). Een Zuiderwouder ging er heen met zijn meisje en nog acht andere paren. Voor de aardigheid besloten ze zich eens te laten waarzeggen, hoewel ze er geen geloof aan hechtten (?).
Op eens zei het wijf tegen één van de meisjes: "Nou wees jij maar zoo vrolijk niet, kijk jij maar eens achterom."...
nl.verhalenbank.9419
In een boerenplaats te Zuiderwoude spookte het. Het huis stond al lang leeg en toch brandde er iederen avond licht en hoorde men van uit de verte geluiden, want er dicht bij komen durfde men niet. Eindelijk verstoutte zich iemand om er 's avonds heen te gaan. Daar er geen gordijnen voor de ramen hingen, kon hij van buitenaf zien, dat in het woonvertrek...
nl.verhalenbank.9374
Behalve de gewone voorboden bij een naderende dood als een slag op de deur, rinkelen van de glazen enzovoort, enzovoort, wist hij te verhalen hoe bij Willem van der Hoek (zie vroeger) den dag vóórdat er één der huisgenooten stierf een oorverdoovend geraas werd gehoord in huis, alsof er een zwerm rotganzen over het dak heen trok. Ze gingen naar buiten,...
nl.verhalenbank.9089
Op Zuiderwoude spookt het weer. Een mijner overleden patiënten, een ruwe man die altijd erg vloekte en om God noch Zijn gebod gaf, levert hem dit. Het komt omdat zijn geest geen rust kan vinden.
nl.verhalenbank.8811
Zoo het de ouwe me dikwijls verteld dat er op Durgerdam een boer was die met een helm was geboren. Die boer kwam op een goeie morgen met de knecht oit het land. De knecht jukte een gang melk.
"Gaan op zaai, maat," zaai de boer.
De knecht keek vreemd op; de weg was breed en er kwam niks an.
"Gaan op zaai, maat," zei die nag er es, maar de knecht liep door....
nl.verhalenbank.8802
Hierop ging mijn verhaler voort: Ja, ik heb rare dingen beleefd. Ik was als vrijgezel met mijn meisje (zijn overleden eerste vrouw) met acht andere paren te Overleek te kermis. We besloten ons eens te laten waarzeggen, hoewel wij er niet aan geloofden (?).
Opeens zei het wijf tegen één der meisjes: "Nou, wees jij maar zoo vroolijk niet, kijk jij maar eens...
nl.verhalenbank.8789
In een boereplaats in Zuiderwoude spookte het. Die plaats stond al lang leeg en toch brandde er 's avonds licht en hoorde men in de verte geluiden, want men durfde er niet dicht bij komen. Eindelijk verstoutte zich iemand er 's avonds heen te gaan. Daar er geen gordijnen waren, zag hij vier personen zitten kaartspelen.
Bevend riep hij: "Wie gij zijt,...
nl.verhalenbank.8760
H.E.: He’j oene vrouw nog owwer n zul hen mötn buurn?
E.M.: Dat wet ik zoa nich, mer wa n nienduur in, nienduur in,
H.E.: ie mosn de vrouw owwer n zul henbuurn en a’j dan struukeln was dat n slecht vuurteekn.
E.M.: dien moder he’k ok nog helpn mooi maakn, wat nen mooin kroam. Wat nen mooin
kroam. (Er wordt door elkaar gepraat). Ik zat achter in de...
nl.verhalenbank.128546
Kleissen: en nô speciaal van den streuper, nen echtn streuper, wel ok de jacht wa har had, den wat döt per slot van rekn, wie zet dat of met gaas en doe goat ze met mekaar an ’t jaagn, an ’t jaagn en wat is ’t geval, mer doar ha’j ’n groot hek, zoas de leu, dat vrower hadn met plaankn d’ran en wat döt he doar verdomd de patroonn döt he los en doar zit...
nl.verhalenbank.128483
Kleissen: Wat miene vrouw is per slot van rekn, doe har ik d’r verkering met en dee har ok zovöl wratn, mienn, dat wee’j wa en den har zovöl wratn, ik zei, ik zal die d’r ofhelpn, in ieder geval, doar hes ’n kwartje vuur en dat mös doon ôp ’n schutbuul was dat nog vrower ’n aarmbuul en ik heb ’t doan in een ôngezeen liek zo met ’n dag en ôp ’n gegeevn...
nl.verhalenbank.128485
Mien zuster, den koump moal wier, Hanna, den is no a dood, den koomp moal wier van Geester, dat was op nen woensdagmerrag, ne cursus volgd, dat is ok a viefndertig, zesndertig joar liedn, doe zeg moor, no mö’k die wat verteln, doar steet n nejd hoes langs de weg. ik zeg, nee toch. Dat is echt woar, zeg ze. Hoeveer van de weg of, Zo’n dertig meter, zo’n...
nl.verhalenbank.128489
Klein Haarhuis: Joa, dat klopt, n zeker aantal leu, dee könt dat zeen ... alle hebt de gave. Ik was moal bie ten Coat en nen machtign tank mos doar komn, dat was nen tank, den wöag zeker wa twintig ton, ne geweldig grootn waag, ne politiescorte d’rbie, den kwam doar oet ne kwekeriej, doar oet Hollaand, oet Westn, Westzaan of doar en ze woln hem bie ouns...
nl.verhalenbank.128490
En doarum ie möt ok wa es mangs de hersens loatn wearkn. En in dat geval spölt dat ok wa de hoofdrol, mer ie hebt ok wa es verscheidene valn da’j van te vuurtn dat anveult. ik heb t had, dat was bie Gait Roelofs., de Höfter oet Tubbig, Gait, den is no doad, nen beste keerl, koump wier oet de kolnmien, doar lewwern te Coat alle waagns an, nich. En doe mosn...
nl.verhalenbank.128491
Kl.H.: In nen dreum, ik zit bie mien breur, wie warn a lang trouwd, dat is a wa vieftig joar liedn, ik lig gewoon in ber hel op wakker, ik dach, dröam ik no, ik dach ik zin kloar wakker, mer ik zee d’r niks van, ik dach, wat steet doar toch bie de duur, ik dach wat möt hij doar no? n Buurman stun d’rbiej, den en den, wat mot dat no, wat mot dat no...
nl.verhalenbank.128492