Heks
D'r heet hier ok nog 'n vrouwke gewond naast Nooitgedacht, nie òp Nooitgedacht mar op Kantershoefke. Dat zeije ze ok van da't 'n heks was. Die heet 'r man z'nne kop afgehakt. Hoe heet ze nou toch ok wir. Mee 'n bijl. Die man zat thuis. Toen zee zij tegen d'r kindere dat ze die bijl moeste slijpe en zij d'r mee nar binne en zunne kop afgehakt. Die had...
nl.verhalenbank.41595
Euh wat t het verbreken van die macht betreft, eh dat kon, zoals ik net al vertelde, kon kon de gloeiige dus eh met die stenen euh door de schoorsteen gooien [Interviewer: ja], maar eh de gloeiige kon ook zelf door de schoorsteen komen. [Interviewer: ja]. En dan om dan de macht van de gloeiige te breken dan kon men het beste doen om euh bedden, lakens, of...
nl.verhalenbank.128351
Ruitjes-tikkers
(Van Miert, 65)
Bokken
(V.d. Ven, 167)
nl.verhalenbank.46002
3.131. Waarom de Dommel zoo krom loopt
Doe de wièreld gemakt was, zag Onze lieven Heer, dèttie nog ein deeng vergeiten haj. "t Was wel goed,' zeej zod bij z'n eige, 'dè 'k 't laangst dur de Meierij hin, 'n revijn makte.'
En dalijk makten ie apprensie. Hij zag mitterhoäst oän 'n ploug te komme, en spien er twei-i-osse vur en gonk van 't teule.
Ewees was...
nl.verhalenbank.50370
3.130. De Toren van Woensel
Doe ze in Eindhove den torre vän de aauw kèrk zette, diezoän vijfentwijntig jour gelèje is afgebroke, doe han z'er 'nen baumièster bij, die ze 't nie toevertrauwde um er e schwo speet op te zette, gelijk uurst de meining was;
Durum lijte z'em er uit naud mer zoä laang 'n sört va kap op zette, die kosse z'ummers latter wièr er...
nl.verhalenbank.50367
No. 324. De Eindhovenaars meenden, dat de bouwmeester van hun toren niet in staat zou zijn om er een behoorlijke spits op te zetten; daarom lieten ze er maar een kleine kap op plaatsen, met de bedoeling, die daarna weer weg te nemen en dan door een ander een spits te laten bouwen.
Dat vernam de bouwmeester en om zijn kunde te toonen bouwde hij in het...
nl.verhalenbank.48334
No. 149. Er leefde in Eindhoven een brouwer, die sinds hij getrouwd was, geen goed bier meer brouwen kon. En voor zijn huwelijk was hij een meester in zijn vak, wiens bier overal werd geroemd. Zijn zaken gingen dus leelijk achteruit. Op zekeren nacht, dat hij 't vuur aangemaakt had en naar zijn brouwerij ging kijken, ziet hij op den rand der brouwketel...
nl.verhalenbank.46880
No. 148. Langen tijd voor dezen woonde op "Het Hooghuis" te Woensel, dicht bij de nieuwe kerk, een boer, die tevens brouwer was. Zijn huis was druk bezocht; vooral in de winteravonden kwamen er velen buurten, die zich het bier goed lieten smaken. Maar ge moest dan oppassen, dat ge uw potteken niet op den stenen zette bij den vuurherd, zooals men altijd...
nl.verhalenbank.46879
No. 112. Terwijl een paar gasten uit S(trijp) in de Bestsche hei aan 't stroopen waren, zagen ze daar opeens, in vliegende vaart, een paar ruiters, als "gendarmen" gekleed, over de hei rennen. De stroopers wierpen hun strikken weg en wandelden kalm de marechaussees tegemoet. Op 't zelfde oogenblik veranderden de ruiters in een rijtuig met twee paarden...
nl.verhalenbank.46802
No. 48. Tot ongeveer 1850 kon men iederen nacht "de gloeiige" zien in de Strijpsche heid, gaande van de boerderij "den Tegenbosch" naar 't kleine Klotven.
Zeer, zeer lang geleden, wist niemand in die woeste "graute haai" de grensscheiding tusschen Woensel en Strijp. Eindelijk zou een der zeven schepenen van Woensel de grens aanwijzen. De leeperd deed...
nl.verhalenbank.46625
No. 35. Te Strijp staat het Nythuis (Nieuwe Huis), een boerderij, die aan den dorpsweg ligt. De bewoners hoorden herhaaldelijk de staldeuren opentrekken en weer dichtgooien. Dan was er op het erf 'n herrie van belang. Eens is de boer, met zijn blauwe pinmuts op het hoofd om geen kou te vatten, gaan kijken; hij zag achter in de wei de witjes, hand in hand,...
nl.verhalenbank.46590
No. 30. Een voerman, die tegelijk boerde, en te Strijp op 't Ven woonde, hotste en botste op zekeren avond met zijn loggen wagen door het karrespoor in de Oirschotsche hei, toen hij werd aangeroepen. "Boer hui! Boer hui! als ge 't avond thuiskomt, dan zeg, dat Jertjen Aartjes dood is." Thuisgekomen vertelde hij, tusschen de "erpel" en de "mölk", wat hem...
nl.verhalenbank.46564
Woenselsche bokken
'nnen Bok' is een stug, norsch, onvriendelijk mensch. 'Bok' is ook het scheldwoord voor iemand van de Gereformeerde geloofsbelijdenis: 'griffermeerden bok'. In den spotnaam van die' van Woensel zal het woord 'bok' wel in eerstbedoelde beteekenis gebruikt zijn.
(Sassen M80)
nl.verhalenbank.46066
Hekseland
(Sassen M68)
Om die van Strijp en Oerle te tergen heft men te Zeelst den strijdkreet aan:
Strijp stront
Oersche grond
Zeelst boven.
(Sassen M68)
Bokken
(V.d. Ven, 167)
Ge kunt hem wel wijs maken dat Onze Lieve Heer te Strijp in 't vlierbosch woont; men kan hem de grootste ongerijmdheden doen geloven. (Zeelst)
(Corn. III, 206)
Te Strijp...
nl.verhalenbank.46008
Blauwbuiken
Zo geheten naar hun blauwe kiel, die ze aanhadden bij het blauwverven.
(Van Miert 65)
nl.verhalenbank.45253
De Gestelsche bokken
Die komen de Blaartensche pap opslokken.
(Sassen M29)
nl.verhalenbank.45252
Eindhoven was vroeger zo arm, dat er van alle huizen maar één een oven had, en naar die ene oven werd de plaats Eenenoven genoemd. Dat is later tot Eindhoven verbasterd.
(Sinn. 1934: 79)
nl.verhalenbank.45087
De Eindhovendse kerktoren
'Men verhaalde mij echter, dat de spits van den tooren, zijnde zeer laag en van eene lelijke bouworde' er op deze wijze is opgekomen: Men vertrouwde den Bouwmeester des toorens niet, om 'er eene behoorlijke spits op te stellen, maar liet 'er hem maar eene kleine kap op zetten, om die daarna weder weg te neemen, en door eenen...
nl.verhalenbank.45083
2a. Pinnestekers
(V.d. Ven, 167)
2b. '... "Maar zeg mij nog: hoe noemt men die van Eindhoven, in Limburg?"
"De pinnemakers," antwoordde Uilenspiegel. "Eens was de vijand vóór de poort hunner stede, en zij grendelden die vast met enen wortel. De ganzen kwamen en begonnen gulzig in de wortel te pikken, en de vijand rukte Eindhoven binnen. Maar ijzeren...
nl.verhalenbank.45082
Eindhovensche snufscheppers (Sassen M19)
De Eindhovensche snuiftabak was in den tijd onzer grootvaders een zeer gewild artikel. Of is het hier, gelijk elders, synoniem met vitters en bedillers?
(Van Miert, 65)
nl.verhalenbank.45081