Kransen in hoofdkussen:
Als kleine kinderen ziek werden, en wegkwijnden; dikwijls met dodelijke afloop, en de oorzaak moeilijk te achterhalen, werd spoedig aan hekserij gedacht. Dikwijls vond men in het hoofdkussen ineengevlochten verenkransen. Het is nog niet lang geleden, (nog maar een paar jaar), dat een jonge moeder met een dergelijk verhaal bij me...
nl.verhalenbank.57965
Ich kan hem echt näömen met naam. Dat is enne man haejr oet die buurt gewezen, en dei heeft in Venlo in het zeekenhoes gelaegen. En daor haejje het op het water. En det moet zon ontzettende pien zin. Geweldig. Als ze niet kunnen plassen [interviewer: ja], wa. Nou, doe stonden wae daor, en daor steit dei manne, was nog half haog, te wrieven in de zieje,...
nl.verhalenbank.128713
Dat was mien broer, dat was aover dinst, hef vier jaor gediend, hè? Nou däöd hae in Den Haag, in een fijn zaak, däöd hae baardziekten op. Baardziekte, en dat is nöt. Vorschrikkelijk! Dat zint doezend zo’n geel sjtipkes, en die kregen een kors, God weet mie diek, wa. En niks as jeuken, vaoral tegen verandering van het weer. Doe haej dat een din zalf, en...
nl.verhalenbank.128708
Schoppenboer:
In mijn jeugd werd veel gepraat over een man in Kessel, genaamd “Fengers Hendrik”, die over geheime krachten zou beschikken. Bij het kaarten in de herbergen kon hij o.a. Schoppenboer uitsturen om een fles wijn, die dan prompt op een geheimzinnige wijze ter tafel kwam. Ik heb het van horen vertellen, en weet er niet meer van af.
nl.verhalenbank.69372
VODA_15_01E
De kabouters hadden wijde broeken aan. Ze brachten alles wat ze leenden terug. De kromme spijkers sloegen ze vlak. Paarden beslaan in de winter. Kabouters hebben bij de boeren geleerd gewoon te eten. Met blote voeten deeg trappen in de trog. Een stukje apart in de kelder om te gisten. Kleine kinderen konden de roggekoeken niet bijten, dus...
nl.verhalenbank.128707
Maar eh zo anders werken, dat deden ze niet. Zaogen ze naoit, hè? En doe het Bruun het een achthonderd sjäöp bie-ein gekregen, hè? Daor die vermeerdering, Stits, hè? En doe heeft e ein van die kabouters touw gekregen. En dei ging met die sjäöp ronk. En achternao as den hauste weg war, wa, het was er nog een beetje, dan kwam dei greunigheid op dat veld, op...
nl.verhalenbank.128706
Wen den brank … Nou, dat geit zo: als enne mens zich gebrand heed, en gebeurdde vräöger hael duk met klein kinder [interviewer: ja], wa. Vräöger waoren der nog geen fornuus enzo, mor daor waoren der van die holtkachels, en ongelukkig as ge der aftrochte, gebeurde duk. Dan verbrandden die zich waor, hè? En die kosten zich al verbranden zo an het veur. En...
nl.verhalenbank.128710
Dwaallichten:
Er werd wel eens verteld, dat een of ander dwaallichtjes had gezien, doch een verhaal hierover is me niet bekend. Wel werd als verklaring aangevoerd, dat op rottend berkenhout wel eens stoffen of gloeiwormpjes voorkwamen, die forforesceerden.
nl.verhalenbank.69273
Spookdieren
In het huis Molenstraat 36 werd vroeger logement gehouden door "den Dütsje Jan", een gewetenloze boer. Als schapendrijvers 's nachts hun dieren hier stalden, verving Jan de besten door zijn eigen slechte. Hij ging zelden ter kerke. Op een Kerstnacht, toen zijn huisgenoten ter nachtmis togen, bleef hij te bed terwijl de meid om 6 uur ging...
nl.verhalenbank.13459
En dan haeje ze auch dit: ‘Als een liek op enne zondeg bleef staon, dan volgde sjrouwe nog narein op.’
nl.verhalenbank.128693
Baej Brunen, daar stond de boerderaej in brand. Toen was ie met het pàèrd naor Neer geweest, naor Dieker-Tunke näömden ze het. Daor haeje daor de kampioenhingst. Ik- en het was zo bitterkoud, verschrikkelijk toen, dan kom ik terug en ik was een traejn bij Brunen en daar stond de boerderaej in brand, zaag ik. Heel wat volk baeje, maar het meiste vee...
nl.verhalenbank.128697
Oh jao. Ja auch nog. Ja. Daor goan ich noar Brummans, naor Panningen. Mich de haor laoten sniejen. Dat weit ik niet, dat jong, dat haeje zoot hebt gesehen, de graotste. Dat is de laotste van ons, Gerrit. Daor zeit hier aan de tafel, te àèten, en dan sagt ook enne vriend: ‘Wat heb ie aan de hank?’ Bloed, was niet om aan te sehen. Maor ich wus goed dat hae...
nl.verhalenbank.128712
Mensen, die de wind laten draaien:
Omstreeks 1900 brandde de boerderij van Faesse Janne op de Zandberg aan de grond af. De wind, die fel Noord-West stond bedreigde de belendende boerderijen. De hulp van kapelaan Balthussen werd ingeroepen. Deze kwam, en ging achter de boerderij, en bad uit een boekje enkele gebeden. De wind draaide zich pal Zuid-Oost.
nl.verhalenbank.69374
Grensstenen verplaatsen:
Op Dekershorst, bij een perceel land, precies op de grens tussen Helden en Maasbree, hoorde iemand ’s nachts de stem van een onrustige geest verzuchten: “Oe zal ich um laoten, oe zal ich um laoten?” De man, die het hoorde, en schijnbaar niet erg bang was, veronderstelde, dat het ging om een verplaatste grenssteen, en antwoordde:...
nl.verhalenbank.69274
Een vertelster uit Helden hoorde van ouderen, als zij, en zij was al niet jong meer, dat in het dorp de vrouw van een smid verdacht werd van hekserij. Het kwam die man zelf ter ore en hij ging op het gedrag van zijn vrouw letten, want hij had er nooit iets van gemerkt. Wat bleek nu? Als hij na een dag zwaar werk ’s avonds met zijn vrouw ter bed ging,...
nl.verhalenbank.128740
Weerwolven:
Mannen, die wat laat op de baan waren, werden, vooral in donkere, stormachtige nachten soms besprongen door de weerwolf. Dit spookdier met gloeiende ogen sprong hen op de rug, en klemde zich met de voorpoten om hun nek. Ze bleven zich als een zware last aan de verschrikte man klemmen totdat hij ergens een huis bereikte. In de Broekbeemd,...
nl.verhalenbank.57969
Dwaallichten:
Deze werden soms, volgens oude vertelsels, gezien in donkere nachten boven de Peel en boven de beemden. Ze leidden late voetgangers van het goede pad af in het moeras. Er wordt ook verteld van een moeder, die ’s nachts, als ze voor het raam haar kind zat te zogen, over het veld in de richting van het bos dwaallichtjes zag.
nl.verhalenbank.57958
Grensstenen verzetten:
De geest van een boer, die in zijn leven een ruim geweten had, kon na de dood geen rust vinden. In donkere nachten kon men zijn geest boven de velden horen kermen: “Oe mot ich um laote, oe mot ich um laote?”
nl.verhalenbank.57959
Nachtmerrie of mare:
Mijn vader, Doeressen Driekske, en zijn broer Pierke sliepen samen in een klein kamertje in een bedkoets. Soms konden ze de slaap niet vatten, en was het of er een duistere dreiging boven hen hing. Plotseling hoorden ze een gekrabbel aan de klompen vóór het bed; daarna was het, of er iets tegen de bedplank opliep.
Opeens kregen beiden...
nl.verhalenbank.57960
Mensen, die in honden veranderden:
Vroeger ging iedereen, die maar weg kon, met Kerstmis naar de nachtmis, die om 5 uur in de morgen plaats had. De reeds eerder genoemde “Duutsje Janne”, die zelden ter kerk ging, bleef gedurende de nachtmis, terwijl zijn huisgenoten, op de stalmeid na, die om 6 uur de koeien moest melken, wél gingen, op bed liggen.
De...
nl.verhalenbank.60985