Kaboutermannetjes. B.
Bij Heintje G. waren naast het vierkante vuurgat onder den schoorsteen twee kleinere gaten. Daardoor kwamen 's nachts de klaboutertjes. Heins vrouw wist dat, en zette 's avonds eten voor hen klaar; 's morgens was het verdwenen, zonder dat iemand hen had zien gaan of komen. Maar dat begon Hein te vervelen en een keer gooit hij...
nl.verhalenbank.35069
DE BETOVERDE MOLEN
Een molenaar kon geen knechts houden, omdat het spookte in de molen, vertelde men in Zuiderwoude. 's Nachts om twaalf uur begon de molen uit zichzelf te malen en dan was het een leven als een oordeel en de knecht kon geen oog dicht doen. Daarom besloot de molenaar geen nieuwe knecht meer aan te nemen. Toch meldde zich op een goede dag...
nl.verhalenbank.12819
Iemand uit Zuiderwoude ging met een stier aan een touw op tocht. Bij de Adammerbrug stond een vrouw die hem vroeg of hij haar over de brug wilde helpen. De stier kroop angstig tusschen zijn beenen en hij weigerde dus. Daarop hoorde hij een plons en de vrouw verdween in de diepte.
Dat is toch te erg, dacht hij en zette zijn stier vast om haar te helpen....
nl.verhalenbank.9134
KLAVERENBOER
Een man uit Broek in Waterland was onder dienst en moest de wacht betrekken. In het wachtlokaal zaten de soldaten en ze speelden kaart om de tijd te korten. Opeens zei een van hen: "Wil ik klaverenboer eens om een fles jenever sturen?" De anderen lachten en dachten dat het een grap was, maar toen hij volhield en zei dat de man een dubbeltje...
nl.verhalenbank.12784
HET KLABOUTERKEN
Bij Heintje Groen in Zuiderwoude was een vierkant gat onder de schoorsteen en naast dat gat waren twee kleine gaten. Dat waren blindvenstertjes, in de tegels gemetseld. Ze waren een paar decimeter hoog en ze werden gebruikt om er pijpen, tabak en boeken in te zetten. Uit een van die gaten kwam 's nachts altijd een klabouterken. De vrouw...
nl.verhalenbank.12780
Bij Klaas Lodder spookte het. 's Nachts werden de kasten open gegooid en lagen alle kleeren over den grond. Wat dat nou voor rarigheid geweest is, weet ik niet, maar mijn vader heb me dikwijls verteld, dat as hij 's avonds na zijn kaartrondje ging, dat ie dan een roodbonte en een gele hond voor hem uit zag lopen, en die dan plotseling verdwenen onder dien...
nl.verhalenbank.9336
Bij Heintje Groen (zie vroeger) was een vierkant gat onder den schoorsteen. Naast dat gat waren twee kleinere gaten. Daardoor kwamen 's nachts de K(l)aboutertjes. Hein's vrouw wist dit en zette 's avonds eten voor hen klaar, dat dan 's morgens ook verdwenen was zonder dat iemand hen had zien gaan of komen. Toen Hein dit begon te ontzoeten (Zaansch),...
nl.verhalenbank.9132
Zoo diende ik as vrijgezel bij de moeder van Kees de Waart, die nou nog an het daaikent weunt. Ik kwam bij de maid vandeen en gong het gangetje deur, zuid an de stal. Deer zag ik opeens een vrouwmensch zitte dat zoo klagelijk zat te huilen, dat het me deur me toone heengong. Ik riep de vrouw en Kees, dat toe zoo'n opgeschote jonge was. Ze gonge mee, maar...
nl.verhalenbank.8799
Die zelfde man vertelde mij, hoe men te weten is gekomen, dat N.N. een kol was.
Toen ze alle nachten op de paarden van C.H. reed, die op de nu gesloopte oude boerenplaats gewoond heeft, gingen wij op een goeden keer onder het weivat zitten met een kaars bij ons. Toen we hoorden, dat de kol goed aan den gang was, gaven we een trap tegen het weivat; toen...
nl.verhalenbank.9461
Mie Roele kon ook kolle; dat zel uwe wel ders ehoord hebben. Dat ben ze an de weet ekomme toe ze 's nachts op de paarde van Roode Kees Honigh reed; die woonde op de ouwe boereplaas van Jan Wiltenburg, die nou gesloopt is.
Ze gonge onder het waaivat zitten met een kaars. Toen ze hoorde dat de kol an de gang was, gave ze een trap tege het waaivat, dat toe...
nl.verhalenbank.9332
De kraamheer, Jan Lof geheeten, gelooft niet aan die fabeltjes van vroeger, maar dat is hem toch zelf overkomme en wel een keer of zeven achter mekaar.
Hij lag te slapen en toe werd ie wakker en toe was het net of er wat op hem zat, en hij was doodsbenauwd, zoodat het zweet van hem afdroop. Duidelijk voelde nie het bij zijn bienen opkomme en op lest tot...
nl.verhalenbank.9326
Klaboutertjes waren daarentegen goedig van natuur. In den nacht verrichtten zij voor de menschen, in wier huis ze hun intrek hadden genomen, veel nuttigen arbeid. De vrouw des huizes zette dan uit dankbaarheid 's avonds een schoteltje melk voor hen klaar onder den schoorsteen en 's morgens was dat uitgedronken. Zoo was er in Zuiderwoude een boerenplaats,...
nl.verhalenbank.9380
Een molenaar kon geen knechts houden, en wel hierom niet. 's Nachts om twaalf uur begon de molen uit zichzelf te malen en was het een oordeelsleven. Door ondervinding geleerd, besloot hij geen nieuwe knecht aan te nemen. Toch meldde zich op een goeden dag er één aan en bleef zoolang aandringen dat de molenaar besloot het nog maar eens te probeeren.
De...
nl.verhalenbank.8786
Jaren geleden zag iemand te Zuiderwoude op een donkeren avond een witte gedaante op het kerkhof. Dat vertrouwde hij niet. Hij riep dus zijn buren en deze riepen op hun beurt weder andere kennissen, zoodat men ten slotte in grooten getale bij het kerkhof samen kwam; want er op te gaan durfde niemand, daar men duidelijk iets wits zag en dat natuurlijk...
nl.verhalenbank.12422
Mijn Zuiderwouder had zelf het volgende beleefd. Hij was soldaat en bevond zich met meerdere soldaten op wacht. Men verdreef den ledigen tijd met kaartspelen.
Opeens zei één van de soldaten: "Wil ik klaverenboer eens om een flesch genever sturen?"
Men lachte, dacht aan een ui, maar toen hij volhield en bedong dat de man dan een dubbeltje moest bijpassen,...
nl.verhalenbank.8788
Doe't de treinen kommen wienen de tsjoensters fuort.
nl.verhalenbank.33756
Alde Wytse Kosak siet op in joun by de fjûrpot. Doe kamen der allegear soldaetsjes by him en dy marsjearden der fleurich op los. Se waerden ek wer wei.
nl.verhalenbank.36935
Myn man roun ris op in joun nei Feanwâlden nei 't tsjerkhôf ta. In hiele grouwe houn roun mei him op. Dy roun deun by him lâns. Hy hie dy houn noch noait earder sjoen. Dy roan mei nei 't tsjerkhôf ta. Doe't se der oan ta wienen wie er ek samar ynienen wei woarn. 't Wie in houn as in keal.
nl.verhalenbank.38089
Gabe de Haan wie de styfheit fan myn man. Hy libbet noch en is nou 93 jier. Earen wenne hy oan 'e Wâlddyk ûnder Aldwâld. Op in joun soed er mei syn frou to praten.
Doe sei syn frou ynienen: "Sjoch, der komt in keardel oan."
't Wie helder ljochtmoanne waer en Gabe seach de man ek tige dúdlik. Se wienen sahwat tagelyk by de brêge, dy fremde keardel en Gabe...
nl.verhalenbank.36134
Hij gelooft ook dat het thans heerschende mond- en klauwzeer van het vee reeds voorspeld is, en wel in Openbaringen 16:10 of 16 in verband met Exodus 9:9-10A.
nl.verhalenbank.9339