De Gestelsche bokken
Die komen de Blaartensche pap opslokken.
(Sassen M29)
nl.verhalenbank.45252
Eindhoven was vroeger zo arm, dat er van alle huizen maar één een oven had, en naar die ene oven werd de plaats Eenenoven genoemd. Dat is later tot Eindhoven verbasterd.
(Sinn. 1934: 79)
nl.verhalenbank.45087
De Eindhovendse kerktoren
'Men verhaalde mij echter, dat de spits van den tooren, zijnde zeer laag en van eene lelijke bouworde' er op deze wijze is opgekomen: Men vertrouwde den Bouwmeester des toorens niet, om 'er eene behoorlijke spits op te stellen, maar liet 'er hem maar eene kleine kap op zetten, om die daarna weder weg te neemen, en door eenen...
nl.verhalenbank.45083
2a. Pinnestekers
(V.d. Ven, 167)
2b. '... "Maar zeg mij nog: hoe noemt men die van Eindhoven, in Limburg?"
"De pinnemakers," antwoordde Uilenspiegel. "Eens was de vijand vóór de poort hunner stede, en zij grendelden die vast met enen wortel. De ganzen kwamen en begonnen gulzig in de wortel te pikken, en de vijand rukte Eindhoven binnen. Maar ijzeren...
nl.verhalenbank.45082
Eindhovensche snufscheppers (Sassen M19)
De Eindhovensche snuiftabak was in den tijd onzer grootvaders een zeer gewild artikel. Of is het hier, gelijk elders, synoniem met vitters en bedillers?
(Van Miert, 65)
nl.verhalenbank.45081
Op de waterkant in Gestel, dat is in Gestel dat is een onderdeel van de gemeente Eindhoven, kregen drie jongens een appel van een oud vrouwtje. En dat oud vrouwtje zei “ eet ze maar lekker op”. De jongens deden de drie appels in een mandje, toen ze thuiskwamen wilden ze de appels opeten maar ze waren veranderd in drie padden. Natuurlijk was het vrouwtje...
nl.verhalenbank.69613
Toen Woensel nog geen stadsdeel van Eindhoven was maar een zelfstandige gemeente, moet er vroeger een hele vreemde geschiedenis zijn voorgevallen. Ik ga u die geschiedenis vertellen. Daar in Woensel woonde vroeger een flinke jonge kerel die verkering had met een alleraardigst meisje. Ze hielden mirakels veel van elkaar en het was dan ook geen wonder dat...
nl.verhalenbank.70240
Het was midden in de winter. Een boerenzoon in Gestel zag eens een haas aan de boerenkool zitten. Hij nam zijn geweer en schoot maar raakte de haas niet. Het dier nam de benen. De volgende dag zat dezelfde haas weer aan de kool. Weer schoot de boerenzoon op het dier, weer was het mis. Daar moest iets meer achtersten en de buurtbewoners gaven de boerenzoon...
nl.verhalenbank.69729
Toen Blaarthem vroeger nog een zelfstandige gemeente was, stond daar aan de oever van de rivier de Gender, rechts van de straat die tegenwoordig de Kasteelweg heet, een kasteel. Er is nu niets meer van te zien, want de plaats waar vroeger het kasteel stond, is nu een moderne stadswijk geworden.
Oorspronkelijk behoorde dit kasteel toe aan de adellijke...
nl.verhalenbank.49821
Een man uit Best woonde vroeger in een op een hoeve in Acht. Daar beleefde hij eens een eigenaardige geschiedenis. Als het werkvolk ‘s avonds aan tafel zat om te eten was er altijd een knecht bij die halverwege de maaltijd op stond en spoorloos verdween. Iedereen vond dat zonderling en na enkele weken werd overeengekomen hem eens af te loeren en te zien...
nl.verhalenbank.69627
De pastoor kon de wind laten draaien.
nl.verhalenbank.126771
Dat zegge wij nog wel is. Ga effe naar de pastoor om de wind te late draaie.
nl.verhalenbank.126059
Dat was maar een gezegde. "Roep de pastoor maar, die kan de wind laten draaien"
nl.verhalenbank.127594
[De wind laten draaien:] Dat was ok in de volksmond. Maar dat kon alleen
de pastoor.
nl.verhalenbank.126517
Als er brand is, moet je de pastoor roepen, zeggen ze hier in Hekendorp.
nl.verhalenbank.70077
In Cothen was een pastoor, die kon de wind laten draaien. Dat hoor je hier nou nog zeggen: ,,Ga maar naar de pastoor van Cothen, die laat de wind wel draaien''.
nl.verhalenbank.126191
Dat deden ze in Valkenswaard ook, de pastoor kon de wind omzetten.
nl.verhalenbank.126801
Ik heb wel ’s heure vertelle, da pestoor Huygens bé’j braand de wind kos loate drèje. Mar gezien heb ik ’t nooit.
Vgl. Bandopname III, verhaal 17.
nl.verhalenbank.50194
1.27. Heksen en de kwade hand
Langen tijd voor dezen woonde in 'Het Hooghuis' te Woensel, dicht bij de nieuwe kerk, een boer, die tevens brouwer was. Zijn huis was een gezellig rendez-vous voor lieden uit 't dorp, die onder aangenamen kout 'bij den vuurherd' van een potje bier hielden. Vooral in de winteravonden trof men er dan ook steeds gezelschap aan...
nl.verhalenbank.50021
De pastoor van Bergschenhoek, die heb de wind late draaie. Dat was bij een boerderijbrand.
nl.verhalenbank.70546