No. 96. Van de voorste Loo onder Bergeik liep vroeger een voetpad naar den Lagen Berkt, dat, bij een weiland, een eiken heg doorsneed. Daar zat 's nachts, tegen den heg geleund, een vrouw te spinnen. 3)
nl.verhalenbank.46744
2.14 De katten van Bergeik
Bij den molen is eene zekere plaats, waar alle nachten eene vergadering van heksen, in de gedaante van katten, plaats heeft. Op den Heksenberg, eene hoogte onlangs door de eigenaars wat lager gemaakt en met mast bepoot - gelegen noordwaarts het Eind - kwamen ook vroeger zeer vele katten bij elkander.
nl.verhalenbank.50054
In Bergeijk liep vroeger een weg naar de lage Berkt. Naar men vroeger beweerde, en sommige ouden van dagen beweren het nu nog, zat daar 's nachts altijd een heel klein vrouwtje van maar enkele centimeters hoog, tegen een heg geleund. Ze had altijd twee strengen garen om haar hals. Toch zei ze steeds: 'Ik zou naaien als ik garen had.'
nl.verhalenbank.49847
No. 111. Goris Hendriks van Bergeik was met den helm geboren, en daarom zag hij meer dan een gewone sterveling. Wanneer hij 's nachts bij stil weer een spookplaats voorbij ging, dan bogen de berken, zoo diep, dat hun toppen den grond raakten. 3)
nl.verhalenbank.46799
Nu hadden kabouters aan één ding geweldig het land. En dat was wanneer ze bespioneerd werden. Dan werden ze boos en had men geen voorspoed meer van hen te verwachten.
Een boer in Bergeijk had daar heel slechte ervaringen mee opgedaan. De kabouters waren eens op een nacht bij hem aan het werk. De boer wilde wel eens wat van die werkzaamheden zien en kroop...
nl.verhalenbank.49836
No. 131. Op een laten avond keerde Jan Prinsen, die in Eersel woonde, van Bergeik door de Bergerhei naar zijn woonplaats terug. Op een gegeven oogenblik zag hij op de hei vier katten, die poot aan poot dansten en zongen:
"Nichtje heeft een stiklijf aan;
het is gestikt met zijde."
Toen de katten met dat dansen en zingen gedaan hadden, lieten ze onder...
nl.verhalenbank.46836
No. 114. De Hondskling, tusschen de Bergeiksche buurten, het Loo en Hongarije, was een beruchte spookplaats. Omtrent een eeuw geleden gingen drie jongemannen, die op den Lagen Berkt woonden 's nachts eens door de Hondskling, waar ze een vrouw ontmoetten, met een falie, die niets antwoordde op hun vragen. Een der drie kameraden, Cornelis Volders, in 1890...
nl.verhalenbank.46805
[35.30]
Hier in d'n molenakkers, daar waar in mijn jeugd alleen nog maar een molen stond met daar om alleen maar zo ver je kijken kon een zee van korenvelden, daar zie je nu een nieuwe wijk gebouwd. De molen staat er gelukkig nog en die staat zoals meester Panken ook al vermoedde, op een van die ouwe grafheuvels die daar vroeger in de eenzaamheid lagen....
nl.verhalenbank.49067
2.78. Boomen buigen met den top ter aarde
Weinige menschen te Bergeik hebben misschien zooveel lijkstaties, spoken, hekserijen en al wat meer van dien aard zij gezien, dan Goris Hendriks. Dat moet niemand verwonderen, daar hij met eenen helm ter wereld gekomen was. Zulke menschen ontwaren immers soortgelijke dingen, die anderen niet zien, al worden zij...
nl.verhalenbank.50119
2.35. Een vriend der kabouters te Bergeik
Jan van de Vorst was Teut of koopman in menschenhaar in Duitschland en bouwde te Bergeik, waar 't middelste Loo begint en eene geringe woning stond, een goed huis; later hing er, tot over eenige jaren, De Bonte Os uit. Behalve eene herberg enz., oefende hij daarin het landbouwbedrijf uit en hield soms knecht en...
nl.verhalenbank.50076
2.15. De rouw of de lijkstatie
Eens zag Amold van der Meyden te Bergeik, in zekeren nacht aan den schutsboom in 't Eikereind, eenige achtereengaande manspersonen, elk met een zwarten rouwmantel omhangen, door de straat gaan en den weg naar het kerkhof volgen.
Nu liep hij spoedig langs het pad, dat bij den schutsboom begint en bij de kerk uitkomt, om de...
nl.verhalenbank.50055
No. 9. Jan van de Vorst, die teut *) in Duitschland was geweest, bouwde later een herberg te Bergeik; 'n goeje veertig jaar geleden hing daar nog de "Bonte Os" uit. Behalve herbergier was hij ook boer, en hield zelfs meid en knecht. Als die twee al het werk niet afkonden, ging Jan naar de Bergerhei, om de hulp der kabouters in te roepen. De kabouters...
nl.verhalenbank.46541
2.88. Wilde, rebelsche of helsche jacht
Sommige lieden hooren soms geschal, muziek en ander rumoer in de lucht. Als ge bij onweer en storm door een bosch gaat, 's nachts in den donkere of 's morgens eer de zon op is, zoo zult ge dikwijls in 't gewaai van de boomen, boven uw hoofd, of nog al hooger in de lucht, een fel toeten, bassen, smakken, roepen,...
nl.verhalenbank.50130
No. 99. In de eerste helft van de vorige eeuw heeft geen spook zooveel van zich doen spreken, als de spookhond van Bergeik. Meestal vertoonde het dier zich 's nachts tusschen het dorp en de Broekstraat, waar het den voorbijgangers den schrik op het lijf joeg.
Op zekeren nacht kwam iemand langs de Zandkuilen, waar sinds jaren een eikenbosch staat. Daar...
nl.verhalenbank.46749
2.61. Spokerijen aan de Hondskling te Bergeik
Er zijn weinig plaatsen in deze landstreek bekend, die altijd wegens spoken en andere verschijningen zoo zeer gevreesd worden dan eene streek gronds, de Hondsklink of Hondskling genaamd, tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarië. Omtrent eene eeuw geleden, gingen drie jongelingen, op den lagen...
nl.verhalenbank.50102
2.63. Spokerijen op eenen molen
Gedurig werd een mulder, wanneer hij des avonds of in den nacht zijnen molen bemaalde, door heksen in kattengedaante geplaagd, en wel zoo erg, dat hij noch zijn knecht nauwelijks in den molen durfden verblijven. De molenaar vertelde dit geval eens aan een armen rondreizenden molengast (een zoogenaamde hegmulder), die zich...
nl.verhalenbank.50104
2.64. Een spokende hond te Bergeik
Geen spook te Bergeik schijnt in de eerste helft dezer eeuw zoo menigmaal ontmoet te zijn dan dat hetwelk tusschen het dorp en de Broekstraat, ofwel noordwaarts dit gehucht aan het binnenpad, des nachts de voorbijgangers verschrikte. Moeste ik al de gevallen hiervan meedeelen, dan zou ik gewis al te lang zijn. Daarom...
nl.verhalenbank.50105
2.19. De kaboutermannekens te Bergeik
In het midden der vorige eeuw woonden er nog Kaboutermannekens op enkele plaatsen te Bergeik. Niet verre noordwaarts den molen ligt een regelmatige heuvel, de Kattenberg geheeten, waarop in vorige tijden ook de vergaderingen en danspartijen der katten gehouden werden. Dezen heuvel hadden de Kaboutermannekens met holen...
nl.verhalenbank.50059
2.4. De vrouw met de gloeiende oogen
Tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarije ligt eene streek gronds, die den naam draagt van Hondsklink of Hondskling. Er zijn weinig plaatsen in Kempenland, waar voorheen. zooveel spokerijen en verschijningen plaatsvonden als juist op dien Hondskling. Ziehier het verhaal van een der vele vreemde dingen, die...
nl.verhalenbank.50044
Een tweehonderdvijftig jaar geleden woonde er in Oost-Brabant een man die herbergier was en een herberg had die 'De Bonte Os' heette. Hij was niet alleen herbergier, maar ook nog zo'n beetje boer en hield er zelfs een knecht en een meid op na. Als deze nu het werk van de dag niet af hadden kunnen krijgen, ging de herbergier naar de heide om de hulp van de...
nl.verhalenbank.49831