5,761 datasets found
Dutch Keywords: lopen Narrator Gender: female Place of Narration: Bergeijk
2.55. Een dansende haas Op eenen avond ging een man in 't Eind wonende, door den weg van de Broekstraat naar 't dorp te Bergeik. Eensklaps staat een haas tegenover hem in de straat, op zijne achterste pooten te dansen en te springen. De man joeg hem met zijnen stok weg; doch heeft dit nog tweemaal gedaan, want de haas herhaalde even dikwijls zijne grap....
nl.verhalenbank.50093
2.15. De rouw of de lijkstatie Eens zag Amold van der Meyden te Bergeik, in zekeren nacht aan den schutsboom in 't Eikereind, eenige achtereengaande manspersonen, elk met een zwarten rouwmantel omhangen, door de straat gaan en den weg naar het kerkhof volgen. Nu liep hij spoedig langs het pad, dat bij den schutsboom begint en bij de kerk uitkomt, om de...
nl.verhalenbank.50055
2.88. Wilde, rebelsche of helsche jacht Sommige lieden hooren soms geschal, muziek en ander rumoer in de lucht. Als ge bij onweer en storm door een bosch gaat, 's nachts in den donkere of 's morgens eer de zon op is, zoo zult ge dikwijls in 't gewaai van de boomen, boven uw hoofd, of nog al hooger in de lucht, een fel toeten, bassen, smakken, roepen,...
nl.verhalenbank.50130
2.62. Het spinnende spook te Bergeik Van het voorste Loo placht, nog kort geleden, een voetpad naar den lagen Berkt te geleiden, waar het, bij een weiland, eenen eikenwal of eene hegge doorsneed. Op dit punt moet het vreeselijk gespookt hebben, want zeer velen konden deze plek niet voorbij, zonder beweging of vreemdsoortig geluid van heksen en geesten te...
nl.verhalenbank.50103
2.61. Spokerijen aan de Hondskling te Bergeik Er zijn weinig plaatsen in deze landstreek bekend, die altijd wegens spoken en andere verschijningen zoo zeer gevreesd worden dan eene streek gronds, de Hondsklink of Hondskling genaamd, tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarië. Omtrent eene eeuw geleden, gingen drie jongelingen, op den lagen...
nl.verhalenbank.50102
2.90. De katten met de bokaal Op een laten avond keerde eens Jan Prinsen, een moedig man, die in een gehucht van Eersel woonde, van Bergeik door de Bergerheide naar zijne woonplaats terug. Op een gegeven oogenblik ontwaarde hij in die heide vier katten, die daar poot aan poot dansten en zongen. Duidelijk hoorde hij haar herhaaldelijk de woorden zingen:...
nl.verhalenbank.50150
2.60. Een gedrocht zonder kop en pooten Jan Hurkmans te Bergeik, die sinds eene reeks van jaren altijd gedienstig is om het vee van verschillende kwalen en ongemakken te genezen en die vooral om deze reden gedurig dag en nacht op weg is, verklaart altijd nooit zoo ontsteld te zijn geweest, dan toen hij op zekeren avond ten 9 uren, omstreeks het jaar 1840...
nl.verhalenbank.50101
2.4. De vrouw met de gloeiende oogen Tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarije ligt eene streek gronds, die den naam draagt van Hondsklink of Hondskling. Er zijn weinig plaatsen in Kempenland, waar voorheen. zooveel spokerijen en verschijningen plaatsvonden als juist op dien Hondskling. Ziehier het verhaal van een der vele vreemde dingen, die...
nl.verhalenbank.50044
2.76. Eene heks en een mol Van de kermis van Klein-Breugel naar Westerhoven terugkeerende, kwam J. Verkooien eens langs een gehucht van Neerpelt, toen eene vrouw hem naderde en hem vroeg of hij van Klein-Breugel kermis kwam. Hij wist dat die vrouw voor eene heks bekend stond, verschrikte en ging zijns weegs, zonder nauwelijks te antwoorden. Pas eenige...
nl.verhalenbank.50117
Ik ha wolris heard dat hjir pleachbeesten west ha, dy't yn 'e nacht mei de minsken oproannen.
nl.verhalenbank.24070
Myn man roun ris op in joun nei Feanwâlden nei 't tsjerkhôf ta. In hiele grouwe houn roun mei him op. Dy roun deun by him lâns. Hy hie dy houn noch noait earder sjoen. Dy roan mei nei 't tsjerkhôf ta. Doe't se der oan ta wienen wie er ek samar ynienen wei woarn. 't Wie in houn as in keal.
nl.verhalenbank.38089
Men mat noait midden op 'e wei rinne. Dan kin men samar oan kant reage wurde. Hwant dan rinne je yn 'e wei. Der kin in lykstaesje wêze.
nl.verhalenbank.19513
2.83. De hardlooper te Eersel Lenaard Vervest, op het gehucht Heestert te Eersel woonachtig en aldaar in 18** overleden, bezat het vermogen om verbazend spoedig en lang achtereen te kunnen gaan of loopen, waarom hij dan ook den naam van hardlooper droeg. Omtrent 50 jaar geleden, ging hij eens, met het voornemen om ossen te koopen, naar de merkt te...
nl.verhalenbank.50124
2.56. Haas en vrouw te Valkenswaard Eens kwam de gilde en veel volk uit de kerk in het dorp terug, toen ze eenen haas zagen loopen, dien zij seffens achtervolgden. In zijnen angst sprong hij over den grooten nog bestaanden kuil of vest, bij het thans afgebroken raadhuis. De haas vluchtte buiten de dorpskom in de akkers, alwaar hij in het graan verdween....
nl.verhalenbank.50097
Men mat by nacht noait midden op 'e wei rinne, hwant se kinne jin twinge oan kant to gean. En dat is net sa noflik.
nl.verhalenbank.29619
Op 't Bûtenfjild wie 't froeger allegearre wetter. Doe sei Jehannes ris op in kear: "Dêr komt in dyk en in brêge. Ik sjoch de skiep oer de brêge rinnen." Tsien jier letter is dêr in dyk kaem en ek in brêge. Hy hie 't wol goed sjoen.
nl.verhalenbank.38267
Dy't by nacht midden op 'e wei roan, koe samar oan kant set wurde. Wy waerden froeger altyd warskôge: rin noait midden op 'e wei.
nl.verhalenbank.24071
Geane de guozzen 11 novimber troch de iisskossen, dan geane se krysttiids troch 't slyk.
nl.verhalenbank.12304
Hjir op 'e Wâl rint in fôlle mei in brijpot om 'e hals, wurdt der sein. Mar ik ha him noait sjoen.
nl.verhalenbank.38173
M: Kent u dan mensen die niet onder een ladder door durven lopen ofzo? A: Nee die zijn me niet bekend maar het is wel bekend dat je nooit onder een ladder moet doorlopen maar dat is onzin.
nl.verhalenbank.44480