De weerwolf van Blitterswijck
Ook in Limburgsche sagen treden meermalen weerwolven op. Zoo leefde er vroeger een te Blitterswijck. Als de klok van den kerktoren het uur van middernacht sloeg, dan zorgden de bewoners van Blitterswijck binnenshuis te wezen, want wie nog buiten was kon het slecht vergaan. Immers dan begon de weerwolf zijn gang door bosch en...
nl.verhalenbank.49522
DE HOND DIE GEEN HOND WAS
Er was eens een schipper en die voer met zijn schip over zee en toen verging het schip en hij kwam op een stuk hout aan land drijven. Hij was droevig, dat hij zijn schip verloren had en toen kwam daar een zwarte hond bij hem en die vroeg hem, wat hem scheelde.
- Och, je kunt me toch niet helpen, zei de schipper, maar de hond...
nl.verhalenbank.45764
Hij lijkt als een Katwijker schelvisch op een Geertruidenberger steur.
(Harr. III, LXXXVI)
De Berger Steur
Den Kamper steur kent ieder; maar de St. Geertruidenbergers hebben ook eens, en wel op een Oudejaarsdag, naar een nooit gevonden steur gevischt. 't Was in een der laatste jaren van de zeventiende eeuw, dat er op de markt verkocht waren 40.000...
nl.verhalenbank.45228
6.1. Casteren, 1560
Een boer, die vijf jaar ziekelijk was geweest, raadpleegde iemand (een duivelsbanner?), die hem zei, dat hij betooverd was. De schuldige zou 's anderen daags iets uit zijn huis komen vragen; dit moest hij weigeren; – daarna iets uit zijn tuin, en dit moest hij 'om Godswil' geven. Toen er nu werkelijk een oude vrouw iets kwam vragen,...
nl.verhalenbank.44462
Duivelssagen
DE WREKER
Te Maastricht woonde een man, die 's nachts tusschen twaalf en éên uur een bezetene scheen te zijn. Had hij tegen dat uur nog vrienden bij zich, dan ging hij al in een hoek van de kamer of tegen den muur staan en riep: ,,Ga weg, in Gods naam, ga weg! Want zoo aanstonds moet ik mij wreken, al is het op mijn besten vriend"
Een paar...
nl.verhalenbank.42776
Kamper Steur
Hoelang het is geleden — het was zeker nog in de dagen vóór Olim — weet zelfs geen geschiedkundige met zekerheid te bepalen. De stad Kampen bestond alreeds
— ook heerschte er een burgemeester, die bijgestaan werd in zijn moeilijke taak door een vroedschap. Daarenboven woonde er een zeer bekwame kok, die het roosteren en stoven en smoren, het...
nl.verhalenbank.42210
Schatsagen
't Was een vreemde hoef, waar Wulm Biersteker als vaste arbeider werkte. Al sinds onheugelijke tijden hoorde je er 's nachts getik en geritsel. of het uit de muur kwam of uit de kinderbalken, waarop de zolder rustte, kon niemand vertellen. De boer en de boerin vooral hoorden 't vaak, doordat hun bedstede tegen die klopmuur aanstond. 't Was de...
nl.verhalenbank.38983
Ossaart
Iemand, die laat uit De Kauter 1) terug kwam, zag naast een hooge eik op den hoek van een kruisweg een man staan, zoo groot, dat zijn hoofd nog boven de kruin van den eik uitstak. Hij was nog geen halve mijl van huis, maar schrok zoo vreeselijk, dat hij omkeerde en een omweg van wel anderhalf uur maakte, om het spook, dat niemand minder dan...
nl.verhalenbank.38958
DE MAASLANDSE HEKSEN
Er waren vroeger in Maasland zoveel heksen, dat wanneer men een bos stro in het midden van het dorp plaatste en elke heks er een strootje van nam, men dan nog stro te kort kwam. Soms, in de nachtelijke uren, voerden ze midden in Maasland een rondedans uit.
Vaak ontmoette men onderweg een witte kat of een zwarte kater. Die dieren...
nl.verhalenbank.32573
Tusken Hijum en Finkum leit de Iestdyk. Hjir wei yn 't earste hûs wenne in húshâlding mei in jonge.
Dy jonge neamden se altyd Wâtse Klop, mar hy hiet fan Wâtse Stienstra.
Op in kear wie dy jonge yn Hallum. Dêr haldde in âlde frou him oan en dat âld minske joech dy jonge in koekje. Hja sei, de jonge moest dat koekje allinne opite. Dat die dy jonge ek.
Mar...
nl.verhalenbank.30113
3.137.
Lang geleden werd op het eenige vette plekje van Bakel n.l. in den tuin van den pastoor een mol gevangen. Niemand echter in heel Bakel had ooit zulk een dier gezien en het bericht zijner verschijning verwekte algemeene schrik en ontzetting. In allerijl werd de Gemeenteraad bijeengeroepen en aan de inmiddels saamgekomen leden het ondier vertoond....
nl.verhalenbank.50392
3.20.
Een jager te N. had gehoord van een buitengewoon grooten haas, die eIken nacht in de 'P ... velder' te zien was en onder de stroopers schotvrij heette; niemand kon hem raken. De jager besloot op een nacht de wacht te houden om te zien, wat er waarheid was van hetgeen hij als een sprookje beschouwde. Een uur vóór middernacht ter plaatse gekomen,...
nl.verhalenbank.50265
No. 330. De Iepersche bisschop Martinus Rythovius, omtrent het jaar 1512 te Riethoven geboren, is in 's lands geschiedenis bekend als de biechtvader, die de graven Egmond en Hoorne in hun laatste oogenblikken bijstond.
In zijn geboorteplaats wordt zijn nagedachtenis bijzonder gezegend. Geen dorpskind is er, dat zijn geboortehuis in het gehucht Walik niet...
nl.verhalenbank.48397
DE SCHAT BIJ DE GEULBRUG.
Aan Genhout, een bosch tusschen Meerssenhoven en Haarteistein op de grens der gemeenten Itteren en Bunde, lag vroeger een voetbruggetje over de Geul, dat ieder jaar door de overstrooming van de Maas werd weggespoeld.
Op zekeren nacht was er een strooper uit Bunde daar in den omtrek aan het jagen. Het was winter, de sneeuw lag nog...
nl.verhalenbank.42883
107
FOSTEDINA EN DE GOUDEN KAP.
In oude tijden, toen de landen met dichte bosschen bedekt waren, en beren en wolven een voortdurend gevaar voor de bewoners opleverden, waren er geen kerken in Friesland. Het volk aanbad vele goden; onder dezen was het de god der gerechtigheid, genaamd Fosete, die bovenal door het volk werd vereerd. De bladeren van zijn...
nl.verhalenbank.72449
Blauwe Gerrit
In een bos woonde een plaaggeest. Hij heette Blauwe Gerrit en men wist niet, waaruit hij bestond. De ene keer was hij lucht, de andere keer zou je zweren, dat hij van vlees en bloed was. Hij kon zich licht als een veertje op je neerlaten, maar hij kon ook met zo'n gewicht op je drukken, dat je je niet meer kon verroeren. Hij was overal en...
nl.verhalenbank.9506
De Mepsge van Faan.
De heer de Mepsge van Faan verborg in zijn jongelingstijd zijn wreeden aard. Toen hij nog als kind met kinderen speelde, leek het, of hij een weekelijke ziel bezat; al te makkelijk sprongen hem de tranen uit de oogen, en wanneer zijn vriendjes een onbarmhartig spel bedreven met kikvorsch, meikever, vlinder, of vogel, zag hij wel toe,...
nl.verhalenbank.42028
1200 ¶ Het xvi. capittel.
"Mijn vriendinnen, voer mijn slot ic u seggen moet een wonderlick
secreet, also vast naket den heiligen sondach, dat luttel
luyden weten. Ick segghe u dat die oyvaders, die hier comen
tsomers, ende des winters weder keeren in haer lant, dwelc is
1205 biden berghe van Synay, sijn in haer lant creaturen als wij...
nl.verhalenbank.29128
Greta van Limburg
Hertog Otsen van Limburg ging eens op jacht. Zijn dochter Greta vergezelde hem. Na het uitrijden van den stoet bemerkte de hertogin pas, dat het kind met haar vader mee was. Hierover bedroefde zij zich, want zij had een voorgevoel, dat het meisje een ongeluk bedreigde.
De hertog jaagde in het bosch. Opeens zag hij een mooi forsch hert,...
nl.verhalenbank.49524