Organizations
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
[Toverkunsten:] Dan hadden ze een kind een snoepie gegeven en dan werd 't een pad!
Sommigen kunnen heksen, 't zijn meestal kinderen die behekst worden. Als zo'n vrouw bij een schipper de plank oploopt, en daar is een kruis onder, dan kan ze niet op 't schip komen. Dan blijft ze er buiten.
Bij ons in de buurt was een ziek. 't Was een boerin. Die werd maar niet beter. Toen zei een buurvrouw van ons tegen haar: "Je moet naar de kwakzalver toe." Die man dat was een duivelbanner. Daar gingen ze heen. Toen zei die duivelbanner: "Je bent betoverd. En als je wilt weten wie het gedaan heeft, dan moet je morgen de kant naar de Ried uit lopen. "Die...
Een kind was erg lastig. Toen zegt de buurvrouw: "Dat kind is behekst". As d'r een kind betoverd was, dan moeste ze 't water van het kind koke, dan zage ze de toverheks bij de deur.
Een vrouw uit Soesterberg had geen geld meer in huis om brood voor haar kinderen te kopen. Ze maakte zich klaar om naar Utrecht te gaan om daar te gaan schooien.
Ze was de kerk te Soesterberg gepasseerd, toen ontmoette ze een vrouw. Die zei tegen haar: "Hè je geen brood voor je kinderen?"
"Nee," zei ze, "en ik heb ook geen geld om het te kopen." En die...
Dat verhaal heb ik ook wel gehoord, zeventig, tachtig jaar geleden, dat er iemand betoverd was. D'r werd een kind ziek hier, de oorzaak was niet bekend. Toen woonde d'r in Gorkum een toverdokter. Ze kwamme bij die man. "Die en die is de schuldige". Dat was een alleenwonende vrouw. Maar wat ik weet, hebbe ze die vrouw geen kwaad gedaan. 't Is gebleve zo 't...
Toen was ik een kind. Toen had je in Gorkom de toverdokter. Ze krege daar de recepte om van de toverij verlost te worde. Dat was een oud ventje.
Heksenmeester, die te laat ontboden wordt, kan geen hulp meer bieden
Bij ons in de buurt was een meisje plots ziek geworden. De eerste dag dachten ze dat het wel weer zou beteren, maar toen de koorts begon op te lopen, lieten ze de dokter komen. Die zei echter dat het niet zijn gebied was en dat ze beter de heksenmeester zouden laten komen. Dat hebben ze...
Hil Mud wenne op 'e Sumarre Tike. Dy gong ek foar in tsjoenster troch. Dy mat ek wol bern bitsjoend ha.
nl.verhalenbank.21182
Alde Gjert Iebeler oan 'e Folgerster Loane wie in tsjoenster. Dêr wienen wy as bern bang foar.
Mijn moeder had een klein meisje, dat heette Martsje. 't Was mijn oudste zuster. Toen ze zes jaar oud was kreeg ze zetten. Er woonde toen een vrouw in Dokkum, die werd er altijd van verdacht dat se kinderen betoverde.
Wij woonden aan het Hellingpad. Op een keer kwam die oude vrouw er weer aan. Moeder houdt haar direkt aan en die spreekt taal tegen haar....
Naar aanleiding van sprookje 119, bladzijde 193 van de overdrukken uit Volkskunde kan ik u mededeelen dat het gooien van een slot op den mond ook aan de Zaan bekend is. De heeren Veldhuize en Evert Smit stonden daarvoor in een kwaden reuk. Ook werden wij als kinderen gewaarschuwd om bij straatkunstenaars op de kermis niet te zeer naar voren te dringen,...
BETOVERDE KINDEREN
In de zestiende eeuw waren de kinderen uit een gezin dat in de Sint Nicolaassteeg te Amsterdam woonde betoverd. Een buurman gaf de ouders toen de raad om eiken spaanders te koken in water dat was geput vanaf een brug waarop een kruisbeeld stond. Dan zou de toveres gedwongen zijn om te komen en de kinderen weer gezond te maken. De ouders...
HET KIND IN DE STOOF
In Uitdam vertelde men dat er op het eiland Urk, waar zo veel heksen wonen, een kind van twee en-een-half jaar zoek was. Wanhopig liep de moeder het eiland rond, maar ze kon het kind niet vinden. Erg bedroefd keerde ze naar huis terug en daar zat het kind bij de tafel. "Waar ben je al die tijd geweest, liefie?" vroeg ze. "In de stoof,...
Hjir yn Drachten wie us in faem, dy hat him útlake.
Doe hat er dy faem ûnder 't dânsjen bifalle litten.
It bern is har ûnder 'e rokken weifallen.
As Alle Tet der oan kom setten wy as bern altyd in krús op 'e wei mei de klomp. Wy tochten, dat se dêr net oerhinne komme koe.
As Durke Hylk der oan kaem, setten wy as bern gau mei de klomp in krús op 't paed, dan koe se ús neat dwaen.
As in tsjoenster in bern in apel of sa joech en it bern iet dy op, dan krige it in pod of in slak yn 't liif.
Marij dy hat har eigen bern Bet bitsjoend. Marij stuts harsels nou en dan yn 'e side. As se dat die, dan raesde Bet it út fan 'e pine.