Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
65 datasets found
Organizations: Meertens Institute Dutch Keywords: dwaallichtjes
It Bûtenfjild, dat wie froeger allegearre sompe en wetter. It lei achter Feanwâldsterwâl. As jy dêr op it hynder trochhinne rieden seagen jy dêr by jountiid de dwaelljochtsjes (wylde lantearnen). As jy dy ljochtsjes folgen, dan gongen jy ûnherroepelik it moeras yn en seagen se jin net wer. 't Wie de duvel dy't jin dêr hinne lokke.
nl.verhalenbank.31012
[Stalkaarsen:] Dat zijn vuurwormen. Dat betekent slecht weer op komst.
nl.verhalenbank.125615
Vroeger werd er hier vaak gesproken over dwaallichtjes. Die zagen ze boven het land. Ze waren er bang van. Je kreeg dan de raad een witte zakdoek op de grond te leggen. Dan werden er vijf gaatjes ingebrand, net als in een stoof. Op die manier konden ze je geen kwaad doen.
nl.verhalenbank.57778
Dwaallichtjes D'r zèn ook heel wa verhale bekend in 't moeras en de hei tussen de Goolse brier en Hilverenbeek over dwaallichjes, die er mense meelokte um zich te late dope en op die menier moeten 'r nogal wa mense in 't moeras omgekome zèn.
nl.verhalenbank.41640
M'n vaoder was as jonge bij 'n oom, op een afgelege boerderij, daar zag ie die lichies ok. Misschien van die glimworme. Dwaallichies die dwaalden door 't veld.
nl.verhalenbank.125561
D'r kwam hier vroeger een ouwe schoenevrouw uit Kaatsheuvel, een hele grote mand op d'r rug. En dan zage ze de dwaallichies. Dwaallichies zag ie op 't water. Dan zee ze: "Dat zijn verlore schape".
nl.verhalenbank.125548
Vroeger waren ’r minse, die on dwoaslichte geleufde. Ze zèje, dat ’t kleine lichjes ware, die over ’t woater zweefde. ’t Ware de ziele van ongedöpte kiender. De minse kosse ze nooit kriege.
nl.verhalenbank.50216
[Stalkaarsen:] Da ware kindere, die gestorve ware en nie gedoopt. Nagaan da konde niet, dan ware ze weg. Ze ware in 't heel lage land, waar 't erg moerassig was.
nl.verhalenbank.125665
As ze dan zate te roeie, dat volgde de boot, da ware dwaallichte. Da ware ongedoopte kindere.
nl.verhalenbank.126768
Dwoaslichjes ware kleine lichjes, die soaves rondzweefde. De minsen zage ze gewoonlijk wiedaf. Ze zèje wel, dat ’t de ziele ware van ongedöpte kiender. Mar ik geleuf er niks van.
nl.verhalenbank.50304
Man redt een zieltje door het dwaallichtje te dopen Dwaallichtjes heb ik zelf vaak gezien en je moest daarmee oppassen. Je mocht er nooit naar wenken, want dan schoten ze op je af. Ik heb wel eens een zieltje kunnen verlossen toen ik riep: 'Ik doop je alleen.' Het lichtje schoot omhoog en was dan plots verdwenen.
nl.verhalenbank.35763
Dwaallichtjes D'r waore hier vruuger ok wel dwaolligjes, van ongedopte kiendjes, zegge ze. Hier noemde ze die ok dik vuurworrume. Die zaote altij in de hei.
nl.verhalenbank.41550
Dwaallichtjes zijn de zieltjes van ongedoopte kinderen.
nl.verhalenbank.34681
Zoo zouden dwaallichtjes (in Walcheren, Z[uid]-Beverland en Tholen stalkaarsen geheeten, doch zelden voorkomende!) zieltjes van jonggestorven kinderen zijn. (Dit geloof schijnt o.a. onder Serooskerke in Walcheren nu nog niet geheel verdwenen!)
nl.verhalenbank.34726
Een dwaallicht dat is een zonderling.
nl.verhalenbank.70549
Hindrik Houwink wenne op 'e Lânsbuorren yn Sumar. Hy sei: "Doe't de fytsen der noch net wienen, seach ik de ljochtsjes fan 'e lampen al. 't Wienen wylde lantearnens."
nl.verhalenbank.19716
Daar werd ook van verteld en je heb van die mense, die zegge, dat ze dat zelf hebben gezien. Dan ginge ze 's aves naar 't land of ze ginge 's morges vroeg de paarde hale en dan ginge de stalkaarse op 't oor van 't paard zitten.
nl.verhalenbank.125702
M'n grootje vertelde me, dat ze op een avond, bij die boer waar ze werkte in Lopik gingen melken en toen zagen ze allemaal lichtjes boven het water van de wetering. Dat waren dwaallichtjes. Ze vielen neer op de schouwen ze dansten boven het water. M'n grootje maakte gauw een kruisje, toen waren ze weer weg.
nl.verhalenbank.50658
Dwaallichtjes Dwaallichtjes moeten 'r wel in de hei in Helvoirt zijn geweest. Ze zeie dat 't zieltjes van ongedoopte kindjes ware. Volgens mij ware 't meer verhale voor de kindere. Er werd ook van verteld, dat 't engeltjes met lichtjes ware, die kwame om te kijke wie zoet ware, maar ook de duivel kwam met die lichtjes om ze weg te hale as ze stout ware...
nl.verhalenbank.41581
Mijn vader was vroeger molenaar op een wipmolen in Vlist (1). Je kon bij ons vandaan tot in Hoenkoop kijken. Mijn vader vertelde wel, dat je de dwaallichtjes 's avonds kon zien aankomen uit de verte over het vlakke land. 't Beurde ook wel eens als de molen stilstond, dat die dwaallichtjes bleven staan op de punten van de molenwieken, op de punten van de...
nl.verhalenbank.50615
1