Organizations
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
Bij §2e, Aant. 1940, fol. 18I: „Miss Mary”- Maria Rooyakker-, van een Nederlandse nationaliteit, gehuwd met een Welshman, reisleidster en omstreeks zeven jaar wonend te St. Peter Port, zegt dat het geloof in kabouters op Guernsey vrij algemeen is. Men spreekt er echter niet of nauwelijks over en zeker niet met vreemdelingen, met buitenstaanders. Men meent...
nl.verhalenbank.48557
Dit heb k zulf mitmoakt.
Jan B. was n onverschillige vent; hai wol naarns van waitn.
Moar op n dag mos e toch erkennen, dat dr wat bestait.
Op Taange brandde een huus op. Ale bomen in de buurt verschroeiden nog; takn e n bloarn warren allemoal zwaart. Moar nou kump t wonder.
In ain van de bomen zat n eeksternust. Zo'n nust wil ja meroakel brannen. En dat...
nl.verhalenbank.43615
Sytse van der Lei en Ealse Kooistra wienen togearre yn tsjinst. Se hienen beide forkearing. Ealse hie forkearing mei in nicht fan my. Hy mocht graech in buorrel. Op in kear soenen se togearre my forlof nei hûs ta. De jouns stutsen se oan. Ealse hie fiersto folle hawn. Hy die 't mâl en sei 't raer op. It gong op in razen en roppen en healwiizjen. "As der...
nl.verhalenbank.37802
In famyljelid fan heit hat us mei in pleachbeest to meitsjen hawn. Dy moest nei Kûkherne ta. Dat wie in hiel ein rinnen. Hy siet by minsken en dêr hienen se 't oer in pleachbeest. Hy sei: "'t Bistiet net, dat der pleachbeesten binne." Mar de oaren hâldden fol fan wòl. Hy sei: "As se der dan binne, hoop ik jounich ien to sjen."
Sa rekke er fuort. Hy hie...
nl.verhalenbank.19321
5.3. Heks betrapt
't Hee vruger wel is gewist: da was ne zekeren Dietvors. Dien is meer as honderd jaar dood. Da was nen boer.
Nauw komt 's morgens de knecht in de stal. Hij zegt: 'Boer, wie heet er met da peerd weggewist?' Da was helemaal nat van 't zweten: 't water sting op den buik. 'Geen mens!' zeg den boer. 'Kijk is hier: 't schuim staat er op'.
Nauw...
nl.verhalenbank.44346
De menschen en de zee
In Namen daar weunde -n 'nen boer in die aai op zien 'of 'nen stêênput. Zijnen jongen mocht 's water gaan putten, in ij'aalden mee den aker 'nen levenden jèrik 1) boven. IJ verschrokt-er van in ij gong et aan zijn vader vertellen.
Die kwam ôôk 's kijken, in ij proefde-n 's van 't water, in 't was êêlegans zout. Den boer vertelden 't...
nl.verhalenbank.39186
Toen de R.K.-kerk te Bathmen nog niet stond, werden ook de R.C. op de Protest. Kerk begraven. Zij werden vóór zij in het graf werden gelaten, drie maal om de kerk gedragen.
Vroeger luidde men niet alleen te 12 uur, maar ook 's avonds om 9. Het volk zei toen: Dan was de engel in den toren.
nl.verhalenbank.39623
De kraamheer is, zooals ik reeds zei, niet bijgeloovig. Hij gelooft onder andere niet, dat met den dood alles uit is, maar wel dat er van die dwaalgeesten benne die je het een of ander kenne bakken.
(J. Lof)
nl.verhalenbank.9338
Bij §1, Aant. 1946, fol. 9b: Mevr. H.S. van de Pol-Veldstra zegt er van overtuigd te zijn dat kabouters werkelijk bestaan, zulks op grond van „het feit”, dat haar –inmiddels overleden- moeder „de gave had” deze aardgeesten op bepaalde plaatsen te zien, en zelfs contact met hen te hebben. Moeder vertelde daar wel over, zij het alleen wanneer zeer...
nl.verhalenbank.48569
Edze-om wie mem har jongste broer, dy is yn Limburch forstoarn. Dy hearde fan tofoaren al de lûden fan 'e auto's en de fleanmesines. Ek seach er ljochtsjes fan 'e tram. Dat is allegear neikom.
nl.verhalenbank.32821
Nogmaals uit de mond der ouden:
Het zou gebeurd zijn dat iemand in gezelschap van anderen, zo erg zou hebben gevloekt en daarbij als het ware God hebben gelasterd en gehoond, op weg naar huis, des anderen morgens dood werd aangetroffen. Het hoofd was dan omgedraaid en meer buitensporigheid zag men dan aan het lijk. Een gevecht met Satan zou dan hebben...
nl.verhalenbank.14777
§2e, fol. 2a. Een dochter van „de heer W.”, werkzaam bij het Ministerie van Justitie te Den Haag, vertelde mij dat haar vader, wanneer „het occulte” ter sprake komt, altijd zegt: „wij weten niets, of hoogstens maar héél weinig van die duistere dingen”. Bestaat het gezelschap uit „erg vertrouwde relaties”, dan vertelt hij wel eens, dat hij vóór de oorlog...
nl.verhalenbank.48578
Toevoegen aan §4, fol. 466 II (1951): Harmen van Eck – 31 jaar oud, fotograaf, gehuwd, 2 kinderen- is de jongste van de twee zoons, geboren uit het huwelijk van „Mevr. N.v.E.- S.”. De verhouding tussen hem en zijn moeder wordt uitstekend genoemd, hartelijk en vertrouwelijk. Zijn vader, die een antiquariaat bezat en dreef, is omstreeks zes jaar geleden...
nl.verhalenbank.48544
Aant. 1939, §6, fol. 46d: Mevr. de wed. B.J. Hedeman vertelt dat een oudoom van haar overleden echtgenoot als bejaard man wel aan hem zeer na staande verwanten vertelde, dat hij in zijn leven, wanneer hij op jacht was, meermalen kabouters had gezien, „kleine ventjes”, „één of anderhalve voet hoog”, die zich „in het struweel” ophielden. Mevr. Hedeman...
nl.verhalenbank.48587
Aanvulling no. I bij Aant. 1949, fol. 440: [Maria van der Lijn. + [Gestorven] 1912] ,, De aardgeest - door M. v.d. L. ook wel kabouter genoemd - kán spreken, maar doet dat zelden. Zo hij spreekt, gebruikt hij de landstaal, zelfs wel het plaatselijk dialect. Vaker bootst de kabouter -veelal uit plaagzucht- bepaalde -de mens misleidende- (natuur)geluiden...
nl.verhalenbank.48593
Gerke Veenstra wenne yn 'e Houtigehage. Op in kear wied er mei syn earste wiif to jounpraten nei Sjoerd en Gep, dy't èk yn 'e Houtigehage wennen. Gerke wie in man dy koe 't neat skele hwat er sei. Hy leaude oan God noch syn gebot en hy dreau oeral de spot mei. Dat gong dy jouns ek al wer sa.
It praet gong oer spoekjen en oer de duvel en Gerke flokte der...
nl.verhalenbank.32834
Bij Aant. 1949, fol. 344c: Gradus van de Pol, 59 jaar (zie ook Aant. 1948, §7, fol. 322), zegt „sinds zijn volwassenheid” kabouters te zien, „wel tien of twaalf keer per jaar”. Hij is invalide, heeft „allerlei rugklachten” en ontvangt een invaliditeitsuitkering waarvan hij als weduwnaar „best kan bestaan”. Buitendien handelt hij - „dat is zijn...
nl.verhalenbank.48591
Wagens
VD Berg (Godsd. feesten), sprekende over de godenwagens zegt, 'dat er nog verscheidene sprookjes van zoodanige wagens bestaan in Drenthe en Groningen'. Maar in Limburg niet? Ten minste te Blitterswijck, getuigde men voor jaren, dat nabij de St. Anna-Kapel op den weg naar Meerlo, ter plaatse, weer thans het protestantsch pastoreel huis staat,...
nl.verhalenbank.35547
Aant. 1949, fol. 5, aanvulling no II: De windwijzer op het dak van ,,boer Berend Schelfhorst", bij diens verhaal over kabouters. De echtgenote zegt: ,,Berend wéét dat kabouters bestaan, hij ziet ze dikwijls en ze geven hem vaak goede raad." ,,Boer Berend" is van mening dat levende paarden ,,een stuk natuur" zijn en kabouters ,,beminnen alles wat...
nl.verhalenbank.48619
Mevr.N.: Moust nait zegn jong, dat er niks bestait. Mien moeke (ze woonde in Onstwedde) luip es n keer mit mien grootmoe over de haide en dou kwamen ze n hail grode hond teegn. Mien grootmoe zee: “Goa vot duvel”. En weg was t ding west. Was dat nou wat of nait?
“t Zel n echte hond west hebben, dei in de haide verdween.”
“Nee, t leek op n hond, moar et was...
nl.verhalenbank.44721