Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
129 datasets found
Organizations: Meertens Institute Dutch Keywords: aardman
Ter vergelijking bij Aant. 1951, fol. 14 D: Het verhaal van „vrouw Klaasje Duursma” [zie de documentatie §77- YY/1950] luidt, ontdaan van de minder terzake doende mededelingen, als volgt; Bij de wandeling van haar huis naar het dorp, of van het dorp naar haar woning, volgde zij bij goed weer vaak een iets langer, maar mooier en rustiger pad, lopend door...
nl.verhalenbank.48520
Even buiten Dieteren ligt, in een wei, een heuvel, waarop een pereboom troont. Het verhaal luidt dat in die "berg" de tuvelmenkes (kabouters) huisden. Rond de berg waren oorspronkelijk drie grachten. Op het ogenblik is er nog een halve over, de rest is gedempt. Oorspronkelijk moet er op de berg een eik hebben gestaan, waaronder de rechtspraak plaats had....
nl.verhalenbank.13530
Aanvulling no. VI, Aant, 1953, fol. 424d: Bedoelt wordt hier: „Hoe zich meester te maken van schatten, die in het bezit zijn van geesten, die kabouters worden genoemd. Dit experiment kan alleen tussen 10 juli en 20 augustus, als de Maan in Leeuw staat, worden uitgevoerd. Als door het ontbieden van intelligentis of op een andere manier, de plaats is...
nl.verhalenbank.48534
Hjir hat in âld man wenne yn 'e Houtigehage, dat wie de heit fan Japik en Jille Pultrum. Dy âld man makke kuorkes dy't se by 't jirpelsykjen brûkten. Dy kuorkes makke er by him thús yn 'e hûs. Dan leinen der allegear tienen oer 'e flier, hy hie 't dêr drok mei. Op in joun doe't er ophâldde, soed er de boel hwat oprêdde, lyk as altyd. Doe wie 't krekt as...
nl.verhalenbank.37684
Bij Aant. 1938, fol. 79: „In het als historische gebeurtenis door Mans Hondebrink gegeven relaas, zich afspelend tussen Mander en Manderveen, komen gelijke elementen voor: De kabouter, met voedselgaven –lekkernijen- en magische riten goedgunstig gestemd en tot hulp bereid, bleek niet bekend te zijn met een daar in een ver verleden en bij geruchte aan de...
nl.verhalenbank.48535
Bij §3d: „Als de kabouter bij een bepaalde familie behoort, lijkt het niet onaannemelijk hem te identificeren als een van de voorouders. Hier valt te denken aan de oude gewoonte om een dode te begraven in zijn eigen woning, bij voorbeeld onder de drempel. In Scandinavie was dit ooit de gewone wijze van lijkbezorging.”
nl.verhalenbank.48521
Ierdmantsjes, sizze se wol, dy meitsje nachts it wurk fan 'e minsken dien.
nl.verhalenbank.25693
„Een herbergier in het Brabantse Bergeyk, die ook nog het boerenbedrijf uitoefende, had het soms zo druk dat hij, zijn dienstmeisje en knecht het werk alleen niet aankonden: bij zulke gelegenheden ging de man de hulp van de kabouters inroepen, die normaal gesproken niet op zijn hofstede verblijf hielden, maar op de Bergerhei. Ze gaven die hulp zonder...
nl.verhalenbank.48523
„Een verstandige molenaar zette dagelijks wat voedsel voor de kabouters neer, een schotel melk en een korst brood was vaak genoeg, en werd voor die kleine moeite beloond doordat de kabouters 's nachts voor hem maalden.”
nl.verhalenbank.48522
Bij §3III: „Onderaardse schatten plegen te worden bewaakt door aardmannetjes, die zich soms aan de oppervlakte vertonen in de gedaante van muizen of padden. Ook van de witte vrouwen hoort men wel vertellen dat ze schatten bewaken. ”-
nl.verhalenbank.48536
Dat het zaak was de kabouters niet tot vijand te maken, ondervond een boer te Son, die "goed daarheen boerde" gelijk men dat pleegt te zeggen van iemand wiens zaken goed gaan. Op een avond bij het naar bed gaan, hoort de man op den trap een gezucht als van iemand, die een zwaren last heeft te torschen gehad en eens even naar hartelust adem schept. De boer...
nl.verhalenbank.13495
Bij no. AF-07-36/A, Aant. 1946, fol. 93d-g: „De ollen dee der nog zoo leuk van wussen, sint alle vort” - maar niet Jantje Harwig, 79 j. voormalig textielarbeidster. Haar mededelingen worden vermeld in Aant. 1946, fol. 93 d-g. In het kort: Kabouters komen in ons land in bepaalde streken voor. Zij trekken van het zuiden naar het noord-oosten, langs twee of...
nl.verhalenbank.48526
Bij Aant. 1946, fol. 499 II: Op Kreta was de berg Ida oorspronkelijk de belangrijkste vindplaats van ertsen. Omtrent veertig eeuwen geleden werden deze ertsen gedolven door mensen die daartoe waren uitgekozen op grond van hun geringe lichaamsafmetingen. Deze dwergen werden opgeleid tot mijnwerker en waren in staat te werken in mijngangen van eveneens...
nl.verhalenbank.48527
Aanvulling no. IV bij Aant. 1939, fol. 502e, documentatie §39/1939: „De Meester in de Grote Kunst vervaardigt, nauwkeurig volgens de voorschriften, met magische inkt van de planetaire kleur en de veer van een ekster op een mollevel getekend, het pentakel dat de macht uitstraalt aardgeesten, en vooral kabouters die de in de bodem verborgen schatten...
nl.verhalenbank.48533
Yn 'e groun fine se wol us heidemanspypkes. Dêr smoke de kabouters út. As se by elkoar komme to jounpraten giet sa'n pypke roun. Elke kabouter docht in pear dampkes.
nl.verhalenbank.23351
Te Leende woonden de kabouters in de heuvels die daar in de nabijheid van het dorp zijn gelegen. In dit dorp werden zij zeer bemind en deed men hun alle goed. De aardmannetjes waren dan ook dankbaar en verrichten in eenige huizen al het werk, zoodat in den vroegen morgen het graan gedorscht en het brood gebakken was. Tot loon zetten de bewoners de een of...
nl.verhalenbank.13494
Te Aalst was op een boerderij in een nacht al het graan verdwenen, dat gedorscht was. De eigenaar gaf den kabouters de schuld van dien diefstal en zou ze een poets spelen. Daar de dwergjes gewoon waren uit den koeketel te eten, hing hij op zekeren avond den ketel, niet met groenten en aardappels, maar met oude leeren lappen gevuld, over het haardvuur....
nl.verhalenbank.13496
Bij §6, Aant. 1946, sub 21-IV: „Toen God de planten schiep gaf hij de dopheide twaalf bloempjes, twaalf kleine lichtbollen om Zijn licht te verspreiden. De Duivel had niets om zijn boodschap te verspreiden en was jaloers. Daarom plukte hij bloempjes van de heidestruiken. De aardmannetjes zagen dat en waren verschrikt en boos. Zij besloten de Duivel een...
nl.verhalenbank.48531
Omke hie 't froeger oer ierdmantsje Readburd. Dêr fortelde er fan. Wy moasten as bern yn 'e gong stean gean. As wy lang genôch yn 'e gong stean bleaun wienen, soed er ús roppe en dan kommen de kabouters út 'e hurddobbe wei mei Readburd foarop. Mar hy rôp noait. Wy ha noait hwat sjoen.
nl.verhalenbank.27860
„De aardgeesten (kabouters) vertonen zich veelal vanuit een wazig begin en verdwijnen ook vaak alsof ze zich oplossen in de lucht. De duidelijkheid en de helderheid van hun verschijning hangt ook af van de aandacht, de concentratie van de waarnemer. De aardgeesten vertonen zich aanvankelijk wazig, in een weinig sprekende kleur, grijzig, in een grijs dat...
nl.verhalenbank.48519
1