找到701个数据集
Dutch Keywords: lopen
Ah wel een keurig meisje hoor, keurig meisje. Nee keurig meisje. Ze gingen 's zondagsmiddags eerst naar de kerk hè. En dan gingen ze nog even een uurtje langs de dijk liggen. Je hebt het in de kranten kunnen lezen, dijkendicht, heeft hij ook aan mee geholpen. Ah liggen ze daar langs die dijk, staat er net een stier met een koe te praten. Lopen [....] aan...
Er was er's een schipper, die een schuit had, maar er nooit zelf in sliep; hij noch zijn knecht. Eens kreeg hij een nieuwen knecht en toen die 's morgens opstond, zag hij dat het schip andersom lag, dan hij het 's avonds gelegd had. Hij vertelde dit aan zijn baas, maar die zei: "O, da's niks. Dat gebeurt alle nachten, en daarom durven wij er dan ook niet...
Ze zèje vroeger duk: “Lop of fiets nooit midden opte weg, want dan wor je op zied gezet dor ’n verbörge liekwage”.
Zoo was er nog er es een boer en die was ook erg dom, maar die had een knecht die nog al erg verstandig was. Die knecht had al jare bij hem gewoond, maar op laatst begon het die toch ook te vervele. Dat op een goeje dag zeit ie: "Baas, ik gaan weg, ik ken het niet meer bij je uithouwe. Je bent me te stom." Och, och, daar zat ie. Hij soebatte en hij...
Ja, die vroegere Bovenlanders kon je ook wel lol mee hebbe. Die ware veul stommer as die Gelderschen die hier teugewoordig komme. Toe ik zoo'n opgeschote jonge was, heb ik er welders geintjes mee uit ehaald. Ien keer brocht ik ze met een praam nee het land. Toe ik goed en wel an land was, stapte ik er uit, en gaf de schuit een zetje. Nou, toe had je em...
In het heile land wordt wel verteld over heksen en spoken en rare kerels, maar Pieter Pompkeblad is speciaal iets veur Westerwolde. Pieter Pompkeblad die wordt zo noumd omdat hij lopen kan over pompkebloaden. Je moet uhm wel even mensen vertellen wat dat is. Pompkebloaden dat bin die grote groune bloaden, die drieven op ‘t waoter van de gele plomp. En...
In vroeger tijd, toe de Oost en Amerika nog niet ontdekt wazze, toe beurde het welders dat de matroze, as een schip verongelukte, in een heel vreemd land kwame. Zoo was er dan ook ers een matroos die zijn heele schip verspeulde. Maar hij met twee kammeraas spoelde an een land an en bleve gelukkig behouwe. Nou was het deer erg boomrijk, dus zullie het...
2.4. De vrouw met de gloeiende oogen Tusschen de Bergeiksche gehuchten het Loo en Hongarije ligt eene streek gronds, die den naam draagt van Hondsklink of Hondskling. Er zijn weinig plaatsen in Kempenland, waar voorheen. zooveel spokerijen en verschijningen plaatsvonden als juist op dien Hondskling. Ziehier het verhaal van een der vele vreemde dingen, die...
Heit en mem wienen ris togearre to jounpraten. Doe't se weromkamen, wie 't nacht. Doe kaem dêr in greate, grouwe, swarte houn njonken har, dy roan flak by har lâns. It duorre net sa lang. Us mem seach dy houn, mar heit seach him net. Doe't se tsjin heit sei: "Wy ha hjir in houn as in keal njonken ús", waerd er stadichoan wei. 't Gebeurde hjir yn...
2.60. Een gedrocht zonder kop en pooten Jan Hurkmans te Bergeik, die sinds eene reeks van jaren altijd gedienstig is om het vee van verschillende kwalen en ongemakken te genezen en die vooral om deze reden gedurig dag en nacht op weg is, verklaart altijd nooit zoo ontsteld te zijn geweest, dan toen hij op zekeren avond ten 9 uren, omstreeks het jaar 1840...
De Bakelsche lantaarn Een dorp in Meijerij gelegen, Ver van elk spoor en buurtverkeer, Is Bakel, vroeger vol zandwegen, Achter dàt land was géén land meer. Het grensde aan peel en groote heide, Het stond patriarchaal bekend, 't Had schrander volk ten allen tijde, Aan 't "helpt u zeIven" steeds gewend. Den laatsten tijd is door ontginning, Daar veel woest...
DE KOETS VAN DEN DUIVEL. Een knecht van kasteel Horn ging met een mand wild naar het adellijk huis Beegden. Het werd al avond en plotseling hoorde hij vlak achter zich het trappelen van paardenhoeven en het rollen van raderen. Hij keek om en zag een deftige koets, getrokken door vier pikzwarte paarden met geweldiggroote vurige oogen.. De schrik beving den...
Iemant met een ander, die wat sticksiende was, in 't beginsel van de doytijt na de kerck gaende, sag een hont op 't ijs loopen. R. 'Siet daer, daer loopt er noch één op het ijs.' R. 'Y, gut, dat dat mijn soon was, ik sweer ick hem er met een arm souw afhalen.'
Voortekenen Een zwarte kat zien en onder een ladder lopen brengen ongeluk.
Te Broek in Waterland woonde Trijntje P., die kollen kon en een zeer bizonder mensch was, die rookte en pruimde en dronk. Die zou iemand haar kunst leeren. Daartoe moest hij dicht bij haar komen zitten en alles woordelijk nazeggen. Hij beloofde dat. Toen kwam er eerst een kalf naast hem staan en daarop kwam een leege broeipot aanhuppelen. Toen begon...
2.76. Eene heks en een mol Van de kermis van Klein-Breugel naar Westerhoven terugkeerende, kwam J. Verkooien eens langs een gehucht van Neerpelt, toen eene vrouw hem naderde en hem vroeg of hij van Klein-Breugel kermis kwam. Hij wist dat die vrouw voor eene heks bekend stond, verschrikte en ging zijns weegs, zonder nauwelijks te antwoorden. Pas eenige...
De haam van 't paard mot je boven in de wilg hange. Dan loop 't vuIle mooi rechtop.
En nô nog over Engel Pompkeblad. Dai zwaarfde hier vrouger en luip in 't oal daip over de pompke-bloaden. Hai zakde nooit in 't woater. Op 'n keer kwamen gounend hum tegen. Zai dochden:“Nô wilt we toch es kieken, of Engel Pompkeblad dit ook over lopen kan.” Dou ze hum vruigen, zee 'e:“Joa wol, man ik mout eerst even sloapen.” Sloapen, dochden ze, wat ja...
Mijn vader zegt telkens allemaal van die smerige dingen. Allemaal produkten; zegt 'ie dat in lippenstift kamelenpoep zit. En zegt 'ie dat in fricadel paardenstront zit. [...] Onze buurvrouw heeft net zo hele rare crème gekregen, dat is gemaakt van slakkenspul, slakkenslijm, naakstslakkenslijm. En dan zegt 'ie telkens zo van: Goh, wat loop jij traag! Heel...
Een komiek werd in gezelschap gedwongen een mop te vertellen. Hij wist niets. Eindelijk, ja, daar schiet hem wat te binnen. Hij begon dus: "Ik liep 's avonds in de Kalverstraat. Het was laat; ik kwam niemand meer tegen. Daar vond ik een mantel. Ik besloot die naar het politiebureau te brengen. Maar zie, een eind verder daar vond ik een pantalon. Ik raap...