Daar was zer es een man en een vrouw, en die ware nooit tevrede. Dan woue ze dat en dan weer dat. Net ware ze weer goed an het moppere, toe er een engel, of hoe noem je zoo'n ding? - een fee zel ik maar zegge, want het was een jong meissie, binnen kwam en tegen de man zei: "Jij bent in alle gevalle nog de beste. Jij mag drie dage achter mekaar een wensch...
