Organizasyonlar
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Icelandic Keywords

There are no Icelandic Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender

There are no Narrator Gender that match this search

close
1.953 datasets found
Dutch Keywords: sterven
Myn swager Willem Postma seach geregeld lykstaesjes. Dy moest der om út bêd wei. Dan gong er oan 'e kant fan 'e wei stean. De oare deis sei er dan: Der gebeurt wer hwat; ik ha fannacht wer in lykstaesje sjoen. Mar hy sei noait hwa't der stjerre soe.
TM: "Je moet je toch een zekere voorstelling maken. Je had zelf al eens gemaild van: d'r zullen mensen verdwijnen, bijvoorbeeld." RK: "O, dat is constant gaande." TM: "Maar is dat in de zin van: d'r zullen mensen doodgaan, of ook echt lijfelijk ineens verdwenen zijn?" RK: "Nou, ik zou zeggen van: doodgaan. Maar... ja... verdwijnen. Dan is iemand toch...
Der wie in pipejoad, dy wenne yn Amsterdam. Hy kom alle freden yn Ljouwert. Dan stie er mei in diske mei pipen op 'e merk. Dy joad wie 74 jier. Doe kom der ris in âld mantsje by him om in pipe. "Je bent ook al oud, ouwe baas", sei de joad tsjin him. "Ja," sei dat mantsje, "mei in pear dagen wurd ik 84." "Dat word ik ook, als ik gezond blijf", sei de joad....
Als men tegen Van Beuningen voor wat nieuws vertelde: 'Soo een heeft sich verhangen', soo seyde hij: 'Jawel, wat wonder is dat, daer kan men alledaeg toe comen, maer hadt hij sichselfs onthooft, dat soude wat raers geweest sijn.'
Toon Hermsen het mien, toen ik nog zonne jong was, duk dit verteld: “Ik was soldoat ien Nimwege, ± 1870. Umda ’k verlof ha, liep ik soaves ’n keer van Nimwege over den diek nor Gendt. Ik had barren dors. En wou èrs wat drinke vroage. Mar ik zag nèrs lich. Ien Haldere zag ik ien ’n huus, da bé’j de kolk on den diek ston nog lich braande. ’t Was al loat....
HET GESTOLEN MARIABEELDJE. In het Ruiterstraatje te Wijk Maastricht lag een oud vrouwtje op sterven, doch de dood wilde haar maar niet komen halen. Ze lag daar al dagen en weken, zichzelf en anderen tot last en met iedere ademhaling meende zij en die haar kwamen bezoeken, dat het wel de laatste zucht zou wezen. Op zekeren dag bezocht haar een andere oude...
[52.39] 'U, bezoeker van deze kapel, sta eens stil. Denk een moment aan de vemel [Slecht verstaanbaar] die hier in de directe omgeving te vroeg een gruwelijke dood stierven. Slachtoffers van brutaal oorlogsgeweld, ontstaan uit ophitsing en onwil tot gerechtigheid. Uit welk land of werelddeel u komt, geef elkaar het teken van de vrede, en help mee voor...
Wonderteekenen bij zijn marteldood Toen de trawanten van Dodon optrokken naar het verblijf van Lambertus, ten einde hem te vermoorden, zagen sommigen boven de woning, hoog in de lucht, midden tusschen hemel en aarde, het Kruis des Heeren, schitterender blinkend dan goud. De Heilige Paus Sergius I vernam te Rome door een bijzondere openbaring Gods den...
Het Meisje met de Zwavelstokjes< Er was eens een arm, klein meisje dat eenzaam door de stad dwaalde. Het was oudejaarsavond en het sneeuwde al de hele dag. Het meisje moest van haar ouders zwavelstokjes verkopen. 's Morgens was ze van huis gegaan met de veel te grote sloffen van haar moeder aan haar voeten. Haar ouders waren te arm om schoenen te...
Myn suster woarde siik. It like net bêst. Doe seinen de lju: Sy sil wol bitsjoend wêze. Doe stjûrden heit en dy my mei har wetter en sa nei Jonge Jan ta fan 't Wytfean. Dat wie in duvelbander. Mar doe't hy it wetter bisjoen hie, sei er: "Hja is net bitsjoend." En hy skodde de holle. Doe wist ik it oare wol. Al gau dêrnei is se stoarn.
Ik stond eens in de keuken om half één ‘s middags, 12 jaar geleden. En toen haalde iemand haar hand door mijn nekhaar met gespreide vingers van onder naar boven, (ik sta niet voor mezelf in als je dat doet) net als mijn schoonzus dat altijd deed toen ze nog kon lopen. Ik dacht dat mijn vriendin dus achter me langsliep en zich een lolletje had beloofd,...
[...] Adriano den VI. Paus tot Roomen, dese was geboren tot Utrecht, en wierde in zijne students jaren genaemt Adriaen Florisson, en geraeckte tot sulcken geleertheyt/ vergeselschapt met sonderlinge lieftalligheydt en saftsinnigheydt/ dat hy verkosen wierde tot een leer-meester Caroli V. Des Roomsen keysers/ koninghs van Hispanien, & c. En eyndelick...
Een boerin was ziek in Cabouw. Er was geen raad meer voor. Die boer zei: "Ik ga eens naar vrouw Van Dijk (1)". Die boer ging haar halen met paard en wagen. Ze woonde aan het spoor bij Hekendorp. Vrouw Van Dijk mee. "Nou, ik zal je wel beter maken", zei ze tegen die vrouw. Die boer bracht haar weer terug. Die boer was een beetje onverschillig. Hij zei: "Ik...
De witte juffer van het gebroken slot van Grubbenvorst Op het einde van de zestiende eeuw vond een vogelvrij verklaard jonker in een uitspanning te Grubbenvorst een schuilplaats. Hij verliefde zich al spoedig in de dochter van de waardin en het meisje hield zich, of zij zijn liefde beantwoordde. De jonker bezocht vaak de ruïnen van het Gebroken Slot en...
Dat heb ik ok van m'n ouders. As d'r een krans in het kusse zat, dat was door toedoen van een heks. Wie dat overkwam, die werd ziek of ging dood.
'Er gebeurden wonderbare dingen bij die akker [RK: vlakbij de 'alde kercke' was de 'Kerkenakker']. Oudere mensen ter plaatse weten te vertellen, dat hun grootvader of overgrootvader er 's nachts een begrafenissttoet heeft zien rondtrekken en wie er 's nachts rond twaalf uur een kuiltje graaft en er zijn oor aan te luisteren legt, kan er klokken horen...
[00:43:15] AvU: Eh... en van hem is nog het volgende verhaal. Dat eh...daar wil ik dan even mee afsluiten. Eh... een volksverhaal, wat eh... wat diverse keren opgedoken is, dus het is niet zo vreemd dat hij dat verhaal kende. Dat ging over een eh... jonge visserman eeh.. die getrouwd was met een hele jonge vrouw, een jonge vrouw die door diverse eh......
’t Geet over ’n droom, die ’n vörbeduisel was. Ik was op ’n zaterdagoavend op de gewone tied, ongevèr elf uur, nor bed gegoan. Ik wier um zowat één uur wakker. Vör die tied had ik gedromd van een grote vis, die nor mien toe kwam zwemme. Ik het toe de lamp ongestoke en ’n poos gewach en zie toe wer ien sloap gevalle. Ik dromde wer over de vis. Hé’j kwam...
Dy't net stjerre kin hat hwat oan dat op snein makke is. Wy mochten thús op snein net heal naeije. As wy de nuddel yn 't guod stutsen, dan stutsen wy mei elk stekje de Heare Jezus mei de nuddel yn 't gesicht.
Er kwammen meer vrumde dingen veur bie ons in t veen vrouger. Was es n moal n vrouw sturven en toun luitn de kinder heur weer komen. Zai woln wel es weer mit heur proatn. Moar t oal mens mout zegd hebben: “As ie geld over hebben, geef dat den moar aan aarme lu; ik heb t nait meer neudig.” En ze was votgoan en weg bleevn.
2064