Organizasyonlar
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Icelandic Keywords
There are no Icelandic Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
There are no Narrator Gender that match this search
Het verwende kind Daar was eens een erg verwend kind. Vader en moeder konden het niets meer weigeren, want dan schreeuwde het zo luid en zo lang, tot zij elkaar maar weer met de ogen beduidden: geef het zijn zin maar. Dat werd stilaan zo erg dat het kind op zekere avond een ster vroeg. Of vader al boos werd en moeder bedroefd, het hielp niet; het kind...
No name
KOMT DE NOOD AAN DE MAN Er was een arm boertje, dat maar één koe had en een heel domme vrouw. Elke dag voor hij wegging, moest hij haar zeggen wat ze doen moest, want hij leurde met allerlei waren door het land. Eens op een morgen zei hij tegen zijn vrouw: "Vandaag moet je de koe rond het huis laten weiden, er staat nogal wat gras en dat zal haar goed...
Hier was vroeger ne man en die heette Van J. de H. En die man die ging met ene Van M. naar Den Bosch. En die Van M. die moest voor z'n vrouw een ijzere pot meebrenge mee 'n hengsel. Die ijzere pot, die had ie gekocht in Den Bosch, maor toe was tie onderweg en die weg die heette de Ortuste Weg. Toen zee Van M. tegen De H.: "As m'n vrouw die pot maor niet...
't Woapen van Hunzingo In hail òlle tieden was ter 'n jonker in Hunzingo, dij op 'n hoge börg woonde. Dat was 'n tiran, dij zok naarns aan steurde; wat e wol dat dee e. Wel kon hom wat doun op zien staarke börg, dij midden in 't wotter ston? As de vaalbrog optrokken was, din zat e vaaileg achter zien dikke muren. Hai haar al laank zin had in 'n knabbe...
No name
Janman in 't pampieren hoeske Litje Janmaanje woonde in zien pampieren hoeske. Heks kon hom doar nooit riegen, dòcht e. As e heur tag, din schol e heur oet: Ol heks, òl teuverheks, kìnst mie tòch nait kriegen Op 'n duur wör ze der gloepende kwoad om; ze zol hom wel! Ze gong noa zien hoeske tou, en pruit hail mooi en zaacht mit heur gròvve stem. Mor...
Bij ons had je vroeger een ouwe man en die hieuw stijf en strak vol, hij had de weerwolf gezien, bij lichte maan.
Nieuwpoort
Kwispel: man gooit iets weg en even later pleegt hij zelfmoord. Wat is er gebeurd?
Oplossing: de man gooit een oude stoel over zijn hoofd achter zich weg. De stoel belandt op zijn vrouw, die door de klap van de stoel overlijdt. De man ontdekt wat hij gedaan heeft en pleegt daarop zelfmoord.
Profetie van 'n oude vrouw In een der mijndorpen van Kerkrade moet een oude vrouw hebben gewoond (mij werd nadien ook medegedeeld: nog wonen!), die profetisch was. Op 'n avond had men 't erover in 'n café; 'n mijnwerker die 't hoorde, lachte erom: 'Iech bin es benuujd wat ver wongesch het va' miech sal sage,' gekscheerde hij. Waarop hij de oude vrouw...
No name
D'r was een man, die was met de helm gebore. Op een dag liep die op de dijk en toen werd ie op zij gezet door een begrafenisstoet. Hij kwam onder an de dijk terecht. Die begrafenisstoet was van een man, die pas de volgende nacht kwam te sterve.
Montfoort
Ge had hier iemand en daar werd van gezegd, hij had te worstele met 't kwaaie. Hij ree met een korf voor op de fiets. Daar sprong de duivel op. De man riep: ,,Here, help". Toen kwam er een stem uit de hemel, die zei: ,,Keer u achter mij, Satan!" Dat deed de duivel ook. ,,Toen was ik bevrijd" , zei die man. Maar toen sprong de duivel nog gauw achter op de...
D'r kwam bij iemand een toverheks. . . hokus, pokus uit staan brabbele. Toen lag die man rondom in de roze. En z'n hoofdpeluw zat vol kikvorse. Eve later ware de roze en de kikvorse weer weg. Want toen kwam de toverheks weer terug. Toen was de betovering verbroke.
Andel
De lachende pastoor Het is geschied in den tijd, dat de bokkenrijders het meest woedden in het Limburgsche land; het waren vreeselijke schelmen, die voor de Brabantsche bende niet onderdeden, noch in sluwheid, noch in geweld. Zij kwamen op den honger af als zwarte vogelen, en waar gebrek was, stalen zij het meest. Tusschen Aken en Roermond was dan niemand...
Doodendroom In den nacht lag het doodenschip voor 't eiland Walcheren. Op het dek stond de zwijgende schipper. Geluidloos werkte de bemanning, en de stuurman bij het roer zag peinzend vóór zich. Op alle gezichten was 't licht der maan--maar buiten hen viel geen licht. Er was een onzichtbare hand, die, wanneer iemand dood zou gaan, aan het venster klopte....
Da was unne mens, hè en da was een soort visser. In een zomerdag, hè, ging die werke en dan ginge ze 's aves dauwpiere vange voor aas. En op zekeren avond ging die piere vange. En dat deje ze met een lichje. En dan kwamme die dauwpiere omhoog. En toen was die zowat klaor en daor springt unne weerwolf en die hong 'm op z'n rug. Net zolang as die thuis was....
Well
Een dwaallicht, ja, dat is een man die, dat is iemand die een beetjie buiten z'n schoenen loopt. Tenminste, dat heb ik iemand uit Schoonderwoerd is hore zegge.
Zijderveld
In 't Kuilenburgse Veld, een man uit Schoonrewoerd heb me daar veel over verteld. D'r woonde een ouwe vrouw in 't Kuilenburgse Veld, hoe heette ze ok weer. Dat was A. K. En de boeremense ginge naar de mart in Kuilenburg en dan zatte ze op die boerewage zo'n man en vrouwen dan ging ineens die boerewage van de weg af.
Maor ik heb unne man gekend, as die 's aves z'n paard naar de waai ging brenge, in den donkere, in WeIl en nou wit ik nog goed dat diejen men daor stalkaorse zag. Da was 'n lichtbal. Iets spook- achtigs.
Well
Ze werkte op de Ossewaard, op de steenplaas. Haar man werkte daar ok. Dat is zo'n vijftig, zestig jaar geleje. Zij zorgde d'r voor, dat alle jonges vrijlootten. Dat is waar gebeurd.
Hagestein
En d'r was ne man, die ha zo veul praots en een andere man zee: "We ,zulle is een slot op oewen mond zette!" En toen hij dee z'n hand naar de mond van die man. En toen kon die niks meer zegge.
Drongelen
Een man komt bij een vrouwtje dat kort geleden weduwe was geworden. Zij vraagt waar hij vandaan komt, en als hij zegt: "van Parijs," verstaat zij: "van 't Paradijs." Ze vraagt dan naar haar man, hoort dat hij aan allerlei gebrek heeft en geeft aan den man uit het Paradijs alles mee wat hij verlangt. Als hij weg is, komt de zoon thuis. Deze rijdt den...
