Organizasyonlar
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Icelandic Keywords
There are no Icelandic Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
There are no Narrator Gender that match this search
Er komt een man bij de dokter.
Man: "Als ik hier knijp, heb ik hier pijn."
Dokter: "Moet u daar maar niet knijpen."
Als er een brand was in Cabouw, dan haalden ze de pastoor. De mensen gingen bidden. De pastoor kon de wind laten draaien.
Grensstenen verzetten:
De geest van een boer, die in zijn leven een ruim geweten had, kon na de dood geen rust vinden. In donkere nachten kon men zijn geest boven de velden horen kermen: “Oe mot ich um laote, oe mot ich um laote?”
Helden
1.34. De gloeiende Op zekeren avond waren de molenaar en zijn knecht op den molen, gelegen onder Neerpelt. Onderwijl beiden daar op den molenberg tegen de deur van den molen geleund stonden, ziet de knecht in de verte den gloeiige man. 'Kijk baas,' zegt hij, 'daar is de gloeiige. 'k Heb altijd hooren zeggen, dat hij komt als men fluit. Wil 'k 'ns fluiten,...
Jehannes tsyske (= Jhs. Meerstra) wie in fremd man. Hy liet de kat oer de feart springe. "Der over!" sei er.
Wie de kat der oer, dan sei er: "Der weer over!"
En dan sprong de kat werom. Dat liet er de kat in kear of fjouwer sa dwaen.
Schaapherders, die schapen in kraaien veranderen: Een scheper, die geen wei voor zijn schapen meer kon vinden, liet de kudde op een perceel rogge van een buurman, en veranderde ze, om het niet te doen opvallen, in kraaien. De pastoor kwam langs wandelen, en vroeg: “Wat is dat, laat jij de schapen op buurmans rogge?” De scheper: “Dat zijn toch kraaien!” De...
2.5. De scheidspaal Op een gehucht van Eersel woonde in de vorige eeuw een boer, dIe door de drift om zijne akkers te vergrooten, zoodanig was beheerscht, dat hij niet vreesde, den paal welken zijnen akker van dIen zijns buurmans afscheidde, ver voort te zetten, om alzoo eenige roeden grond in te palmen. De brave buurman was geenszins op bedriegerij...
Hij kent nog een verhaal van den vrijbuiter 't Hoen. Hoe die met achttien man 150 speerruiters tegenhield bij Halfweg. Hoe zijn mannen de ruiters uitplunderden, doch op bevel van 't Hoen Valdez ongemoeid liete. Hoe Valdez voor dood in een huis werd gedragen en verpleegd. Hoe hij naar Haarlem ging. Hoe men daar 't Hoen wou leeren kennen en hem vrijgeleide...
Broek in Waterland
Wat is de beste mannier om een man iets te laten doen?
Zeggen dat hij er te oud voor is
Als iemant seer klaegde dat hij een wint gevat hadt, soo seyde een ander: 'Dat sal voor seecker die wint sijn die ick hebbe laten vliegen.'
Je had vroeger bij ons een boer, een echte stroper. Die had een vriend, die was net eender hand als hij. Op een keer trekken ze d'r op uit. Twee beruchte stropers die voor de duvel niet bang waren. Maar anders gongen ze nooit zundags stropen. 't Waren mensen die zundag hieve. Maar toen die keer zouwe ze zundagsaves gaan strope, met de lichtbak. Affijn ze...
2.2. De grenspaal Omstreeks het midden der vorige eeuw had een inwoner van Eersel, met het oogmerk eigen grondgebied te vergrooten, de stoutheid den grenspaal, welke, op den uithoek de Hees, Eersel van Steensel scheidt, in de richting van Steensel te verzetten. Zijne euveldaad werd niet ontdekt en de onrechtvaardige plukte de vruchten zijner hebzucht,...
Een man hoorende 's nagts dat sijn vrouw een grooter wint liet vliegen als hij van haer gewent was, soo bepiste hij haer lustich. Sij hier over wacker werdende, vraegde wat dit beduyde, waerop hij antwoorde: 'Mijn lief, ick heb altijt hooren segen dat een groote wint door luttel regen valt.'
3.18. Uit Waalwijk ontving ik het volgens verhaal, dat echter blijkbaar verbasterd is. Een gevangen vrouw gaf den rechters dit raadsel op: Onder en boven d'aarde ben ik gegaan Ik liet hangen en ik liet staan Hard gelag, muren gezag Ik was de dochter en werd de moeder af. De rechters konden het niet raden en de vrouw werd losgelaten. De oplossing is deze:...
Grensstenen verplaatsen:
Ook hier werd wel verteld van een man die met een grenspaal ging sjouwen, die hij eens verplaatst had, en waardoor hij geen rust kon vinden: “Oe mot ich um laote!” Als er dan maar een stem zei: “Legk um neer, oes te um gekregen hees!” krijgt hij rust.
Hout-Blerick
Twa poepen soenen in foer hea oploegje. Mar hja hienen de byntstok forgetten. Doe sei de iene poep: Ik sil wol boven op it foer lizzen gean, dan sil ik wol byntstok wêze. Doch my dan mar it tou om 'e hals en de achterbân om 'e fuotten. As ik it dan binaud krij, bigjin ik wol to fluitsjen. Se dienen sa't se ôfsprutsen hienen, mar de poep op it hea krige it...
Er was ereis een molenaar, die zijn molen 's nachts maar niet wou draaien. Wat ze er aan deden, het gaf allemaal niets. Geen knecht kon hij houden; want, of ze kwamen verschrikt 's nachts uit den molen vliegen, of ze bestorven het, als ze er een poosje geweest waren. Op een goeden dag komt er een bedelaar aan de deur. "Wil je helpen malen," zei de...
3.15. Er was eens een oude uitgediende soldaat die kwam in een herberg om daar te logeren de vrouw was maar alleen tuis en zij ik kan u niet laten slapen maar ik zou zeer graag hebben dat gij deze zak mede neemt mijn man zegt dat er een razende kat in zit de man nam den zak eens op en hoorde toen iets in den zak maar wat was dat een paar rijksdaalders...
Twee bedelaarsjongens vroegen ergens nachtverblijf. Dit werd gegeven. Zij kregen een bord brij samen. Dit was hen tekort. Toen de boer en boerin sliepen, ging één het bed uit en zocht de brij. Hij verdwaalde echter en kwam bij het bed der boerin. Toen hij (zij had zich bloot gewoeld en lag met de billen vooruit) een lepel toestak, liet zij een wind. Hij,...
Wie ien ûnderweis mei de hounekarre, dan liet Jehannes de hounen samar stean, sadat se net in stap mear forsetten.
Dat wie fansels in forlegene boel foar de man dy't op 'e karre siet.
Mar Jehannes koe se ek samar wer fierder rinne litte.
