Organizasyonlar
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Icelandic Keywords
There are no Icelandic Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Narrator Gender
There are no Narrator Gender that match this search
Een catholyck na Delf van Den Haeg vaerende, hadt het geweldich druck met op het Haegse wapen te schempen, dat het uytgeschildert stont boven de 10 geboden, en daer immediatelijck ondergeschreven: 'Ick ben de Heere uwe etc.' 'Ergo de oyevaer Onsen Heer en de menschen palingen etc. ' 'Hoe leyt de vent hier en bruyt', seyde Jan van Ooijen, 'met het Haegse...
Gillis van Os, 's avonds tot Haerlem over de gemeene tafel sittende, hadde het machtig geladen op de catholycken en spotte vooral leelijck met de miraculen. Wat dat men hem voorsloeg, het waeren al beuselingen. Met al dat drayen en disputeren raeckte hij droncken te bedde en aen 't spuwen. Daegs daeraen: R. 'Wel, wat segt ghij nu? Te nacht is hier noch...
Een paep hadt sich 's nagts met de schout beseten vol gesopen. Des anderendaegs, 's ochtens op stoel komende, viel hij in slaep onder het singen. De koster quam hem aenstooten en seyde: 'Heer, het is uyt.' R. 'Wel is het uyt, laet het weer volschencken voor de schultes.'
Een paep disputeerde met een gereformeerde over de beelden. R. 'Wij bidden se niet aen, maer het is alleen om ons, door het aensien derselver, tot devotie te verwecken. Hoe kunt ghij lieden toch aendacht hebben met Christus aen te roepen, dien ghij niet en siet? Spreeckt men oyt een mensch aen dien men niet en siet?' R. 'Maer wat is daeraen gelegen,...
Een groote lichtmis sprack mij seer hartig van sijne gereformeerde religie en seyde dat hij niets meer haete als de Catholycken godsdienst. R. 'Mij dunckt dat gij wel doet, dat gij het met de gereformeerden houdt, want al waert gij paeps, gij soud dog door uw goede wercken niet salig worden.'
Een paep was louter in de weer met St. Franciscus te verheffen. R. 'Waer sal ik u setten, mijn alderheyligste Franciscus, wilt ghij onderde maegden geplaetst zijn?' 'Neen', antwoorde hij selfs. R. 'Wilt ghij bij de martelaeren sitten?' 'Neen.' Nae 20 diergelijcke illustre vraegen, seyde hij: 'Waer sal ick u dan setten?' Een boer, dit teemen moe zijnde,...
Doe ... van Eyck, organist van de Groote Kerck, gestorven was, stondt sijn soon Harman van Eijck daer hart nae, maer al de predicanten (voornamentlijck Thaddaeus Landman) warren daer vinnig tegen, omdat de borst catholycks was. 'Wel, seyde ick, 'hij speelt immers niet catholyx en ik wil u beloven dat hij altoos nae desen in de Groote Kerck sal gaen.'
Als den tooren tot Lier afbrande door den blixem die daerin geslagen was en sommige seyden dat dit door 's duyvels bedrijf [was gekomen], soo seyde een gereformeerde die daer bij stont: 'Dat sijn maer praetjes, men siet niet dat de duyvel sulcx aen onse kercken doet.' 'Dat can wel sijn', seyde een catholyck, 'want waer heeft men oyt gesien dat iemant sijn...
Een paep bij sijn boeltje koutende, moest op het kloppen van de man voor sijn verblijfplaets tot beter gelegentheyt de haenebalcken kiesen. De vriends onverwacht tehuys komen was dat hij geplondert was en al sijn geld dat hij bij sich hadde quijt was, 'twelck wel 3/4 van sijn gantsche capitael bedroeg. Sijn vrouw, seer verbaest, seyde met een diepe sucht:...
Den Haag
Een Vlamingh tot Rotterdam komende sagh het beelt van Erasmus op de marckt staen. R. 'Hoe, hij Ollanders, tollereerde gij beelden?' R. 'Wel, dat is er oock maer één.' R. 'Wie is het?' R. 'Erasmus van Rotterdam.' R. 'Och, en es het dan geen groot jammere, dat Christus niet en was een Rotterdammere.'
Een Westphaelsche paep raeckte te preecken op het drincken ende verbodt op peenc van den ban het sondags kroegen, als oock het tappen op denselfden ofte andere heylige daegen. Yemant van de boeren naderhant op soo een dag in de kroeg vindende, met een goede flap hier voor hem, seyde al dreygende: 'Dat scall dei ein soer beer werden.' R. 'Scolt wel, Herr?...
Seecker cardinael klaegende aen den paus Clemens Septimus dat Michael Angelo, sijn schilder, in een schilderey van 't Laetste Oordeel hem in de hel hadde geschildert en begeerde dat de paus gebieden soude 'tselve uyt te doen, waerop de paus seyde: 'Ick kan wel een siel uyt 't vagevier verlossen, maer niet uyt de hel, want soverre streckt mijn gebiedt niet.'
Den Haag
Als Hendrick de Vierde hoorde dat seker doctor de gereformeerde religie hadt verlaeten en de catholycke aengenomen, soo seyde hij: 'De reformeerde religie moet al seer sieck en buyten hoop van genesen sijn, dewijl deselve van de doctoren werden geabandonneert.'
Een gereformeerde veltoverste wiert lelijck van een monnick bedrogen, die hem beloofde een casteel in sijn handen te leeveren, maer doen hij aenquam, wiert hij soo onthaelt dat meest al sijn volck doot bleef, waerover een catholyck seyde: 'O, dien onnoselen ketter wil den heyligen vader den paus niet gelooven en hij gelooft een van sijn minste dienaers.'
Een klopje op reys sijnde met een predicant en in de herberge met malcanderen etende, seyde: 'Dominé, ick breng het u.' 'Ick ben geen dominé', antwoorde hij. 'Wat sijt gij dan?', vraegde sij.' 'Ick ben', seyde hij, 'het hooft van mijne schaepen.' 'Wel, ick breng het u dan eens, schaepshooft', seyde sij.
Een catholyckse vrouw hadt Menniste buyren, welckers hont dickwels tot haeren 't quam loopen. Hij wiert op 't lest soo gewent dat hij veeltijts met sijn buyrvrouw uyt liep, onder anderen oock eens op een avont dat sij beevaert ginck doen. Den hont volgde haer stemmich na. Sij dat siende, seyde: 'Beesje, beesje, gij meugt bij Mennisten woonen, maer 't is...
Nadat de papen uyt seker dorp verdreven waeren, quam de predikant van dat dorp bij geval in een andere stad met een van de verdrevene papen aen 't praeten, die den dominé berispte dat hij de catholiken altoos uytscholt voor grijpende wolven. R. 'Ja, ick hebbe het geseyt en houde het staende.' R. 'Met oorlof, dominé, wat zijn de gereformeerde dan?' R....
Een paep was besig in de passiepredicatie. 'Nu', seyde hij, 'mijne beminde, geve ick u lieden te raden hoe het de hoogepriester en de oudtsten met Judas maeckten, eer sij hem tot dit schellemstuck brogten. Ick sal 't u seggen. Sij maeckten hem eerst droncken in goedt Hamburger bier, doe seyde Judas: "Nu sal ick u de man leveren soo ick anders een man met...
Een Brabander badt in Hollant een geusch predicant om een aelmoes, maer hij kreeg een 'Godt help u.' 'Onsen Lieven Heer bewaere ons voor sulcke lieden die haer segen sonder kruys geven.'
Seecker man biechte dat hij in 't sin hadt gehadt iemant doot te slaen. De paep seyde: 'De wil is soo goet als de daet. Ick kan u niet absolveeren, of gij moet mij vier gulden geven', 'twelck hij beloofde. Maer soo haest als hij geabsolveert was, gaf hij niet meer als ordinaris biechtgelt, seggende: 'Ick hebbe in 't sin gehadt u vier guldens te geven, nu...
Den Haag
