Organizasyonlar
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Icelandic Keywords
There are no Icelandic Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Narrator Gender
There are no Narrator Gender that match this search
Als keyser Carel sich eenigen tijt tot Napels ophielt en sijne soldaten, die in de borgers huysen gelogeert waren, grooten moetwil bedreven, waerover sij dickwels klaegden, maer gene verlichtinge kregen, op seeckeren tijt soo vraegde de keyser aen een seer geleert man aldaer verscheyde philosoophsche questiën en onder anderen wat de grootste...
Den Haag
Yemant maeckte eenige juffrouwen wijs dat hij eene iders geluck uyt handt con sien. Een juffrouw, die hij vrijde, stack haer hant uyt. Hij, die besiende, seyde: 'Ick sie hier wat vreemts in dat mij self oock aengaet.' 'Wat is dat?', vraegde sij. 'Mejuffrouw', seyde hij, 'dat al mijn geluck in u handt gelegen is.'
Twee jongens op den Dom 't Utrecht zijnde om een nest van spreuwen te stooren, alwaer den één vijf jongen in vondt en drie voor hem bedong, den anderen die hem bij de voeten vasthiel, daertegens protesteerende, dreygde hem los te laten. R. 'Neen, begint niet, wat sou ick dan voor mijn moeyte hebben.' R. 'Wil j'et dan niet doen, Jan.' R. 'Neen ick.' R....
'Wenscht gij mij niet veel gelucks of weet gij niet dat ik sulcken heerlijcken ampt heb gekregen?' R. 'Ja, ik en wensch u veel gelucks, maer beklaegt gij mij den rouw niet?' R. 'Waerover?' R. 'Omdat ik (soo de regel vast gaet) soo een goeden vrient aen u sal verliesen.'
Als men tegen Jacques Turenhout seyde dat Arou Gabaij Faro soo duyvels geluckig speelde met cinco nueve. R. 'Dat is luckraeck.' R. ' Souw hij daer kunsjes op hebben?' R. 'Dat geloof ick niet, ick heb er al te wel opgelet.' R. 'Dan moet hij met de duyvel omgaen.' R. 'Wisje-wasje, dat de duyvel macht over het spel hadde, daer wierdt geen Christenziel salig.'
Vijf varckendrijvers raeckten aen het praeten van het geluck der koningen. ‘Ja’, sey de eerste, ‘dat ik coning was, ik soude mijn varckens te paert drijven.’ En seijde de ander, ‘’k Sou niet als vet willen drincken.’ De 3e sey: ‘Dat mij sulcx te beurt viel, ik sou niet als speck willen eten.’ ‘Ik’, sey de 4e, ‘soude mij heele dagen op een hoywaegen met de...
Iemant seyde dat het grootste geluck bestont in 't rechte gebruyck en niet in 't bewaeren der rijckdommen, want anders souden de schildwachten, die voor de cantooren en schatkamers staen, seer geluckig sijn.
'Ick ging juffrouw ... Van den Loo besoecken. Alle geluck had ik nergens anders een blaeuwtje gelopen. R. 'Wel mijnheer, hoe kom ik so geluckig, dat ik de eer krijge van u besoeck! Trouwens ik geloof dat gij hier komt, omdat gij anders nergens beter kunt.' R. 'Dat is waer, mejuffrouw, ik weet geen beter plaets voor mij in de werelt als hier [1 zin...
Dry laquais van den heer van Beverwaert, door de eersugt ingenoomen, spanden t' samen, seggende dat het beeter was dat ider haer fortuyn socht en sach hoever ider sich sou avanceeren als een heer te dienen, waervan sij, hoewel goedaerdig genoeg, geen avancement als dat van laquay te verwachten hadden. Sij dan ontsloegen sich van sijn dienst en trocken...
