Organizasyonlar
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Icelandic Keywords

There are no Icelandic Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Narrator Gender

There are no Narrator Gender that match this search

close
51 datasets found
Dutch Keywords: dokter Organizasyonlar: Meertens Institute Place of Narration: Den Haag
Een dronckaert een accident aen't ooch hebbende, soo wiert hem van de doctor geseyt, indien hij 't drincken niet wilde laten, dat hij 't ooch sou moeten verliesen, waerop hij antwoorde: ''t Is beeter een venster als 't heele huys te verliesen.'
In de oeconomie voorde rijcke luyden, van Crates gemaeckt, stont onder andere: 20 rijcxdaelders voor de kock, 1/2 rijcxdaelder voor de docter, 40 voor de pluymstrijcker, en een hontsvot voor een trouwen vrient en raetsman [2 regels doorgestreept].
Iemant in sijn sieckte met onlijdelijcke hooftpijn gequelt sijnde, soo ordonneerde de doctor dat hij geclisteert soude werden. Hij dit hoorende, sprongh heel verstoort van 't bedt ende dreef de doctor met slagen en vloecken uyt 't huys seggende: ''t Sijn dolle dingen dat met den aers sal salven om 't hooft te geneesen.'
Iemant van sijn doctor gevraegt sijnde waerom hij zijn raet niet wilde gebruycken, antwoorde: 'Omdat ick noch geen lust hebbe om te sterven.'
'Jawel, buyrman', seyde Cornelis, 'daer is onse buyrvrouw soo gestorven, ik geloof had er een doctor bij geweest, sij soude niet vertrocken hebben.' R. 'Wel, waerom liet m'er geen haelen?' R. 'Dat is al geschiet, maer hij quam te laet.' R. 'Bloemerharten, kost gij se niet met een praetje wat opgehouden hebben.'
Een philosooph, die een moetwillegen boef bestrafde, wiert van hem met een steen een gat in 't hooft gegoyt daerover hem de luyden rieden, dat hij terstont bij den borgemeester sou gaen. 'Neen, bij de barbier is 't noodiger', seyde hij.
Daer quam eens een jongen tot doctor Schrevelius lopen: 'Och, mijnheer, mijnheer, comt doch stracx tot onsent, want mijn vaertje wil sterven.' 'Wel jongen', seyde hij, 'wil jou vaertje sterven? hij sal't om mijnentwil niet laten.'
Een doctor was bij juffrouw Dorothé gehaelt, die sieck te bedde lag. Hij wilde haer pols voelen, maer sij was soo eerlijck dat sij hem haer bloote vleys niet dorst laten voelen, maer trock haer hembtsmouw eerst daerover, en stack toen haer arm uyt. Hij leyde terstont sijn mantel over sijn hant en voelde soo, seggende bij een linde pols past wel een wolle...
Een doctoor liet sijn paerd een ader in den buyck slaen door den hoefsmit. Doe het gedaen was wilde hij hem eenig geldt voor sijn kunst en moeyte geven. R. 'Och heer, excuseert mij, ick neem geen geld van luyden van mijn neering.'
Een patiënt alle dracken, pillen, purgatiën en al 'tgeen de doctor geordineert hadt in een becker bij malkander gegoten hebbende, liet hij sulcx den doctor sien. Den doctor, menende dat het sijn stoelganck was, seyde: ' 't Is een vuyle slijmige materie, gij moogt blij sijn dat het uyt u lijf is.' 'Ja dat dacht ick oock', seyde hij, 'daerom heb ick 't daer...
Een juffrouw hadt een papegay die alles nabootste. 't Gebeurde dat er op een tijt een doctor voorbij quam, die niet ter goeder naem stont, welcken sij siende, datelijck tegen papegay seyde: 'Doctor Nicolaes is een hoorendrager', 'twelck de papegay terstont naseyde. De doctor omhooch siende, sag de juffrou ontrent het venster en sede: 'Juffrou, weet gij...
Daer wierden op Batavia 2 jonge borsten gegeesselt en volgens out gebruyck quam de beul na gedaen werck en wreef hem met een hant vol sout in sijn rechter sijde, dat hem vreesselijck dede schreuwen, maer siende dat sij oock aen sijn linckse sijde wilden, riep hij: 'Och, meester, niet meer van die salf.'
Als Hendrick de Vierde hoorde dat seker doctor de gereformeerde religie hadt verlaeten en de catholycke aengenomen, soo seyde hij: 'De reformeerde religie moet al seer sieck en buyten hoop van genesen sijn, dewijl deselve van de doctoren werden geabandonneert.'
Een doctor beroemde sich dat geen patiënt sich oyt over hem beclaegt hadde. 'Dat geloove ick wel', seyde een ander, 'want gij stopt haer mont altoos met aerde.'
Een doctor seyde tegen een dronckaert: 'Soo gij van u quaede oogen wilt genesen werden, so most gij geen suyvere wijn drincken, maer gij most er veel water onder doen.' Maer de patiënt antwoorde: 'Heer doctor, ick bevinde dat gij groot ongelijck hebt, want dat mijn oogen soo loopen, dat komt van 't water dat ick onder mijn wijn gedroncken hebbe, want als...
Seker predicant die afgeset was, gansch te onvreden zijnde, seyde: 'lck sweer dat mijn cassatie noch wel 100 menschen het leven sal kosten.' Het wierdt voortgeseyt en hij voor de heeren ontboden, daer hij het niet ontkende, maer dat hij in den sin hadde doctor te werden, hetwelck tenminsten wel 100den hals souw kosten, eer hij de kunst fix hadde.
Doe de heer ... het vyer in sijn been hadde gekregen, gebruyckte hij doctor Piso en meester Job van Meeckeren (dat allebeyde twee liefhebbers zijn). Doe het nu wat aen de betere handt was, vraegde juffer Johanna van der Houven den Juffer..., die daervandaen quam: 'Hoe is het nu al met de patient?' R. 'De doctor ende de barbier seyden: het sal nu wel gaen,...
Een medicin sond sijn sieck paert bij een smit om het te genesen. Toen het wederom gesont was, vroeg hem de doctor wat hij daervoor hebben moest. 'Ha', sey de smit, 'mijnheer, dat weet je immers wel beeter dat luyden van eene en deselfde professie geen gelt van malkander neemen.'
Een juffrou, veel ooft gegeten hebbende, wiert sieck. De doctor seyde dat geklisteert most werden. Sij wilde daer geensints toe verstaen, doch wiert met harde woorden van haer moeder daertoe gebragt en bijna gedwongen. Sij siende dat sij er aen most seijde: 'Nu sie ick dat de onnosele voor de schuldige moet betaelen.'
Doe Sr. ..., die den orvietan in Den Hage verkogt, in tegenwoordigheyt van duysenden padden antimony etc. in quantiteyt innam om daerdoor de deugt van sijn orvietan te doen blijcken, seyde dr. Helvetius, die meest met chimische medicamenten besig is: 'Ja, ja, laet ick de vent maer half sooveel ingeven als hij nu neemt, ick wedt hij wel haest barsten sal.'...
51