37 naborov podatkov najdenih
Dutch Keywords: betoveren Organizacije: Meertens Institute Place of Narration: Asten
'n Ongetrouwde vrouw was al lange tijd: "zowat aarig". 't Was 'n kwezel. Ze durfde ook niet alleen naar de kerk. Kapelaan Lorskens heeft er zich veel mee bemoeid. Soms ging Vertelster met haar naar 't Lof. Dan bleek ze soms plotseling onvindbaar. Er is wel beterschap gekomen maar later kreeg de vrouw vallende ziekte.
Het betoveren van de karn kwam vroeger veel voor. Men vond dan de butterstaand in de rekken die bestemd waren voor de tinnen borden. Boteren was dan onmogelijk.
Gloeiïge mannen waren te zien in de Behelp (Asten) en in klein Pruisis aan de brug van Sluis half 12 Ze hielden mensen en voerlui staande. 't Paard stond dan zwetend stil en kon pas weer vooruit als dat zweten ophield.
In het ouderlijk huis was eens 'n stuk muur ingevallen. "Mijn" werd daarvoor aansprakelijk gesteld. Ze verdedigde zich tegen Moeder; dat de mensen 't wel zegden maar dat ze wezenlijk niets kon. Toch bleef dat in de sfeer van hekserij.
Dirk met den beer was zodanig behekst dat hij boven de "ussen" moest blijven d.w.z. boven de onderste dakpannen.
Soms vond men 's morgens de koeien al gemolken; ze gaven dan niets meer.
Soms wilde het paard niet vooruit. Men ging dan naar de Paters van Weert, van Eindhoven of naar de Achelse Kluis. Dat hielp altijd.
'n Vrouw raakte op leeftijd van ± 50 jaar zeer zwaarmoedig, "ze werd malende". Ze was mensenschuw, dacht dat iedereen haar verachtte en iets bijzonders aan haar merkte. De familie hield het geval stil. Eens in 'n zware nacht klaagde de getroffene: "ik zal van de kòj haand gerakt zijn" Men verdacht een arbeidster, die door "beheksing" de zieke kon...
Peer Boerkamps dè waar nu kóje. Hij sloeg z'n vrouw en dur gebeurde van alles an 't huis en mi de jongens. Dur haan ze ook ne krans in 't kussen.
Toon Lintermans was ne mens uit Asten, “die iets kon” d.w.z. hij kon heksen. Hij kwam thuis maaien en als jong meisje moest Vertelster erbij binden. Ze was dan bang en 's avonds op de terugweg deed ze d'r klompen uit als ze over 'n brugske moest om geen heksen wakker te maken. Met de klompen in de hand holde ze er dan hard over.
'n Boer had velerlei tegenslag in huis en stal. 'n Kennis raadde aan 'n pater van de Achelse Kluis te raadplegen; hij zou zelf meegaan anders zou die pater niet willen helpen. Men ging te voet naar de Achelse Kluis. Daar kreeg men medailles mee. 'n Bepaalde buurvrouw kon daarna de bewuste boerderij niet meer naderen en alles kwam in orde.
Jan v d Einde op Bussel had op een koopdag op Voordeldonk een kast gekocht. Hij deed er mi de kaars hin um ze te haale 't Waar vol maan. Op de terugweg kwamen ze Mijne tege mi n neuzoek over d'r kop. Ze wees op de maan en zee tege Janne: "De diej zal uw thuis brenge". Jaan reed heel de nacht maar kon niet thuis komen voor tegen de morgen toen de maan was...
Bij hekserij in huis of op de stal, ging men naar de Paters in Helmond.
In de Berken woonde de heks, Mijn v Zeeland. Ze woonde in 'n laag huiske met 'n klein raampje en 't dak kwam tegen de grond Ge kunt 'n heks mee hebben maar ge kunt ze ook tegen hebben. Bij ons thuis din we d'r mooi ni an. onze vader ging er altijd turf voor steken, vur niks en bracht er die dan heen. Dat turfsteken gebeurde dan s zondags. As Mijn bij ons...
De Haag is 'n zeer oud gedeelte van Helmond Daar woonde 'n heks. Men moest voorzichtig zijn niet door haar aangeraakt te worden. Eens heeft ze 'n kind behekst. Er was toen 'n krans in 't kussen. Men ging toen naar de paters in Handel en zo is men er afgekomen.
Soms gebeurde het dat mensen verdwaalden. Heel de nacht liepen ze dan tevergeefs zoekend naar de goede weg en pas tegen de morgen konden ze thuis komen.
Op 'n boerderij was veel tegenspoed. 't Land gaf bijna geen vruchten, de stal had allerlei tegenslagen. Op aanraden van 'n buurman ging men te voet naar de Achelse Kluis. Omdat men zo ver gekomen was, zou de Pater nog helpen; anders deed hij 't niet meer. Men kreeg een medaille mee. 'n Vrouw, die men van hekserij verdacht, kon daarna de boerderij niet...
Bij de vonder van het kasteel kwam veel hekserij voor
De zoon van Mijn va Ziland werkte op de geminte. Nol Pinte waar dur den bas over. Op 'n avond lagen ze bij Nol Pinte gelijk te bed toe ter geweldig spient op de stal, Alle koekittels en voejerbakku worden dur durin gesmeete net of 't voetballe waaru. As ze gingen kièjke waar 't stil mer zo gow as ze wir te bed laage begos 't wir. 's Mergens vonne ze 't...
Door hekserij hingen soms de koeien aan de schelft (primitieve zolder boven de stal)