Wy dusten froeger niet in in bootsje onder de Syl door as kind, omdat de granaat daar aan de ketting lag.

Vader fertelde it ferhaeltsje van een ouwe skele skoenmaker, die nergens bang foor was. Toen waren der drie studenten, die seiden, wij moesten dan toch eens proberen hem bang te maken. Die gingen een weddenschap met hem aan, hij sou een nacht doorbrengen in een huis waar het spookte. Iedereen meed dat huis. Dat was een hele uitdaging aan die skoenmaker,...

In Dokkum woonde een man die had een korf bij hem. 't Was op een avond en hij liet die korf bij de Syl in 't water fallen. De andere avond haalde hij die korf weer op uit het water. Toen zat daar een kreeft in. Een kreeft had die man nog nooit van syn leven sien. Toen ging hij met de korf door de stad om die kreeft sien te late. De mensen seiden: "Wat een...

As we ondeugens waren froeger, seiden se: Pas op hoor, Hantsje Pik stiet op 'e hoeke.