Organizacije
Keywords
Ni Keywords ki ustrezajo tem iskalnim pogojem
Danish Keywords
Ni Danish Keywords ki ustrezajo tem iskalnim pogojem
Dutch Keywords
Prikaži več Dutch Keywords
German Keywords
Ni German Keywords ki ustrezajo tem iskalnim pogojem
Icelandic Keywords
Ni Icelandic Keywords ki ustrezajo tem iskalnim pogojem
Place Mentioned
Ni Place Mentioned ki ustrezajo tem iskalnim pogojem
Place of Narration
Narrator Gender
Ni Narrator Gender ki ustrezajo tem iskalnim pogojem
Zelfde meisje: "Jantje ging met zijn oma boodschappen doen. En oma zei van: 'Alles wat je pakt... alles wat je van de grond opraap, mag je niet oprapen.' Toen liepen ze zo. Zagtie, zagtie tientje liggen. Zei z'n oma: 'Alles wat op de grond ligt, raap je niet op.' Zagtie banaan, een hele banaan liggen. Zei die oma van èh: 'Alles wat op de grond ligt, raap...
Kind (allochtoon): "Ga dan." Kind (Utrechts stadsdialect): "Okee, èh, Jantje ging met zijn moeder boodschappen doen. Schap [???]. Ze gingen naar het centrum, daar gingen ze boodschappen doen. En toen zag hij vijf gulden liggen. Wou die het oprapen, maar het mocht niet van z'n moeder, want z'n moeder zei dat alles wat op de grond lag, dat mocht 'ie niet...
Kind (allochtoon): "Meneer, mag ik?" Louis Bouwmans: "Ja." Kind: "Jan ging naar... met z'n moeder naar de winkel. Hij zag vijf gulden op de grond leggen. Hij zag... hij ging weer doorlopen. Toen zagtie weer geld liggen op de grond. Toen gingtie... naar de winkel. Toen had 'ie een banaan gekocht. Ging Jan banaan eten. Gooide die de schil weg. Toen ging z'n...
Kind (allochtoon): "Een aap zat in de bos. Hij gooit een schil. Toen zei Jimesj [???], zei ze, zei ze tegen die aap: 'Je moet je gedragen.' En toen kwam Jantje. Had hij èh, had hij een kwartje gevonden. Zei de oma, zei ze: 'Nee, laatst, alles wat op de grond ligt is vies.' En toen èh de volgende dag had Jantje een èh z'n oma, had ze een portemonnee laten...
Utrecht
