Organizations
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Icelandic Keywords
There are no Icelandic Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
There are no Narrator Gender that match this search
Een man gaat naar de geldautomaat, toetst alles is, toen stond erop het beeldscherm "even wachten a.u.b", dus de man ging even naar de slager.
Dat heb m'n vader zelf nog meegemaakt, dan ging die met paard en wage van Nieuwerkerk naar Gouda en nou woonde daar halverwege onder Moordrecht een knors, een slager zal 'k maar zegge. Maar dat paard wou daar niet voorbij. Dan moest m'n vader het paard bij z'n kop pakke, want hij wou d'r niet voorbij.
Eind jaren tachtig hoorde ik van mijn schoonmoeder, Corrie Kooij-Penne, het volgende verhaal. Een oude vrouw in een bontjas en met een bonthoedje op staat in Maassluis bij de slager te wachten op haar beurt. Plotseling wordt de vrouw onwel. Bezorgd wordt ze door de slager op een stoel gezet. Om het haar wat gemakkelijker te maken, wordt haar bonthoed...
Een boer gong naar de markt en liet een koe aan een touw achter zich aansjokken. Ongemerkt wisten drie studenten de koe los te maken en een ervan ging zelf aan het touw meeloopen. Op de markt gekomen, keek de boer natuurlijk gek op. De student hing een aandoenlijk tafreel op, hoe zijn voorouders menschen geweest waren, hoe hij voor straf in een koe was...
HO: Maar met die varkensblaas, is die nou ook, die is er ook nog he. RK: Ja vertelt u maar hoe u hem kent. HO: Vroeger werden ehm, hoe zeg ik dat, die hadden allemaal een swientje op 't hok he, zo heet dat op z'n Gronings. Een varkentje, die werd gemest. Ja [lacht] een swientje op 't hok. Die werd gemest en dan in november dan, nouja, de jongens, of...
Een oude vrouw vertelde mij dat zij als kind door haar grootmoeder opzij werd getrokken met de woorden: 'Opzij, er komt een lijkstoet voorbij.' Een vader die met zijn zoontje over de weg liep, zei plotseling tegen de knaap: 'Zet je pet af, er komt een lijkstoet voorbij.' Terwijl de jongen er niets van zag. In Eersel zag een inwoner, 's nachts tussen...
nl-verhalenbank-49855
DE BIGGETJES VAN GROOTMOEDER Grootmoeder was naar de markt geweest om biggetjes te kopen en grootmoeder dreef de biggetjes voor zich uit en de biggetjes moesten over een hek springen. Maar de biggetjes wilden niet over een hek springen en grootmoeder moest toch zo nodig naar huis toe. Toen zei grootmoeder tegen de hond: "Hond, wil jij die biggetjes niet...
No. 305. Bij de overgang van den Bosch in 1629 werd de Sint Jan aan de Katholieken ontnomen, maar de Vleeschhal werd hen afgestaan. Daarom vond men in den Bosch geen enkele protestantsche slager. 3)
's-Hertogenbosch
Ik ken een heel ander verhaal, over een varken. Dat heeft weer te maken met de jaren '40-'45. En iemand was berenhouder en die had dus een beer. En die moest verplichting doen om deze tijd van het jaar en dan trok 'ie met die beer, lopende..ik heb 'm zelf meerdere keren zien lopen, met de beer langs de woningen van de landarbeiders en van de boeren. En...
Der wie in boer, dy forkocht in kou oan 'e slachter. Mar dy kou wie to djûr. De slachter hie der to folle foar bitelle. De slachter slachte de kou, mar doe sei er tsjin syn feint: "Wy matte dat jild wer ha. Sa net goedskiks dan kweaskiks." Doe gong er yn 'e nacht nei de boer ta mei syn feint. Hy hie sjitark meinaem. Mar dy boer hie hiel tafallich de jouns...
Twijzelerheide
[1.02.42] RH: Een ander goed streekverhaal is, zijn de honden van Breda. Eh… het moet rond, rond 1425 zijn geweest. En de drost van Breda moest er dan op uit om voor de heren van Breda, de Nassaus, die de hele baronie van Breda eigenlijk eh beheerden, en waar vele boeren in woonden die pachters waren en die moesten hun accijnzen opbrengen en hun...
No. 92. Menschen, die met den helm geboren zijn, hebben den "veurbuuk, en zien wat er komen zal. Daniël van Poppel, een slager uit Luiksgestel, zag in 1837 een rouw door de Hasseltsche straat trekken. Binnen drie dagen stierf zijn vrouw. 3) En Arnold van der Meyden, zag te middernacht aan de schutsboom in 't Eikereind te Bergeik een lijkstatie, die den...
Bergeijk
3.7. Een boer had een eenige koe, die echter op een nacht plotseling stierf. Nu ging hij naar den slager om er de huid af te laten doen, deze wilde hij in de stad aan een looier verkoopen. Toen hij er heen ging kwam hij bij een heuvel waar hij over moest. Boven op den top zag hij twee menschen en om deze bang te maken hing hij de huid om. Toen de 2 hem...
Van den honden. Die .CXCVI. cluchte. Men had eens eenen hont gewent om in 't vleeschhuys te gane met eenen corve aen den hals. Ende men leyde hem daer ghelt in ende als hi in dat vleeschhuys quam, soe gaf hem die vleeschouwer vleesch voor dat ghelt in dat korfken. Als hem een hont teghen quam, so sorchden hi dat hem dye selve hont syn vleesch eten soude,...
ôôñze ouwe kroegbaos vertelde, dattie in de twintiger jaere van vorige êêuw een spiritistische baiêênkomst baiweunde op Tiengemeet. De toenmaolige slaeger van Gouswaerd was taer bai betrokke. An de hand van letters op de taefel vurmde z'n aige een naom: Makkenze. Toen de slaeger vroog: Bi jai de overleeje dominee Makkenze van Nieuw Baierland kreeg tie een...
Vil-Oers
Velleken täi
Meske scherp,
Prös, prös!
Dit rijmpje doelt op de vele vilders, die - naar men zegt - , vroeger te Oerle woonden.
(Prös: Ik hoorde te Nederwetten een vuile, slordige slager minachtend prösser noemen.)
(Sassen M55)
KANNETJE VOL Er was eens een arme weduwe, zo arm was ze dat ze haar laatste stuiver had uitgegeven. Ze had daar eten voor gekocht en toen dat op was, knapte ze haar boeltje wat op, waste het enige kannetje dat ze nog had af en zette het buiten de deur om in de zon te drogen. Toen sloot ze de onderdeur, en daarna de bovendeur en dacht: Wat moet er nou van...
Keutje Een zusje en een broertje Veegden samen het vloertje. Wat vonden ze toen? Een gouden penninkje. Ze wisten niet wat ze koopen zouden. Toen kochten ze der een keutje voor. Maar het keutje wilde niet thuiskomen Of het moest gedragen zijn Van een meisje hupsch en fijn In den lichten maneschijn. Toen gingen ze naar den hond. "Hond, wil-jij keutje...
Hoe de Gruwel aan zijn paard kwam Een eindje buiten het dorp stond een huisje, waar kinderen niet langs durfden. De muren en kozijnen werden elk jaar rood geverfd met paardebloed. Daar woonde de Gruwel, een mannetje met ontstoken ogen en een vuile rossige baard. Voor de Gruwel zelf waren de kinderen nog banger dan voor zijn huisje. Als ze hem zagen...
'Die paardeslagter van ut Weeshuisplein hep zun winkel motte sluite van de Warewet!
O jeeminee, hoezo? Nou, dur zat houtworm in zun paardewors, omdattie p'rongeluk un hobbelpaard hep geslag!'
Dordrecht
