Van den tweedden vastenavent, welcke daer was des dynsdaechs. DEse VII studenten, waeronder datter vier Magistri waren, also sy haren vastenavent ten huyse van Doctor Faustus gehouden hadden, so wierden sy des dijnsdaechs wederom van Doctor Faustus beroepen, want Doctor Faustus hielt groote vrientschap daermede. Deselve, als sy nu des avents met...
Roodkapje Er was eens een meisje dat met haar moeder aan de rand van een groot bos woonde. Dat meisje werd door iedereen Roodkapje genoemd, omdat ze altijd een mutsje van rode stof droeg. Dat had ze gekregen van haar grootmoeder, van wie ze erg veel hield. Op een dag zei haar moeder: 'Roodkapje, oma is een beetje ziek. Ze kan zelf geen boodschappen doen....
Van de slechte dochter. Een moeder leefde met haar dochter; maar deze behandelde de oude vrouw heel slecht. Dat was van algemeene bekendheid. Eindelijk stierf de moeder. Niet lang daarna komt de dochter met den jongen waarmee ze verkeering had in een café. Daar zitten natuurlijk meer menschen, en een komt op haar af en zegt: "Moeder is dood, he?" "Ja,"...
Aan de Zaan heb ik vaak dezelfde legende gehoord als oorsprong van het kapitaal van de familie Duijvis. Toen een familielid van die familie gestorven was, gong de overgrootvader van den heer E.J. Duijvis in 't bed liggen, liet de notaris komen, trok een slaapmuts over zijn oogen en zei met zwakke stem: "Alles voor Teeuwissie, alles voor Teeuwissie."
Jonggetrouwd paar gaat naar bed. De moeder der bruid slaapt in de kamer ernaast en luistert of alles goed gaat. De jonge man wil de slaapmuts die voor hem gereed ligt opzetten en bevindt dat die te nauw is; wat hij ook doet, hij kan zijn hoofd er niet in krijgen en hij zegt tegen de jonge vrouw: 'Ik kan er niet in komen, hij is veel te nauw. Ik zal hem...
In Ilpedam heb vroeger een meid ewoond: die was nergens bang voor. Ze diende in een herberg en dan plaagde ze her dikwijls, maar ze gaf er niet om. Nou wordt in zoo'n herberg natuurlijk van alles verhandeld, en zoo kwam op een goede avond het gesprek op die meid en dat ze zooveul courazie had. "Nou," zei er op lest ien, "ik wed dat ze vanavond om elf uur...
Harddravers. Wie geen muziek maakten, maar wel geluid produceerden, waren de harddravers. Een harddraver was een soort clown. Zijn pak zat strak om zijn lijf en op zijn hoofd droeg hij een puntmuts met 'ne flos. 't Was krêk 'n slaapmuts. Aan zijn pak hingen vele klokskes en belletjes. Zodra hij zich bewoog, begonnen deze belletjes en klokjes te rammelen....
In deaden moest alle guod mei ha dat him takom, lyk as in himd, in sliepmûtse, oars krigen de minsken dy't yn leven bleauwen, lêst en dan woarden se pleage. Dan woarde âlde Piter Poes helle. Dy moest de deade oansprekke. As der dan hwat miste, dat de deade ha moest, dan krige Piter Poes dat yn 'e tange en rikke it sa de deade ta. As er it mei de hân jaen...
Yn Aldegea is 't gebeurd, dat der in man kom to forstjerren en se hienen him it leedguod net meijown, dêr't er rjocht op hie. Hy kom hyltyd werom en dan tikke er op 'e ruten. Doe ha dy lju de doomny der by helle. Dy joech de rie, sy moesten it guod mar op in joun njonken 't hûs dellizze. Dat ha se doe dien: in himd, in lekken, in kessensloopke en in lange...
As hy der yn 'e nacht op út west hie, dan wie er de oare moarns al ier op 'e lappen. Dan skildere hy achter hûs om mei in great sliepmûtse op 'e holle en sliepsokken oan 'e fuotten. Dan tocht elkenien: "Dy hat de hiele nacht op bêd tahâlden."
Et was in dee tyd dat dominy Trochte hyr wounde. Was up et tuppünt van de veandery. Doo seiden see eyns een keyr up een åvend teagen dominy, dat eh med een vergadering of so-yts was … hmm, ‘Heb y der wel eyns um eråden domenear, dat süms de lampen in de kerke branden, terwyl dat der geyn preak is?’ ‘Hmm, nee, ah,’ segt e, ‘dat kan ouk neet.’ ‘Now, en...
Er was eens een meisje dat van haar grootmoeder een rood jasje had gekregen met een kapje en daarom werd ze Roodkapje genoemd. Op een dag zei haar moeder: Hier is een stukje brood. Breng dat naar grootmoeder, want ze is ziek. Maar pas op dat je niet te lang in het bos blijft, ga direct naar grootmoeders huis en stop niet onderweg. Grootmoeder woonde op...
Er was eens een leuk, klein meisje. Ze woonde met haar vader en moeder aan de rand van een groot bos. En omdat ze meestal een rood jasje met een capuchon droeg, noemde iedereen haar Roodkapje. Roodkapje was eigenlijk altijd vrolijk. Maar op een dag gebeurde er iets heel engs ... Roodkapje zat op een kleed in de tuin en speelde lekker met haar poppen....
Dit zijn Roodkapje en haar moeder. Ze wonen bij een groot, donker bos. Roodkapje draagt altijd een rood manteltje, dat haar oma voor haar gemaakt heeft. 'Wil je dit eten naar oma brengen?' 'Oma is ziek', zegt haar moeder. 'Loop maar door het bos. Onderweg niet met vreemden praten, hoor!' Roodkapje zwaait naar haar moeder. Ze loopt het bos in met haar...
Roodkapje mocht naar oma een mandje lekkers brengen, want oma was ziek. Toen ging Roodkapje op weg. Maar de boze wolf sloop tussen de bomen door stilletjes achter haar aan. Ineens stond hij voor haar. " Waar woont jouw oma?" vroeg de wolf. Roodkapje wees hem de weg. Toen begon de wolf te rennen. Hij rende en rende ... recht naar het huisje van oma. Hij...
ROODKAPJE In een groot bos woonde een klein meisje. De musjes, de vinkjes, de konijntjes en de eekhoorntjes, allemaal kenden ze haar. Zij wisten ook hoe zij heette: Roodkapje. Omdat zij altijd een rood kapje droeg, dat haar grootmoeder voor haar gebreid had. Roodkapje hield erg veel van haar grootmoeder. Zondags, als Vader geen bomen hoefde te kappen,...
Roodkapje Roodkapje bracht wat eten naar haar oma die in een huisje aan de andere kant van het bos woonde. Ze mocht van haar moeder niet met vreemden praten. Plotseling hoorde Roodkapje een geluid en ze keek op. Vlak voor haar stond een wolf. Hij was zo aardig, dat Roodkapje hem vertelde waar ze heen ging. De wolf daagde Roodkapje uit voor een wedstrijd:...
Roodkapje Heel, heel lang geleden, woonde er eens aan de rand van een groot, diep bosch, een meisje met haar moeder. Dat meisje werd door iedereen "Roodkapje" genoemd, hoe wel ze eigenlijk anders heette. Maar eens had ze van haar grootmoeder een mooi, rood manteltje gekregen met een mooi, rood kapje. En omdat ze het kapje altijd droeg, wisten de menschen...
Roodkapje Even buiten het dorp stond vroeger nog een heel groot bos. Het was zo groot dat niemand van het pad durfde gaan want anders zouden ze vast verdwalen. Aan de ene rand van het bos stond een prachtig huisje met een rood dak en bruingeschilderde luikjes. Daar woonde een klein meisje met haar moeder. Het kleine kind droeg altijd een rode muts; daarom...
roodkapje er was eens een meisje, dat meisje had altijd een rood kapje op. daarom noemden de mensen haar roodkapje. zij woonde in een huis aan de rand van het bos. op een dag zei moeder tegen haar: “grootmoeder is ziek. hier is een mand met brood, koek en wijn. wil jij dat allemaal naar grootmoeder brengen?" roodkapje wilde meteen al op weg gaan. voor ze...