Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
46 results
Dutch Keywords: boer toverij
In het witte huis in Polsbroekerdam zat een heks. Die heeft ervoor gezorgd, dat op een keer een boer met z'n hele gerij in het water terechtkwam.
nl.verhalenbank.50600
Hier volgt het verhaal van een vrouw van 80 jaar. "Toen ik een kind was, woonde hier vrouw ... (noemde de naam). Van dat wijf werd verteld dat het een spook was en een toverheks. Op een keer had ze een jonge meid ..... (noemde ook haar naam) betoverd. Die jonge meid moest des avonds over de Buitendijk. De Buitendijk was een grasdijk waar koeien liepen...
nl.verhalenbank.13430
Heks Martje Nies kon zich dikwijls in een kat veranderen, als er wat ergens niet in orde was, had er altijd een kat op vensterbank of regenton gezeten en dat was Martje Nies, een klein vrouwtje (zonder uiterlijke kentekenen). Eens toen een boer met een halster in de hand zijn paard uit de wei wilde gaan halen 's morgens vroeg in 't donker, liep hem voor...
nl.verhalenbank.13327
Wy ha hjir froeger buorlju hawn dy hienen in kou. Se wienen deabinaud dat dy bitsjoend wurde soe. Dêrom hienen se altyd duveldrek yn it dek, dan koenen der gjin tsjoensters by komme.
nl.verhalenbank.36432
Toovernij in Opheusden. Vijf boertjes uit Opheusden die een haas over straat zagen loopen, haalden fluks hun geweren. Ze schoten, maar troffen niets ofschoon op de loop van het geweer nog wel een dubbeltje lag. Zonder dit dubbeltje op de loop kan men volgens hun zeggen geen tooverheks raken. Onder hen was nog wel de bekende strooper Kees de Pier, die...
nl.verhalenbank.13069
De bargen krigen hjir froeger altyd duveldrek ûnder 'e trôch. Dan soenen de tsjoensters gjin fet op 'e bargen krije kinne.
nl.verhalenbank.27999
Een boer uit Stein waar ik diende die had 't ok altijd over dat soort dinge, spoke en hekse. As je zo'n ondeugend wijf had, dan was alles in de weer.
nl.verhalenbank.72656
De heks van Stabroek Een grote veekweker uit Stabroek in de polder had ongeluk met zijn koeien. De veearts erbij halen was te duur. Die kon trouwens toch niks beginnen tegen hekserij, want het was hekserij. Hij had nog nooit 'de ziekte' in zijn stallen gehad. Het was allemaal begonnen, toen Trezeke bij hem melk kwam halen. Trezeke was een oud, krom...
nl.verhalenbank.19292
Ingevuld door: [KNIP, gegevens van de verteller afgeschermd] Hoewel ik heel weinig informatie kan verstrekken, wil ik toch reageren op uw verzoek. Als veel mensen iets toezenden, krijgt u misschien toch voldoende stof voor uw boek over volkenkunde in Zeeland. Ik volg de vraagnummers. Als ik geen inbreng kan hebben, sla ik het vraagnummer over. Mijn...
nl.verhalenbank.42219
Ik heb nog ’n aander verhaal gehörd over ’n uul, datter ’n klein bietje op ’t vörrige liekt. ’n Boer, die opten diek wonde, gieng tweemol daags de bieste melke ien de ward. Smèrs vroeg zat er bé’j de wei ien ’n boom altied ’n uul te roepe. Ik doch: “Da mo mar es uut zien”. En op ’n mèr noom ik [’t] gewèr, loaidenet en deej bovenien de loop ’n stukske...
nl.verhalenbank.49666
Ja, daar had je ook een verhaal van. D'r was een boer en daar wou de karn niet af. De karn was betoverd. Toen de gloeiende pook d'r in. Ze hoorde een vreselijk geschreeuw. Toen was de karn af.
nl.verhalenbank.72807
Witte Wieven waren hier bekend. Men geloofde dat ze ongeluk aanbrachten. Een verhaal gaat hier, dat een boerenzoon laat naat huis terugkeerde en langs een plek kwam, waar een wit wief een gebraad aan het spit ronddraaide. De boerenzoon beledigde haar, waarna het witte wief hem met een bijl achterna zette. Gelukkig voor de boerenzoon kon hij nog net de...
nl.verhalenbank.13624
De "witte wieve" kwamen overdag wel eens op de "hiele", 'n zolderbergplaats, die wat lager lag dan de eigenlijke zolder. Ze stookten midden in 't hooi 'n vuurtje, maar je hoefde niet bang te zijn dat je huis in brand vloog, want "ons vuurtje doet geen kwaad", zeiden ze.
nl.verhalenbank.13287
Een boer was mee paard en waoge op stap. En hij lee aan bij ne herberg. Nou dronk die daor een potje bier. Maer toen die wegging zee de herbergierster: "Ge mot dat en dat meebrenge en as ge 't niet doet, lak oe paord in 't water rije". En ze dee 't ok!
nl.verhalenbank.72728
Nog zo iets. Ze wandelde naar Viane. D'r komt een boer voorbij met paard en wage. "Mag ik meerije?" "Nee", zegt die boer. Maar een end verder wou 't paard niet verder! Dat vrouwtje komt dichterbij. "Mag ik nou nog niet meerije?" ,Ja, stap maar in!"
nl.verhalenbank.72883
M'n grootvader was hier ook boer. Hij had hier een boerderij, hij moest de koeien in de wei gaan doen. De koeien begonnen te dansen, d'r sprong d'r een boven op 't dak. Dat vrouwtje komt naar buiten, ze zegt: "Kom maar naar beneden, koeigie". En de koei kwam rustig naar beneden zonder dat ie de benen brak, helemaal van 't dak af!
nl.verhalenbank.72868
’n Boer woonde met meid en knecht. Geregeld kwam er ook ’n arme weduwe. Alle varkens stierven er. Men raadpleegde de Paters van Helmond. Die adviseerden de weduwe voortaan van de boerderij te weren. Daarmee hielden de onheilen op.
nl.verhalenbank.47518
Een ander verhaal. D'r was een boer* an de hooibouw. 't Hooiland was achter de stee. Iedere keer as die halverwege was, sloeg de hooiwage om, En 't hooi lag d'r goed op. Drie keer op een dag viel d'r een voer hooi om, halverwege. Dat werd toegeschreven an een oud vrouwgie. *in Brandwijk
nl.verhalenbank.51019
Door ouden wordt nog van de Wit Wieve verteld, die alleen kwaadaardig waren, wanneer ze getergd werden. Zo wordt verteld dat een boerenknecht eens het spit bracht naar de plaats, waar zij woonden. Hij werd door eene der witte wieve achtervolgd, doch hem niet kon inhalen, omdat ze in de haast maar een schoen had kunnen aantrekken. Toen de knecht het huis...
nl.verhalenbank.13623
Je had vroeger bij ons een boer, een echte stroper. Die had een vriend, die was net eender hand als hij. Op een keer trekken ze d'r op uit. Twee beruchte stropers die voor de duvel niet bang waren. Maar anders gongen ze nooit zundags stropen. 't Waren mensen die zundag hieve. Maar toen die keer zouwe ze zundagsaves gaan strope, met de lichtbak. Affijn ze...
nl.verhalenbank.50941
64