7 results
Dutch Keywords: kunst
Toovenaars. Iemand uit IJzendijke, die de kunst verstond, wilde eens een grap uithalen met een vriend. Door het gaatje van den gootsteen, zette hij een beestje naar binnen, en dat werd al maar grooter, al maar grooter. Eerst was het als een hond, toen als een kalf, toen als een koe, want de toovenaar was de spreuk vergeten, om hem weer kleiner te maken....
nl.verhalenbank.39089
Iemand, die de zwarte kunst verstaat en wagens wil laten stilstaan, moet eerst vragen of hij mee mag rijden. Bij weigering prevelt hij iets, waarop het paard kreupel wordt en hem niet kan voorbij komen. Mag hij eindelijk meerijden, dan prevelt hij weer iets, en het paard wordt weer even zoo als vroeger. De vader van mijn zegsman had het van een smid te...
nl.verhalenbank.9256
Toovenaars. Omstreeks 1870 woonde er in Vlissingen een cacaofabrikant, die de zwarte kunst uitoefende. Eens stond hij in een poort van de Kalkhofstraat een pijp te rooken, toen er een meisje voorbij ging, die hij lachend toeknikte. Toen was ze gedwongen die korte straat een vol uur op en neer te loopen; eindelijk verdween hij binnen de poort en de...
nl.verhalenbank.39092
Almers G. uit de Beets (Noord-Holland). Behalve dat zij den dood kon voorspellen, verstond zij de kunst om zieken gezond te maken. Eens zag ze iemand aankomen, krom van de rheumatiek. "Wie is dat?" vroeg zij aan mijn zegsman. "Wel N.N.," was zijn antwoord. "Dat mag niet," zei G., en van af dat oogenblik zag mijn verteller N.N. rechter op gaan loopen....
nl.verhalenbank.9422
Toovenaars. [Evenals de heksen kunnen ook de toovenaars iemand den ganschen nacht laten dwalen.] Op Wissekerke kwam eens een koopman met hoeden en petten. Een zekere Joost de B. liet den koopman uitpakken. Joost bekeek iederen hoed, paste iedere pet, maar kocht niets. De koopman had in de gaten, dat hij gewoon voor den mal werd gehouden, en omdat hij de...
nl.verhalenbank.39091
Hendrik van der Molen het hier woond dat in eindje uut. Maar een stap of wat van ons af, hier flakbij. Hij was faak bij ons. Hij was een duvelbander, seiden se. Hij het al jaren wei west. Ons moeke was weduwvrouw. Op in kear kwam Hendrik bij ons, doe froeg hij om de puidel van de tabak. Myn broer had der een. "Mooi jongen", zeedie. 't Was een fremdig man....
nl.verhalenbank.23967
Yn Grinslân wenne in man, dy hie in hiele protte jild. Foardat er stoar bigroef er dat yn 'e groun, ergens ûnder in stien. Mar hy die oan duvelskunsten en hy hie it sa dien, dat noait ien dy skat út 'e groun krije koe. Bigounen se op dat plak to dollen, dan sakke it jild fierder nei ûnderen ta. Op in kear, foar syn dea, sei er: "Dat jild kin der oars net...
nl.verhalenbank.20730
7