48 results
Nauw verwant aan de aardmannetjes, zijn de alven of elfen, oorspronkelijk geesten van afgestorvenen. 13). Holle, de doodsgodin, is hun koningin. De "witten" herinneren aan de faireys der Keltische landen; en bij haspelend kaboutervrouwtje zal menigeen denken aan de spinnende witte juffers. (zie no. 94-97.) De sagengebieden zijn niet door grenssteenen...
No. 16. In de omgeving van Leende woonden de aardmannekes in de heuvels op de heide. Vroeger kwamen ze in sommige huizen 's nachts werken, zoodat in den vroegen morgen het brood gebakken, de vloer geschuurd en het graan gedorscht was. De menschen geloofden dat de kabouters altijd door de schouw naar binnen kwamen, en door die opening ook weer vertrokken....
nl.verhalenbank.46550
No. 12. Te Oerle kwamen ze ook in de huizen om de menschen 's nachts met hun werk te helpen. Meestal vroegen ze om een kat, want kattenvleesch lustten zij bijzonder graag. Die kat braadden ze dan boven een vuur, dat ze aanlegden tegen den korentas in de schuur, en daar is nooit brand van gekomen. Om 't branden van het graan te verhinderen, wierpen de...
No. 8 Een troep kabouters had een onderaardsch verblijf in een tuin, bij de woning van A. Dekkers, dat voor 't oudste huis van Bergeik doorgaat. Dikwijls kwamen ze bij vroegere bewoners, wier namen nog algemeen bekend zijn, om keukengerei te leenen, of om eten en drinken te vragen. Kregen ze het verlangde niet, dan kon men er zeker van zijn dat het werk...
nl.verhalenbank.46540
Bij §2d, Aant. 1940, fol. 17II [„Guernsey”, &c., JWHE.] Miss Evely , Queripel, 28 jaar oud, vertelt dat men op Guernsey regelmatig kabouters -„gnomes”- waarneemt. Ten aanzien van vreemdelingen praat men daar niet, althans niet graag over. Zij zegt zelf nimmer een kabouter te hebben gezien: niet iedereen heeft de gave die aardgeesten te kunnen...
Bij §1, Aant. 1955, fol. 146d [„Hier en daar ontstaan door de handel nieuwe sporen, de z.g. Hessenwegen”, &c. = Ens.]. Toevoegen: „De oude „Hessenweg” te Nunspeet lag, naar ik mij herinner in een natuurgebied dat de naam had een verblijfplaats te zijn van kabouters. De „oude heer Van Dam (zie fol. 110c, §6) wees in de twintiger jaren aan...
nl.verhalenbank.48592
Herhaalde malen hebt u reeds kunnen zien dat kabouters zeer behulpzaam waren. Maar pas op dat men hen niets in de weg legde, want dan waren de gevolgen meestal niet te overzien. Dat ondervond ook een boer in Eersel. Die boer dan had zijn land in het Eerselse bos, vlak tegen een kabouterweg aan. Het was voorjaar en mooi weer. De boer was bezig met het...
nl.verhalenbank.49840
In Son moet vroeger een boer gewoond hebben die het heel goed ging. Hij werd met de dag rijker. Op een avond wilde hij naar bed gaan, toen hij op de trap iemand zwaar hoorde zuchten, alsof die iemand een zware last met zich mee droeg. De boer opende de deur van de zoldertrap en zag daar een kabouter staan met een korrel graan naast zich. De boer had zin...
nl.verhalenbank.49842
Alvermênnekes Verschrikkelijk lang geleden, zo vertelde Kulhannes, woonden er in Liemt vele alvermênnekes. In de Scheeken, de Geelders, op Velderen, op de hei van het Lagevoort, tussen het grove gras van het Broek en in het bos, dat tegen Kleinder Liemt aanlag, hadden ze hun nestjes. Ook woonden ze bij deze of gene boer in de hooiberg, de stromijt, in de...
Dit ondervond 'ne klompenmaker, die in de Snijersstraat woonde. Deze klompenmaker, die 'ne kop groeide als iemand hem bestuitte, en gruwelijk kuwen en kijven kon, deed op de feestdag van Sint Jozef altijd 'n beetje krenterig. Er werd gezegd, dat hij op 'ne cent kon kakken en 'ne halve cent meerdere keren omdraaide voordat hij iemand 'n sneveltje gaf. Op...
Onder de visse hebbie een koninkie. Meestentijds een bliek of een voorn, maar ok wel een kolbliek of een grondel of een winde. Ze ben klein en groot. Maar schubben hebben ze niet. Maar die slijmlaag is wel tien keer zo dik as bij andere visse. Als je nou een grote trek visse heb dan hebbie daar altijd een koninkie bij. Maar ik denk, datje wel duizend pond...
Aant. 1942, fol. 37, toevoegen aan F1: ,,Truitje Overmeen-Wuite (zie documentatie §9/1942), die regelmatig contact zegt te hebben met kabouters, vertelt, dat zij, wanneer zij 's avonds in duister buiten loopt, een met ijzer beslagen wandelstok meeneemt. Het metaal, ijzer, houdt de kabouters op een afstand, wat nodig is, omdat de plaagzieke aardgeesten...
Het sagenmotief dat men de kabouters, om hen te foppen, oneetbare kost voorzet (no. 16, 20) keert hier weer in verband met den dood van den kabouterkoning. No. 31. De kabouters, die listige dieven, hadden bij een boer te Aalst al het graan van den zolder gehaald. De boer beklaagde zich daarover bij zijn buurman. Deze echter kon niet gelooven dat 't kleine...
nl.verhalenbank.46565
Dutzow: aus dem Bericht des Archivrates Masch über die Unterirdischen in Dutzow-Sandfeld 1722: Endlich gelang es dem Priester Adam Joachim Eckardi in Roggendorf, die Unterirdischen wegzubeten, und sie zogen von dannan. Es erschien eines Tages ein kleines graues Männlein im Fischerhause am Schaalsee und hat den Fischer gedungen, es den ganzen Tag über die...
[12046] Zwerge: Abzug
En mand kom efter, at nar karlen gabede, sà gabede hans kone også, og han troede da, det var for godt imellem dem. Så en dag kjorte han til skovs med konen, og kjorte rundt i den for at finde et træ højt nok til at hænge hende i. Hun siger da: "Vi kjører rundt i skov, som gaben gar rundt i støww." Manden spurgte, om det kunde sådan ga rundt. Ja, det...
da.etk.JAH_03_0_00446
U weet dat er in het heuvelachtige Brabant nogal wat bergjes waren, waar de kaboutermannetjes hun verblijf hielden. Die bergjes werden dan ook 'Kabouterberg' genoemd. We kennen ze in Eersel, Steensel, Duizel, Hapert, Bladel, Veldhoven, Sterksel, Reusel en waar al niet in het Kempenland. De belangrijkste berg was echter te vinden in Hoogeloon. Daar hadden...
nl.verhalenbank.49852
Bij J8: „De jachtopziener –tevens „onbezoldigd rijksveldwachter”- M. v.d. S., kwam, samen met zijn collega H.F.R., in de vroege morgen terug van een surveillance in het Biesterveld, waar in die dagen de stropers zéér actief waren. Het was nog niet geheel licht toen zij de nietige en zeer afgelegen woning van vrouw J.B. wilden passeren. Zij kenden de...
Bij no. AF-07-36/A, Aant. 1946, fol. 93d-g: „De ollen dee der nog zoo leuk van wussen, sint alle vort” - maar niet Jantje Harwig, 79 j. voormalig textielarbeidster. Haar mededelingen worden vermeld in Aant. 1946, fol. 93 d-g. In het kort: Kabouters komen in ons land in bepaalde streken voor. Zij trekken van het zuiden naar het noord-oosten, langs twee of...
[55.07] Ja, kabouters dat zijn dingen die we allemaal wel kennen als tuinkabouters. Maar of die echt bestaan, ja, sommigen beweren van wel en anderen van niet. Maar je kunt ze niet zien, he, maar toch zijn ze d'r wel degelijk, want als het woord bestaat, dan moeten d'r ok kabouters zijn anders kun je da woord natuurlijk ook niet eh.. ergens vandaan halen,...
Bij Aant. 1948, fol. 427e: ,,Een pentakel, dat de drager in staat zou stellen zich te verstaan met kabouters", &c.; zie onder Grada Steenhagen, Aant, 1948, fol. 432a: ,,Dit pentakel ontleent zijn kracht aan de Engel Adanachiël, die zowel Venus als de Boogschutter beheerst. Het heeft de eigenschap de aardgeesten tot gehoorzaamheid aan de drager te...
26