Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
18 results
Dutch Keywords: zitten toveren
Een vrouw liep met een boer 's avonds langs den weg. Zij moesten een huis voorbij waar volgens velen een tooverheks woonde. De boer zag voor de deur van de zoogenaamde heks iets zitten - een kat - en zei: "Nou zal ik eens zien of ze tooveren kan." Hij ging er heen en schopte tegen de kat. Maar owee, de kat bleef aan het been van de boer hangen, en beiden...
nl.verhalenbank.9032
Omtrent Grietje Holleman nog het volgende. De kol zit vaak in een kaars. Voor jaren was zij ook aan het kollen en had zitplaats genomen in een kaars. Om de kol te verwonden gaf men een snee in de kaars en den volgenden dag bleek dat G. Holleman een snee over den neus had. Zoo is men te weten gekomen dat zij kollen kon.
nl.verhalenbank.8607
Guon tsjoensters kinne har yn dieren foroarje. As men op sa'n dier sjit, dan hat de tsjoenster de oare deis in blau eech.
nl.verhalenbank.23025
Jan Hepkes koe mear as in oar. Hy koe om 'e bocht sjitte.
nl.verhalenbank.23460
In Flieren kwame vroeger de heksen snachs wel ré’je op te pèrd. En zo hard en zo lang, dat de pèrd doodmuij ware, vol schuum en nat as woater. Ze ware helemol afgereje, zoda ze overdag nie of hos nie mer kosse werke. Op ’n keer sproke de Flierense boere af, da ze snachs de wach zoue houe. Om twoalf uur hörde ze opens ’n gezoef dur de loch en dor kwame ze...
nl.verhalenbank.49648
Der wie in man, dy woe 't tsjoenen leare. Dêrfoar moest er nei 't hûs fan Bintum, fjouwer ûren boppe Grins. Dat hûs wie kapt út ien stik stien en hie in reinwettersbak sûnder groun. Dêr woarden de forgaderingen fan 'e tsjoensters hâlden. De tsjoensters fleagen yn in wanne dêr hinne. Dat die dy man ek. Hja kommen yn it hûs. 't Wie der allegear mei swarte...
nl.verhalenbank.33402
Op Urk was een kind van twee-en-half jaar zoek. De moeder liep radeloos het eiland rond, maar kon het nergens vinden en niemand had het gezien. Diep bedroefd kwam ze eindelijk weer in huis terug. En wie zat daar bij de tafel? Het vermiste kind! "Maar liefje, waar ben je al dien tijd geweest?" "In de stoof, moeder!" Je begrijpt dat de moeder schrok. "Maar...
nl.verhalenbank.9394
Trijntje Parrekiet (weduwe Jansen alias Koeman) te Broek in Waterland kon kollen. Het was een zeer bizonder mensch. Ze rookte, pruimde en dronk genever. Eens heeft ze het iemand willen leren. Deze moest daartoe dicht naast haar komen zitten en alles woordelijk nazeggen. Haar leerling beloofde dit. Daarop kwam eerst een kalf naast hen staan, en toen een...
nl.verhalenbank.9263
Sa'n 75 jier lyn is 't gebeurd dat der to Kollumersweach in feint wenne, dy hie forkearing mei in faem. Hy siet op in joun by har op. Doe fornaem er ynienen, dat hja net mear op 'e stoel siet. Ynpleats dêrfan lei der in pânse op 'e stoel. Doe wie dy faem der op út to tsjoenen. Ik haw har skoan kend.
nl.verhalenbank.29809
Der hat hjir yn 'e buert in man wenne, dy hie, doe't er noch feint wie, forkearing mei in faem. Dy faem, dat wie in tsjoenster. It gebeurde wol, as er by har siet, dat har stoel ynienen leech wie. Dan wie hja der op út to tsjoenen. Dan bleau se in ûre of ek wol langer wei. In skoft letter siet se der wer. De feint hat it op 't lêst útmakke, hy woe net mei...
nl.verhalenbank.29819
Der wie ris in famke en dat kom is by oare minsken yn 'e hûs en doe seach se dêr in gatsjepanne stean. En doe sei se: Hea, ha jimme ek in gatsjepanne? Ja sjoch, sei se, ik wie fannacht in fûgeltsje en doe siet ik op 'e gatsjepanne en doe mast ik krúskenaeije. (Dat bern learde it tsjoenen fan har mem)
nl.verhalenbank.11570
Mijn Uitdammer deed mij ook het volgende verhaal. Op Terschelling had een rijke boerejongen verkeering met een rijke boeremeid. Zij was niet allien rijk, maar ook mooi, zoodat die jongen stinkend veel van haar hield. Op een goeden dag zei een kennis teugen hem: "Jan," zeidie, want Jan heette die jongen, "Jan, je hebt een beste meid, maar het is een kol."...
nl.verhalenbank.9210
Er was ereis een molenaar, die zijn molen 's nachts maar niet wou draaien. Wat ze er aan deden, het gaf allemaal niets. Geen knecht kon hij houden; want, of ze kwamen verschrikt 's nachts uit den molen vliegen, of ze bestorven het, als ze er een poosje geweest waren. Op een goeden dag komt er een bedelaar aan de deur. "Wil je helpen malen," zei de...
nl.verhalenbank.9409
Op Urk was een kind van twee-en-half jaar zoek. De moeder liep wanhopig het eiland rond, maar kon het nergens vinden. Diep bedroefd keerde ze naar haar woning terug. Tot haar verwondering zat het kind bij de tafel. "Waar ben je al die tijd geweest, lieffie?" "In de stoof, moeder." Je begrijp dat de moeder schrok. "Maar kind, hoe kwam je daar in? Je bent...
nl.verhalenbank.9211
5.16. Het hoofdkussen vol rozen Hier heet een vrouw gewoond, enfin en die wier ook uitgedaan da ze kon toveren en die woonden hier kortenbij. Ze kwaam bij ons altij in de winkel. Op ne keer bij de buurvrouw was er ne jongen ziek. Die zei 'da doet de die, die heet die te pakken'. En die wier van den ene kant naar den andere gesleurd en die dronk zijn eigen...
nl.verhalenbank.44453
HIJ HAD ER GENOEG VAN In Mierlo klopte eens een jonge bakkersknecht aan de deur van een bakkerij. Zij werd opengedaan door de bakkersvrouw die weduwe was en de bakkersknecht vertelde het doel van zijn komst: hij zocht werk. De bakkersvrouw had juist iemand nodig en nam de bakkersknecht aan tegen kost en inwoning. Ze stelde echter één voorwaarde: hij mocht...
nl.verhalenbank.49574
Ik: "Toch aardig met zukke kollen: dan ben het vliegen, en dan ben het muizen. Je zoudt zeggen: hoe ken het?" Nadort: "Zeg dat wel, mijnheer, maar soms ben het vogels, maar den ben het eigenlijk geen kollen. Dan is het meer zwarte kunst. Uwe weet wel, dat ik ers van de strontkar bij Klaver gevallen ben, en dat me vrouw toe zoo akelig was. Nou, toe had al...
nl.verhalenbank.9312
Bie n boer dainden es n moal n grode knecht en n lutje knecht. Op n dag vuil et de grode knecht op, dat lutje aal man moagerder wur; ook was e zo stil en zee biekans niks meer. Hai muik zuk dr zörgn over en vruig aan zien kameroad: “Wilt, mien jong, doe vermoagerst bie de dag; wat he-st; scheelt die wat?” “Dat kan ik die nich verteln”, zee Wilt. Grode...
nl.verhalenbank.45695
24