Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
14 results
Organizations: Meertens Institute Dutch Keywords: spreuk
Als u op een mooie zomerdag, genietend van de natuur door het bos of park wandeld, moet u eens letten op de beukenboom. Dan ziet u rondom rond zo’n hoge boom vaak een kring van paddenstoelen staan. Vroeger en nu ook nog wel, werd zo’n kring van paddenstoelen een heksenkring of heksenkrans genoemd. Want daar dansde vroeger de heksen. Waarom juist de...
nl.verhalenbank.70209
De nachtmerrie wordt verondersteld door een tooverheks bewerkstelligd te worden. Bij de paarden des avonds als alles ter ruste is, komt zoo'n heks de paarden op alle manieren plagen, zoodat zij een vervaarlijk leven maken en de manen van deze dieren heel en al verwarren en wanneer men licht on[t]steekt en gaat kijken, ziet men niets. Het beste middel...
nl.verhalenbank.34689
De heksen bestrijken zich met tooverzalf en vliegen dan, onder het uitspreken eener tooverspreuk, den schoorsteen uit. Een boer ontdekte op zekeren nacht dat zijne vrouw het bed had verlaten. Hij zag haar onder den schoorsteen staan, bezig zich te besmeren, en vroeg wat zij uitvoerde. Zij zeî: Ik ga een reisje maken; wil je meê? Dan moet je zeggen: «Er...
nl.verhalenbank.57911
Hja fortelde, der wie in tsjoenster, dy hie har it tsjoenen leare sild. Doe sei dy tsjoenster tsjin har: "Dû mast my dit neisizze: - Hier zitten we onder de weilge (= wylch), vervloekende God met al zijn heilge. -" Mar Antsje hie sein: - Hier zitten we onder de weilge vervloekende de duivel mei syn hiele oanhang - Doe hie se 't tsjoenen net leare kind.
nl.verhalenbank.20541
Zoo was er eertijds te Holysloot een kind van een bakker ziek. Aangezien er niet spoedig verandering ten goede kwam, werd dit aan de werking van een of andere kol toegeschreven. Men onderzocht, om dit te weten te komen, het hoofdkussen van het kind en vond daarin de duidelijkste bewijzen (rozen, sterren enzovoort). Dat kussen werd nu in den oven gestopt...
nl.verhalenbank.9404
SO: Ken je spookverhalen? AB: Die spookverhalen he, met oproepen he, dan zeiden ze dat er dingen konden bewegen in het huis. SO En hoe deed je dat dan? AB: En dan nou gewoon in een cirkel zitten en dan van die spreukwoorden. SO: Wat voor spreuken dan? AB: Ja eh ik weet niet, het was wel uit een boek hoor, het was wel uit een boek. Ik denk een voodoo en...
nl.verhalenbank.45843
As wy as bern nei Piters Willemke, de tsjoenster ta moesten, seinen wy fantofoaren gau even trije kear achterelkoar: "Né, âlde duvel, krijst my net!"
nl.verhalenbank.36340
Op ’n plek kwame nou en dan ouwe wieve bé’j mekoar. Eén van die vrouwe gieng dan wel es weg um te gon hekse. Ze smèrde d’r eige dan ien med’n zalf of zoiets, uut ’n döske. Dan zei ze: Utemetuut, de schorsten uut Over heggen en struuk. En dan kos ze hekse. Ze gieng op ’n bessemsteel de schorsten uut. En wa ze dan vorders deej, wiste ze niet. Eén van de...
nl.verhalenbank.50483
Trijntje Parrekiet (weduwe Jansen alias Koeman) te Broek in Waterland kon kollen. Het was een zeer bizonder mensch. Ze rookte, pruimde en dronk genever. Eens heeft ze het iemand willen leren. Deze moest daartoe dicht naast haar komen zitten en alles woordelijk nazeggen. Haar leerling beloofde dit. Daarop kwam eerst een kalf naast hen staan, en toen een...
nl.verhalenbank.9263
DE HEKSENMOEDER EN HAAR DOCHTER Er was eens een jongeman die danig verliefd was op een knappe boerendochter. De liefde was wederkerig, al stelde het meisje één voorwaarde: de jongen mocht alle dagen komen, behalve op vrijdagavond. De jongen hield zich daaraan, maar op den duur begon hij toch verschrikkelijk nieuwsgierig te worden. En ja hoor! Op een...
nl.verhalenbank.49577
Us beppe (in Grinslânse) fortelde: Op it Westersân by Oldekerk yn Grinslân wennen trije âldfammen. Dat wienen tsjoensters. Sy woenen alle trije wol graech in man ha, mar sy krigen noait oansyk. Dat kaem omdat se de frije kúnst útoefenen. Der wienen trije gereformearde âlderlingen, dy woenen wolris wite, hoefolle dêr fan oan wie; fan dy duvelskunsten. Dy...
nl.verhalenbank.19700
L: En owwer dee heks, hekserij, doar woar wie doar wounn in de Zoek, doar was ok ne buurvrouw, dee kon ok heksn, zedn ze dan, ik wet nich, wie warn ja jong keerls, doar wounn een bie in en den hetde Mölnbrook, dee wounn der bie in en dee vrouw was ok behekst, zoa at ze doe dan zedn hè, dat was nen militair luk, den hef doar op schötn op dee heks en doe...
nl.verhalenbank.128677
HIJ HAD ER GENOEG VAN In Mierlo klopte eens een jonge bakkersknecht aan de deur van een bakkerij. Zij werd opengedaan door de bakkersvrouw die weduwe was en de bakkersknecht vertelde het doel van zijn komst: hij zocht werk. De bakkersvrouw had juist iemand nodig en nam de bakkersknecht aan tegen kost en inwoning. Ze stelde echter één voorwaarde: hij mocht...
nl.verhalenbank.49574
Hendrik van der Molen het hier woond dat in eindje uut. Maar een stap of wat van ons af, hier flakbij. Hij was faak bij ons. Hij was een duvelbander, seiden se. Hij het al jaren wei west. Ons moeke was weduwvrouw. Op in kear kwam Hendrik bij ons, doe froeg hij om de puidel van de tabak. Myn broer had der een. "Mooi jongen", zeedie. 't Was een fremdig man....
nl.verhalenbank.23967
14