Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
12 datasets found
Dutch Keywords: roepen stelen
Spookdieren In het huis Molenstraat 36 werd vroeger logement gehouden door "den Dütsje Jan", een gewetenloze boer. Als schapendrijvers 's nachts hun dieren hier stalden, verving Jan de besten door zijn eigen slechte. Hij ging zelden ter kerke. Op een Kerstnacht, toen zijn huisgenoten ter nachtmis togen, bleef hij te bed terwijl de meid om 6 uur ging...
nl.verhalenbank.13459
n Betrouwboar persoon oet Veele vertelde mie ais: "Ons kinder ruipen s oavends voak dat dr wel um t hoes tou luip. Ze laggen op berre en wurn dan baange. De honden sluigen ook aan. En de andere dag stön de deure van t achterhoes oopm. Wie hebt wol al op paast mit de buurn, en dan kwam dr niks. Pazzen wie nich up, dan können ie dr op aan: deure lös, slot...
nl.verhalenbank.43137
Er was eens een vrouw aan het pannekoeken bakken. Het gelukte niet al te best; ze kon de koeken niet naar de zin krijgen. Daar ziet de vrouw een zwarte kat op de onderdeur van de baander* zitten; het beest roept: “Ie ebt et meel esteuln, ie ebt et meel esteuln.” De vrouw wordt hels op die smerige kat en geeft hem een mep met de hete pan op de kop. Een dag...
nl.verhalenbank.44673
Ek us doe wie Japik Ingberts yn in tsiispakhûs. Der wienen twa oaren by him. Japik Ingberts wie boven yn 't pakhûs. Dêr wie de tsiis, de oare twa wienen ûnder. Hy joech har de tsizen oer. Doe't der genôch tsizen ûnder wienen, rôp er tige lûd: "Hwat soarte wolle jimme nou ha, wite of reade?" De beide oaren woarden sa binaud, doe't er sa lûd rôp, dat dy...
nl.verhalenbank.20901
Een Sprookje Ergens op een land waren eene menigte katten die daar kermis hielden. Doch niemand durfde hen storen want zij waren allen bang. Ook was in dien omtrek uit den kerk den gouden kandelaar gestolen. Zij besloten dus het volgende jaar eens op de katten te loeren. De dag brak aan en zij gingen in den omtrek op den loer staan. Daar zagen zij tot...
nl.verhalenbank.13174
2.36. Bezigheden, woonplaats en verdwijning van de Kaboutermannekens te Hoogeloon Er woonden in den Kabouterberg, gedurende eenen zeer langen tijd, verscheidene Kaboutermannekens, niet hooger dan ongeveer anderhalven voet. Het waren zeer gedienstige ventjes die, vooral in de nabij gelegene boerenhuizen, velerlei arbeid verrichtten doch er nooit iets...
nl.verhalenbank.50077
No. 301. In een kapel der kathedraal hangt een koperen Gotische lichtkroon. De Antwerpenaars hadden van dat kunstwerk gehoord en wilden het tot iederen prijs bezitten. Met tweeduizend man kwamen ze heimelijk naar den Bosch. Eenigen hunner roofden de kroon uit de hooge kapel en vluchtten daarmee de poort uit. Daar wachtten hun stadgenoten, die gekomen...
nl.verhalenbank.48239
Door heg en struik Een jonkman uit Gulpen had verkering met een meisje uit de omstreken. Dat meisje had de naam een heks te zijn. Zijn moeder waarschuwde hem voor haar. Maar hij kon het meisje moeilijk laten. Om zich toch eens te overtuigen ging hij weer eens een dag naar zijn meisje, stelde zich aan als een beschonkene en liep waggelend over de weg naar...
nl.verhalenbank.43055
RED MIJ! RED MIJ! Sinds den tijd, dat er bij den heer van het slot Terheyden in de Brunssummerhei een roode knecht diende, had de heer den naam, met den duivel op goeden voet te staan. Hij had al lang geprobeerd het mooiste meisje van Brunssum tot zich te lokken, om zijn hartstocht te bevredigen, maar het was ook zijn rooden knecht nog niet gelukt aan...
nl.verhalenbank.42785
Winneweer De Grunnegers binnen anliek rakkers; ze konden in Stad nooit zain, dat 't laand ook wat betaikende. In òl tieden hebben ze allerdeegs de klòkken oet 'n Daam hoald, nòg nait zo zeer omdat ze zulf gainent riek wazzen, mor omdat ze nait verdroagen konden, dat 'n aander ook ain haar. 1) Is nòg al wat aan, om mit man en macht oet zoo'n grode stad te...
nl.verhalenbank.42474
De Duivelsgracht van Gorinchem. Het is lang geleden, zoo lang, dat niemand meer weet wanneer. Er woonde toen in de stad Gorinchem een baron, statig van wezen, die een vrouw had en drie jongens. Zij leefden gelukkig en hun gedachten waren een voorbeeld voor hen, die het goede willen. De oudste der knapen was nog geen man na zijn moeder’s dood. Want zij...
nl.verhalenbank.42086
Het Ronde Putjen (een volkssproke). Van de sage van het melkmeisje, dat water in de melk doet, en daarom na haar dood moet rondwaren, al roepend: Half water, half melk, Te scherp gemeten, De ziel vergeten. is op Walcheren een eigenaardige variant bekend, voor het eerst door den dichter H. J. Schimmel, meegedeeld als Het...
nl.verhalenbank.38934
35