1,357 datasets found
Place of Narration: No name Rijswijk
DE ZWARTE WAGEN Wie indertijd bij Rijswijk de Hoornbrug wilde overgaan, ontmoette daar soms de zwarte wagen of hellewagen, die dwars door de weilanden aan kwam rijden. Men hoorde het knallen van de zweep, het snuivend hinniken van de koolzwarte paarden en het klagend gejammer van de inzittenden, die te laat berouw hadden getoond. Boven alles uit hoorde...
nl.verhalenbank.32587
Jao, da is zo. Da komme van die dampe uit 't waoter of uit een sluis. Maar je moes ze nooit naogoan. Dat. waore ongedoopte kindere.
nl.verhalenbank.72838
Dan kwam d'r een lijkstaatsie voorbij, diegene die 't niet zage, moest op zij. Maor de mense die me den helm gebore ware, die 't zien.
nl.verhalenbank.72839
Tusse twaalf en één niet in 't paardepad, want dan kom je de weerwolve tege.
nl.verhalenbank.125790
De kabouterkes komme 's nachts 't werk doen, zet 't ete maar klaar.
nl.verhalenbank.125791
Da was op een keer, mijn vader was aan het visse en midden in de nacht komt d'r een grote hond anlegge. Mijn vader trok zijn mes en stak naar hem en die hond liep weg. 's Anderendaags komt d'r een man bij zijn boot met z'n gezicht helemaal in de doeke.
nl.verhalenbank.125785
Wie met de helm was geboren, was helderziend.
nl.verhalenbank.125793
Mijn vrouws grootvader, he, die kon wondere vertelle, want die vroegere ouwe mense wiste veel te vertelle van dat soort dinge. Dat weet ik nog. Een boer zei eens tegen z'n vrouw: "Krijgt voor mijn part drieëndertig kindere". En ze heb ze gehad aan een tros en ze staan nog uitgesneje in z'n schuur.
nl.verhalenbank.125787
Nog een andere keer vertelde m'n vader, ze voere met de boot langs de kade en toen zag die dat d'r een wit gezicht met rooie oge bove de kade uitkwam.
nl.verhalenbank.125786
Dat werd wel gezegd: die kat is betoverd.
nl.verhalenbank.125792
De haam moest boven in den boom, dan liep 't veule met de kop omhoog.
nl.verhalenbank.125796
Bij vloed werd het kalf geboren. De zeugen jongen met afgaande water.
nl.verhalenbank.125797
Ja, om naar de pastoor te gaan, laat 'm de wind maar omdraaien.
nl.verhalenbank.125795
De zevende dochter was kogelvrij.
nl.verhalenbank.125794
Daar ginge we vroeger nao kijke. As je te dichtbij kwam, dan liete ze d'r eige zakke.
nl.verhalenbank.72845
Vroeger werd de weeraal gevonge. Da was maor heel zelde. Die werde in een fles waoter gedaan. As die weeraol tekeerging, da voorspelde slecht weer.
nl.verhalenbank.72846
As d'r dauw bove de slote hangt, dan krijg je den anderen dag regen. Padden over de weg: regen. Een druppel aan een aronskelk: ook regen.
nl.verhalenbank.72847
Ze ginge hier 's nachts naar d'r werk met een ploegie en d'r bleef d'r een achter om een kleine boodschap te doen. Hij werd over de weg heen geslage. Maor hij had niks gezien.
nl.verhalenbank.72843
Bijvoorbeeld, da's een toverheks. Die woonde bij de Wiel. Daar spookte 't. De mense ware zo bang, ze ginge de andere kant van de dijk heen. Want de mense werde gewoon opzij gezet, paard en wage van de dijk.
nl.verhalenbank.125788
De zevende zoon moes naar de koning hete.
nl.verhalenbank.72840