26,868 datasets found
Nekkers Aan de zeegeesten moet men offeren. Wanneer een matroos aan boord sterft, laat de bemanning zijn lijk met al zijn bezittingen overboord glijden. Zouden ze dat niet doen, dan kwam er wis en zeker ongeluk van. Komt er nu toch zwaar weer, dan was niet alles, wat den doode behoorde, aan de zeegeesten geofferd. Men zoekt dan in alle hoeken en gaten of...
nl.verhalenbank.38935
Het Ronde Putjen (een volkssproke). Van de sage van het melkmeisje, dat water in de melk doet, en daarom na haar dood moet rondwaren, al roepend: Half water, half melk, Te scherp gemeten, De ziel vergeten. is op Walcheren een eigenaardige variant bekend, voor het eerst door den dichter H. J. Schimmel, meegedeeld als Het...
nl.verhalenbank.38934
Nekkers Jan Haak bewoont al de slooten, kreken en plassen in Zeeuwsch-Vlaanderen; maar men kent hem ook op Zuid-Beveland. Als een kind te dicht bij het water komt, dan grijpt hij het met zijn haak en trekt het naar beneden. In Yzendyke zegt men, dat hij zeven helpers heeft, die in een sliert achter hem aan, meetrekken. Daarom kan hij zelfs groote menschen...
nl.verhalenbank.38933
Meerminnen Men seght dat op de plaets daer Rammekens nu staet Cerenen zijn geweest, die deden Niemandt quaet. Maer wierden veer gehoort in Zee, wanneer ze queelden, En met heer soet geluyt als In- Strumenten speelden: Daer woonden Najades, en niet als Water-Goon, Men sach daer nimmer Mensch Men hoort geen Beestentoon. Deze cerenen (sirenen) en najades...
nl.verhalenbank.38932
Meerminnen Namen was lang geleden een bloeiende plaats in het oostelijk deel van Zeeuwsch-Vlaanderen. De boeren die te Kieldrecht ter markt kwamen, gooiden met goudgeld dat men er stil van werd. Nog veel weet men daar te verhalen over hun baldadigheid. Daarom verscheen er een meermin in een waterput en verkondigde: "Polder van Namen zal...
nl.verhalenbank.38931
Meerminnen De inwoners van Bats droegen den naam van Heeren, ofschoon ze maar boeren waren. Dien naam hadden ze gekregen wegens hun rijkdom en verregaande hoovaardij. Reden ze uit, dan zaten ze in karren met wielen waar zilveren banden om lagen, en hun paarden waren met zilveren hoefijzers beslagen. In de huizen waar ze verteer maakten, betaalden zij...
nl.verhalenbank.38930
Meerminnen De burgers van Schouwen waren slecht en hoogmoedig, en gaven om God noch gebod. Eens kwam een meermin gevlogen, zweefde boven de stad, en zong: "Schouwen, Schouwen, sal vergaen 't Water boven den toren staen." Sinds dien dag beukten de golven steeds heviger tegen de muren der stad, en ze zullen niet aflaten, eer Schouwen...
nl.verhalenbank.38929
Meerminnen Op het eiland Baltrum in Oost-Friesland vertelt men hoe eens de visschers van Schouwen een zeewijfke gevangen hadden. Ze smeekte hen haar toch weer te laten gaan, maar dat hebben ze niet gedaan. Toen ze echter de kans schoon zag, is ze toch ontvlucht, en weer in het water geglipt, maar voor ze in de diepte verdween, riep ze dreigend:...
nl.verhalenbank.38928
Schapekop, scheldnaam voor de inwoners van Dordrecht, oorsprong onbekend.
nl.verhalenbank.38877
Schapekop, Schapedief bijnaam van de Dordtenaar, die stamt uit de tijd van de stedelijke accijnzen. De legende uit de 17e eeuw vertelt ons dat een gestolen schaap, vermomd in jongenskleren, mee de stad in werd genomen via het Veer van Papendrecht en zittend in een karos in het bijzijn van enkele kinderen en zijn smokkelaar. Deze laatste had trek in een...
nl.verhalenbank.38876
Schapekoppen Het verhaal over het ontstaan van de bijnaam Schapekoppen gaat terug naar de tijd dat de overheid al een uitgebreid belastingstelsel had opgebouwd. Vooral de accijns op dagelijkse levensbehoeften als bier, zout, vlees, olie, zeep, azijn, turf en zelfs brandhout drukte zwaar op de bevolking. Ook toen waren er al mensen die de belasting...
nl.verhalenbank.38875
DORDRECHT (Bij verkorting Dordt) "SCHAPEKOPPEN", "SCHAPENDIEVEN" Waarom de Dordtenaars Schapekoppen heeten, wordt door den volkshumor als volgt verklaard: "Voor den invoer van schapen in Dordrecht moest accijns betaald worden. Een Dordtenaar had zin in een lekker stukje goedkoop schapenvleesch. Hij kocht een schaap buiten de stad, dat hij met zijn zoon...
nl.verhalenbank.38874
DE DORDTSCHE SCHAPEKOPPEN Voor den invoer van schapen in Dordrecht moest accijns betaald worden; natuurlijk trachtte men die te ontduiken. Eem burger, die een schaap buiten de stad had gekocht, kleedde het in jongenskleeren, en zette het een pet op en bracht het dier, toen het begon te schemeren, in de stad. Zijn zoon en hij hielden elk een arm vast van...
nl.verhalenbank.38873
To Hurdegaryp wie in hekke, dy't de lju net ticht hâlde koenen. Yn 'e nacht gong er altyd út himsels wer iepen.
nl.verhalenbank.36641
De onsterfelijke Mensch. Ook de sage van den ,,Wandelenden Jood" leeft nog onder het Zeeuwsch-Vlaamsche volk. Van den ,,Anti-Christ" , die eenmaal komen zal, vertelt men op Nieuw Namen, dat zijn vreeselijkste daad zal zijn, dat hij de nagels van de menschen d'r vingers zal afpellen.
nl.verhalenbank.35907
De onsterfelijke Mensch. Het spookte in een oud huis aan de Noordstraat te Terneuzen; dat werd toen door officieren bewoond, nu is het een winkel. 's Nachts was het een helsch rumoer in de kelders en op den zolder. Dikwijls gingen de menschen er naar luisteren; den volgenden morgen was er niets meer te zien. Men zegt ook, dat in dat huis de hoofdman van...
nl.verhalenbank.35906
De onsterfelijke Mensch. Twee of drie eeuwen geleden, wilde een Hollander, Van der Decken, bij een vreeselijken storm, de kaap omvaren. Toen het hem niet gelukken wilde, riep hij razend van woede: ,,God of de duivel, de kaap vaar ik om, al moest ik varen tot het laatste oordeel." En zoo vaart hij nog immer.
nl.verhalenbank.35905
De Helm. Adriana Glerum leefde te Ierseke op kosten van ,,grotte voer", of wel van het burgelijk armbestuur, en was gehuisvest in een tamelijk groot gebouw, dat echter zoo bevolkt was, dat twee huishoudens vaak een kamer bewoonden. Dat gaf vaak aanleiding tot twisten, dan moesten de armvaders tusschenbeiden komen, en met krijt werd op den vloer van roode...
nl.verhalenbank.35904
De Helm. De oude mulder van Ierseke kon den dood ruiken. Als de arts nog geen gevaar voor sterven vermoedde, zei hij reeds dat het mis zou loopen. En dat kwam altijd uit. Ook hij was met den helm geboren, en de minne had tegen het uitdrukkelijke bevel van den dokter, het vliesje op den mestput geworpen, in plaats van het te verbranden. Dat nu had het hem...
nl.verhalenbank.35903
De Helm. Wanneer het hoofdje van een pasgeboren kind met een dun vliesje (amnios) is bedekt, dan zegt men, dat het met den helm is geboren. Adriana Glerum, die ik nog goed gekend heb, was de laatste uit Ierseke, die met den helm geboren was. Dat schijnt tegenwoordig haast niet meer voor te komen, maar voorheen was er in elk dorp toch zeker een. Te Kapelle...
nl.verhalenbank.35902