Organizations
Keywords
There are no Keywords that match this search
Danish Keywords
There are no Danish Keywords that match this search
Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords
There are no German Keywords that match this search
Place Mentioned
There are no Place Mentioned that match this search
Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
Toovenaar door een kruisdaalder vastgehouden.
Iemand was ernstig ziek en het leed geen twijfel of hij was betooverd. 's Avonds kwam een man praten en ging in den hoek van den haard zitten. Dat moest de toovenaar zijn. De vrouw des huizes legde stilletjes een kruisdaalder (1) onder zijn stoel en gooide zooveel brandhout op het vuur of er een os moest...
DE LEVENSLELIE
Heel vroeger heeft er eens een tovenaar geleefd, die de mensen het hoofd afsloeg en het hen daarna weer opzette. Toen hij eens in Leiden zijn kunsten vertoonde, kwam er een zwervend student, die alles van toverij afwist, het vertrek binnen om ook toe te kijken. Nu stond er op de tafel vóór de tovenaar een groot glas met gedistilleerd water...
[Toverkunsten:] Dan hadden ze een kind een snoepie gegeven en dan werd 't een pad!
Toovenaars.
Iemand uit IJzendijke, die de kunst verstond, wilde eens een grap uithalen met een vriend. Door het gaatje van den gootsteen, zette hij een beestje naar binnen, en dat werd al maar grooter, al maar grooter. Eerst was het als een hond, toen als een kalf, toen als een koe, want de toovenaar was de spreuk vergeten, om hem weer kleiner te maken....
Ik zou eens met moeder ergens naar toe. Toen gebeurde het dat een zwarte kat onderweg het pad overstak. Dat was niet best. Een slecht teken. Moeder was er een hele tijd overstuur van.
Als vroeger iemand een zwarte kat had, dan werd hij voor een tovenaar aangekeken.
Bij ons in Moordrecht daar had je vroeger enkele van die mensen, die werden aangeweze als tovenaar of heks. Daar gingen ze voor naar de toverdokter, want ze dachten dat ze betoverd waren. D'r was een man, die was van toverij beschuldigd, een ouwe touwslager, hij had van alles gedaan, as d'r wat gebeurde, dan kreeg hij de schuld. Nou woonde die op die ouwe...
Je had hier in Langerak vroeger een tovenaar, Aai de tovenaar. Hij was een liefhebber van vogels. Hij kwam altijd fluitend de kamer binnen. Dan keek die eens naar de vinkies. Nou woonde d'r hier in de buurt ook een vrouw, die een bietjie lichthoofdig was, een bietjie bijgelovig. Affijn, Aai die komt daar binnen en die vrouw wordt niet goed bij d'r hoofd....
In Langerak had je vroeger een tovenaar. Die gaat op een dag met een paar kameraads op de Poort* naar de kermis. Ze hebben een roeiboot. Ze willen gaan varen naar de overkant. Ineens blijft die roeiboot staan. Ze roeie d'r eige bekant kapot. Ze konden niet overkommen. Toen is die kerel, die kon toveren, zelf gaan roeien. Toen ging het wel. Zijn schuld...
Ik haw stammerige Harm alris in kear oantroffen, doe siet er yn 't bleate himd yn 't hinnehok mei egen sa great as thépantsjes. It wie in echte tovenaar.
nl.verhalenbank.16102
Sihir is een vorm van voodoo. Door deze toverij kunnen mensen gek worden, pijn ervaren of van een vrouw gaan houden.
Toovenaars.
't Was op Hengstdijk. Een toovenaar liet een koejongen achter een haas loopen. Hij kon hem maar niet te pakken krijgen, tot hij er zich bovenop liet vallen, en... hij viel op een zakdoek.
Sommigen kunnen heksen, 't zijn meestal kinderen die behekst worden. Als zo'n vrouw bij een schipper de plank oploopt, en daar is een kruis onder, dan kan ze niet op 't schip komen. Dan blijft ze er buiten.
5.22. Tovenaar doet hengst steigeren en al de beesten losbreken
En koeibeesten losbreken! D'r was er ene en dien haalde dat uit de boeken. Nauw was er ene die mee nen hengst rondrei. En dan mochte gene sterken drank drinken: maar die mocht nogal graag een borreltje. Feke Van Dijk, heetten ie. En die kerel komt hem tegen. 'Hoe is 't, is 't nogal ne...
Toovenaars.
Op de Rouaansche kade te Middelburg stond een meid de stoep te schuren. Toen ze een emmer water uitgooide, werd een matroos die juist voorbijkwam, flink bespat. De meid lachte, maar de matroos zei: "Ik zal je wel krijgen." Toen de meid 's avonds naar bed ging en zich had uitgekleed, kreeg ze onverwachts een klap van een onzichtbare hand. Dat...
Bij ons in de buurt was een ziek. 't Was een boerin. Die werd maar niet beter. Toen zei een buurvrouw van ons tegen haar: "Je moet naar de kwakzalver toe." Die man dat was een duivelbanner. Daar gingen ze heen. Toen zei die duivelbanner: "Je bent betoverd. En als je wilt weten wie het gedaan heeft, dan moet je morgen de kant naar de Ried uit lopen. "Die...
Een man was betooverd. 's Avonds kwam een man praten, ging in den hoek van den haard zitten en werd als de dader van de betoovering aangezien. De vrouw des huizes legde stilletjes een kruisdaalder onder zijn stoel, en wierp zooveel brandstof op het vuur of er een os zou gebraden worden. Toen het vuur geweldig heet was, meende de toovenaar op te staan,...
En d'r was ne man, die ha zo veul praots en een andere man zee: "We ,zulle is een slot op oewen mond zette!" En toen hij dee z'n hand naar de mond van die man. En toen kon die niks meer zegge.
De Feddema's fortelden my us: Wy hienen to murdejeijen west de Godleassingel lâns nei Ikkerwâld út. Dêr wenne âlde Jan Jilderda. By de Jilderda's, dêr koenen se allegear tsjoene. Dy koenen har foroarje yn in kat. Doe't wy oan Jan Jilderda ta wienen, bleau de houn achter ús. Hy doarst net wer by ús wei, net earder as doe't wy in hiel ein fierder wienen.
Vroeger was d,r iemand die zee: ,,Ik ben wel is bij ene mens geweest, die 't kon late waaie. Da was in Wijk en Aalburg. Hij zat in huis en liet 't waaie, hij liet zo hard waaie dat de juttepere van den boom viele. De mense ware bang van 'm!
Bij den zelfden heer Veldhuis te Koog aan de Zaan kwam een jood met appelen.
"Wat kosten ze?" vroeg hij
"In die mand een cent per stuk, en in den anderen twee cent."
"Een cent, twee cent, twee cent, een cent, een cent, twee cent (enzovoort)," zeide hij, telkens naar de manden wijzend, net zoo lang tot alles door elkaar lag.