176 results
Dutch Keywords: betoveren
Toovenaar door een kruisdaalder vastgehouden. Iemand was ernstig ziek en het leed geen twijfel of hij was betooverd. 's Avonds kwam een man praten en ging in den hoek van den haard zitten. Dat moest de toovenaar zijn. De vrouw des huizes legde stilletjes een kruisdaalder (1) onder zijn stoel en gooide zooveel brandhout op het vuur of er een os moest...
nl.verhalenbank.35056
Op den Dolder hadden ze 't altijd over de grijze kat. Die wouën ze niet in huis hebben, want dat was een tovenaar. Een vrouw heeft mij eens verteld: "Ik ben mijn muts eens kwijt geraakt en die had die kat uit de doos gehaald. En die kat zat in die muts. Die wou mij betoveren."
nl.verhalenbank.27084
Je had hier in Langerak vroeger een tovenaar, Aai de tovenaar. Hij was een liefhebber van vogels. Hij kwam altijd fluitend de kamer binnen. Dan keek die eens naar de vinkies. Nou woonde d'r hier in de buurt ook een vrouw, die een bietjie lichthoofdig was, een bietjie bijgelovig. Affijn, Aai die komt daar binnen en die vrouw wordt niet goed bij d'r hoofd....
nl.verhalenbank.50943
Sommigen kunnen heksen, 't zijn meestal kinderen die behekst worden. Als zo'n vrouw bij een schipper de plank oploopt, en daar is een kruis onder, dan kan ze niet op 't schip komen. Dan blijft ze er buiten.
nl.verhalenbank.24207
Een man was betooverd. 's Avonds kwam een man praten, ging in den hoek van den haard zitten en werd als de dader van de betoovering aangezien. De vrouw des huizes legde stilletjes een kruisdaalder onder zijn stoel, en wierp zooveel brandstof op het vuur of er een os zou gebraden worden. Toen het vuur geweldig heet was, meende de toovenaar op te staan,...
nl.verhalenbank.13060
Bij ons in de buurt was een ziek. 't Was een boerin. Die werd maar niet beter. Toen zei een buurvrouw van ons tegen haar: "Je moet naar de kwakzalver toe." Die man dat was een duivelbanner. Daar gingen ze heen. Toen zei die duivelbanner: "Je bent betoverd. En als je wilt weten wie het gedaan heeft, dan moet je morgen de kant naar de Ried uit lopen. "Die...
nl.verhalenbank.21700
Myn omke sei altyd tsjin Binne: "Ik warskôgje dy ast my hwat dochste, hwant dan slach ik dy dea." Dan sei Binne: "Ik doch dy neat."
nl.verhalenbank.38072
Alde Klaes Skeltes Tryn koe fleane.
nl.verhalenbank.12238
Hil Mud wenne op 'e Sumarre Tike. Dy gong ek foar in tsjoenster troch. Dy mat ek wol bern bitsjoend ha.
nl.verhalenbank.21182
Jehannes koe de minsken ek stean litte.
nl.verhalenbank.38097
As jo fan in tsjoenster hwat oannimme en dat ite jo op, dan kin se jo bitsjoene.
nl.verhalenbank.23878
I. De duivel 5. Zijn U bepaalde personen bekend, die als duivelbanner of duivelbanster worden geraadpleegd? In welke gevallen gebeurt dat? Mijn moeder vertelde mij meermalen over een man, die “ook meër kon as een gewoön mins”, hoewel hij er zelf geen voordeel van scheen te hebben. Hij had bv. de eigenaardige gewoonte, dieren (soms ook mensen) aan te raken...
nl.verhalenbank.127097
Ontmoet iemand, die de zwarte kunst verstaat, een ander die haar ook machtig is, dan is het maar de vraag wie de sterkste is. Eens vertoonde een smid zijn kunst van wagens stil te laten staan op een rijtuig, waar een oud-soldaat in zat. Die klom er uit en zei: "Als je voor den dit en dat niet gauw er mee uitscheidt, dan zal ik jou nog iets anders bakken."...
nl.verhalenbank.9402
Een vrouw was krankzinnig geworden, dus betoverd. Ze gingen met haar naar de zadelmaker in Gorkum, een toverdokter. Die wees als de veroorzaker van de betovering aan Jacob Hakemulder, de buurman-klompemaker. (De familie Hakemulder was (en is!) een familie, die wat uit de toon valt in Langerak. Ze zijn niet kerks, denken vrij over het leven en zijn...
nl.verhalenbank.13474
Spookdieren Hier in Opheusden werd vroeger heel erg over toveren en spoken gesproken, maar vanaf 't elektrisch licht gekomen is, hoort men er nooit meer over. Als hier de vroegere mensen betoverd werden hadden ze altijd pijn in de buik. Sommigen stierven die erg betoverd waren en werden dan niet stijf maar bleven slap. Allerhande figuren zaten bij de...
nl.verhalenbank.13449
It gebeurde froeger us dat Wytse de Wind bitsjoend rekke. Doe moest er in pod yn 't skelkje ha en dy by him drage, krekt salang oant dy fordroege wie. Alle Tet hie him bitsjoend.
nl.verhalenbank.21132
Hy hat ek ris in petroaljekarre stil stean litten. Doe woenen de hounen net mear lûke. Sokke dingen die er altyd.
nl.verhalenbank.38098
Alle Tet op 'e Bulten wie blau om 'e holle. Dêr koe men oan sjen dat in tsjoenster wie. Sy bitsjoende faek bern. Dan hienen se krânsen yn 'e kessens. As bern wienen wy binaud foar har. As wy har oankommen seagen, naeiden wy hurd út.
nl.verhalenbank.19526
Binne kastelein wie in gefaerlik man. Hy bitsjoende it fé. Soms wienen alle bargen samar dea, as hy der west hie. Ek minsken bitsjoende er wol. Der waerd froeger by ús in gat yn 'e drompel boarre en dêr waerd in stik duveldrek ynlein. Dat wie foar tsjoenderije.
nl.verhalenbank.38070
Alde Pytsje to Kollum wie in tsjoenster. Ut skoalle wei gong dêr altyd in famke hinne. Dat famke hat se deatsjoend.
nl.verhalenbank.21291
192