Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Narrator Gender

There are no Narrator Gender that match this search

close
5 results
Dutch Keywords: aardman dwerg
No. 26. De boer van de hoeve te Hoog Kasteren onder Hoogeloon waar de bewoners van den Kabouterberg kwamen werken *), was eens aan het ploegen op den akker. Terwijl hij uitrustte, legde een kaboutertje een gebakken pannekoek op de staart van den ploeg. De boer at er met smaak van, het kaboutertje nam daarop het bord weg en verdween, na gezegd te hebben:...
nl.verhalenbank.46560
Nauw verwant aan de aardmannetjes, zijn de alven of elfen, oorspronkelijk geesten van afgestorvenen. 13). Holle, de doodsgodin, is hun koningin. De "witten" herinneren aan de faireys der Keltische landen; en bij haspelend kaboutervrouwtje zal menigeen denken aan de spinnende witte juffers. (zie no. 94-97.) De sagengebieden zijn niet door grenssteenen...
nl.verhalenbank.46570
No. 16. In de omgeving van Leende woonden de aardmannekes in de heuvels op de heide. Vroeger kwamen ze in sommige huizen 's nachts werken, zoodat in den vroegen morgen het brood gebakken, de vloer geschuurd en het graan gedorscht was. De menschen geloofden dat de kabouters altijd door de schouw naar binnen kwamen, en door die opening ook weer vertrokken....
nl.verhalenbank.46550
No. 8 Een troep kabouters had een onderaardsch verblijf in een tuin, bij de woning van A. Dekkers, dat voor 't oudste huis van Bergeik doorgaat. Dikwijls kwamen ze bij vroegere bewoners, wier namen nog algemeen bekend zijn, om keukengerei te leenen, of om eten en drinken te vragen. Kregen ze het verlangde niet, dan kon men er zeker van zijn dat het werk...
nl.verhalenbank.46540
Het sagenmotief dat men de kabouters, om hen te foppen, oneetbare kost voorzet (no. 16, 20) keert hier weer in verband met den dood van den kabouterkoning. No. 31. De kabouters, die listige dieven, hadden bij een boer te Aalst al het graan van den zolder gehaald. De boer beklaagde zich daarover bij zijn buurman. Deze echter kon niet gelooven dat 't kleine...
nl.verhalenbank.46565
4