Organizations
Keywords

There are no Keywords that match this search

Danish Keywords

There are no Danish Keywords that match this search

Dutch Keywords
Show More Dutch Keywords
German Keywords

There are no German Keywords that match this search

Place Mentioned

There are no Place Mentioned that match this search

Place of Narration
Show More Place of Narration
Narrator Gender
close
16 datasets found
Dutch Keywords: verjagen verdwijnen
Spookdieren Als men vroeger 's avonds laat na het werk nog het paard naar de weide ging brengen, gebeurde het meermalen, dat er een kat op een hekkepaal zat, die dan zei "je kunt mij er toch niet afslaan". Dikwijls sloeg je door haar heen als door een geest. Mij moeder verhaalde zeer dikwijls het volgende, hetgeen ze vernam uit de mond van een blinde...
nl.verhalenbank.13433
De duivels hebben door de eeuwen altijd een belangrijk plaats ingenomen in de volksverhalen van onze voorouders. En legio zijn dan ook de verhalen die rondom hen geweven worden. Meestal werden ze voorgesteld als gedaanten met bokkenpoten, bokkenstaart en bokkenhoorns. Ook wel als een statig zwarte geklede heren, maar altijd wel omgeven met die lucht van...
nl.verhalenbank.70208
Weerwolf Op Hushoven, een gehucht van Weert met veel struikgewas en weinig huizen, bracht een jonge man zijn meisje naar huis. Toen het minnend paartje tussen de struiken uitwandelde, zei de jongen, dat hij een nodige boodschap moest doen. En als er iets mocht gebeuren, bijvoorbeeld als er een weerwolf op haar zou springen, moest ze een zakdoek, die hij...
nl.verhalenbank.13218
Der wie us in selskip by inoar, dat wie frijhwat roerich en oerdwealsk. Sy flokten en tjirgen har en it wie allegear raer. Doe kom der in swarte man yn mei in hege hoed op. It wie de duvel. Sy woarden allegear deabinaud en ien fan harren sei: "Lit ús psalmsjonge." Sy dienen it en de duvel makke gau dat er fuort kaem.
nl.verhalenbank.20066
Folkerts Sjut fortelde, op in kear roun der in frou op 'e Swartfeanster wei. 't Wie in hiel iensum paed. Doe kaem der ien njonken har to rinnen en dy gong net wer by har wei. Doe't se goed taseach, seach se dat er twa bokkepoaten hie. Doe bigoun dat minske it 'Onze Vader' op to sizzen. En doe't se sein hie: Verlos ons van den boze, doe wie dyselde ynienen...
nl.verhalenbank.29611
I. De duivel 1. Bij vraag I mag de volgende historische anekdote dienen. Jaren geleden, kreeg ik, tijdens een ziekteperiode, van mijn huisarts ter lezing "Raspoetin, der Heilige Teufel", welk boek mij zodanig boeide, dat ik mij er tot laat in de avond hevig in verdiepte. Of het door de koorts kwam, of door de spannende lectuur weet ik niet, misschien...
nl.verhalenbank.14779
Dan wou ik nog even een kort verhaaltje vertellen in aansluiting op die die uh verloren pink [ja]. Ik heb hier namelijk nog een verhaal uit het plaatsje Breugel, daar reed een voerman - zich van geen kwaad bewust - over een brug. Opeens zag de voerman zich omringt door een leger zwarte katten. In angst trok hij zijn mes en wierp dit naar de beesten. Daar...
nl.verhalenbank.70407
130. Een boer gaat des avonds laat vanuit het kerkhof over de kerkenpad op de Fleerderhoek aan, naar huis. 'Door zöt he op ees in n schien van de löcht n klèèn ding op t pad liggen, ne moes, ducht em. Mer net at e me't n voot de moes wil votjagen of doadtrèèn, door wi'k ofwedden, is 't vot, en lig der ne kat. Dan tredt he met n voot na dee kat, mer non is...
nl.verhalenbank.128231
Ik ha wolris in nachtmerje by my hawn. 't Wie krekt in kat. Dy sprong op myn fuotten en gong sa stadichoan nei 't boarst ta. Dan koe 'k neat mear sizze. 'k Woe wol roppe, mar 'k wie machteleas. Op in kear doe kom der wer in nachtmerje by my. Doe forsette ik my sa bot ik mar koe. Ik sei: "Silstû it winne as ik." En dêr liet ik in grou flokwurd op folgje....
nl.verhalenbank.29775
Vroeger, m’n jonge kind, kwamen de jongens van buiten ’s zaterdags ’s avonds naar ’t dorp, da’s [Amslag]. Ze bleven dan meestal bij d’ouwe Jane, da’ was ’t café van de weduwe Plateel, tot aan het sluuten van tien uren. En dan gingen ze terug naar huus. Enkele gingen in […] kant uit van de [vaal] en de [griete] en toen ze aan ‘t ende van de straten gekome...
nl.verhalenbank.70054
Moriaanshoofd (“Merjaen”) gem. Kerkwerve Jobje Kloet woonde op Merjaen. Ie ao orlevoeten. Ie gieng op een aevond us deur “Oôsjeswegt”; ’t was donker. Inêêns kwam ’n osse nast um lôôpe, een rooie osse. Wi die osse vandaene kwam wis Jobje nie, mar ie ao un stok bie z’n. Toe ie die osse wou wegjaege in naer die osse wou slae, zag ’n inêêns niks mi. Dien osse...
nl.verhalenbank.46477
Mijn gewone taktiek volgend, kwam ik nu meerdere verhaaltjes van anderen te weten als: Er stond een molen buiten de stad. Die molen was niet te bereiken dan over een stuk land dat bij hoog water blank stond. Op een goeden dag stond het land onder water. De molenaar was met zijn meisje naar de stad geweest. Bij het land wilde hij afscheid van haar nemen en...
nl.verhalenbank.8624
2.12. De verjaagde katten Omstreeks denzelfden tijd als vorenstaande, ontmoette Am. van der Meyden toen te Eersel woonachtig, op zekeren nacht, niet ver van het Jodenkerkhof, met peerd en kar daar voorbijrijdende, eenen troep heksen, in de gedaante van katten, die zijn aangezicht bekrabden. Hij sloeg er met de zweep onder en zij verdwenen alle.
nl.verhalenbank.50052
1.1. Kaboutermannetjes Aan den grooten weg, die van Eindhoven naar de Acht-Zaligheden en verder nog naar Turnhout leidt, ligt Meerveldhoven, dat een deel uiItmaakt van de gemeente Veldhoven. Even voorbij de in deze omstreken algemeen bekende herberg 'De reizende Man' wIjst men u de plaats waar, in den goeden ouden tijd de nijvere kabouters huisden. Ja, de...
nl.verhalenbank.49995
I. Mythologische Sagen: De Daemonen der vier elementen: C. Vuurgeesten: 2. Vuurman. No. 46. Als de gure herfstwind in donkere avonden over de heidevelden raast, dan gebeurt het soms dat de gloeige man door de lucht rijdt. Dan strijkt hij neer op de daken der hoefkes en geeselt de schoorsteenen met vurige kettingen. Wee u dan, als gij of uwe voorouders...
nl.verhalenbank.46621
KATWIJKERS VERTELLEN In de tijd van de grootouders van Cornelis Hoek, die in 1850 was geboren, zwommen er zoveel haringen voor de kust, dat de vissers hen met stokken uit de netten verjoegen. Vandaar dat er op de rug van sommige haringen nog de striemen van de stokslagen zijn te zien. Daarom ook spreekt men van geselharing. De haring geeft zelf aan hoe...
nl.verhalenbank.32572
35